Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
2..Het geschil
3..De beoordeling
4..De beslissing
:
17 november 2020alwaar [eiser] zich bij akte mag uitlaten over het voorstaande;
kantondagvaarding.rtm@rechtspraak.nl;
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 23 oktober 2020, is een tussenvonnis uitgesproken in een civiele procedure tussen eiser en gedaagde. Eiser vordert betaling van een bedrag van € 14.508,41 van gedaagde, die in persoon procedeert. De vordering is gebaseerd op een koopovereenkomst voor de levering van alcoholische dranken, waarbij gedaagde tekort is geschoten in zijn verplichtingen. Gedaagde heeft echter aangevoerd dat hij de producten niet heeft geleverd omdat eiser zijn betalingsverplichting niet volledig is nagekomen.
Tijdens de procedure is gebleken dat gedaagde op 13 augustus 2019 failliet is verklaard. Dit heeft belangrijke gevolgen voor de vordering van eiser, aangezien een geldvordering tegen een failliete partij in beginsel niet kan worden ingesteld, maar moet worden ingediend bij de curator voor verificatie. De kantonrechter heeft eiser de gelegenheid gegeven om zich uit te laten over het faillissement van gedaagde, dat tot nu toe geen onderdeel van het debat is geweest.
De kantonrechter heeft iedere verdere beslissing aangehouden en de zaak naar de rolzitting verwezen, waar eiser zijn standpunt kan verduidelijken. Eiser is erop gewezen dat de akte in tweevoud moet worden ingediend en uiterlijk de dag vóór de rolzitting door de rechtbank ontvangen moet zijn. Dit vonnis is uitgesproken door mr. R. Kruisdijk tijdens een openbare terechtzitting.