5.6is de schade het gevolg van de tekortkoming van Van der Wal?
Tegen het adviesrapport van BASF van 9 april 2018 en het rapport van [naam 2] van
11 april 2019 heeft Van der Wal bezwaren naar voren gebracht, die erop neerkomen dat deze rapporten buiten beschouwing moeten blijven.
De rechtbank bespreekt nu eerst de bezwaren van Van der Wal tegen het rapport van
[naam 2].
Van der Wal acht [naam 2] niet onafhankelijk en objectief, omdat zij is ingeschakeld door (de rechtsbijstandsverzekeraar van) Het Vleespannetje. Van der Wal miskent daarmee echter dat zij akkoord is gegaan met inschakeling van [naam 2] - een registerexpert - dat zij, Van der Wal, is uitgenodigd het onderzoek bij te wonen en het ook heeft bijgewoond op 16 maart 2019, en dat zij bij die gelegenheid vragen heeft beantwoord en opmerkingen heeft kunnen maken en heeft gemaakt. De rechtsbijstandsverzekeraar van Het Vleespannetje heeft haar daarop gewezen bij brief van 11 juni 2019 (productie 15 bij akte overlegging producties) en Van der Wal heeft de juistheid van die mededelingen niet weersproken.
Dat [naam 2] niet onafhankelijk en objectief zou zijn kan niet worden aangenomen op het enkele feit dat het
voorstelhaar in te schakelen afkomstig is geweest van (de assuradeur van) Het Vleespannetje.
Van der Wal acht de inspectie van [naam 2] (en van BASF) te beperkt. Een louter visuele inspectie is volgens haar subjectief en onvoldoende. Zij bepleit een nader en uitvoerig onderzoek door een deskundige, waarbij (conclusie van dupliek onder randnummer 132) eerst trekproeven moeten worden uitgevoerd om vast te stellen of er sprake is van onthechting, en, als dat zou blijken, vervolgens moet worden onderzocht wat de oorzaak van de onthechting is. Dat er sprake is van onthechting, een geleidelijk voortschrijdend proces, staat echter vast. Van der Wal licht niet toe waarom een visueel onderzoek subjectief zou zijn. Wat zij bedoelt met gedegen onderzoek om de oorzaak vast te stellen onderbouwt zij op geen enkele wijze met relevante argumenten, wat in de gegeven omstandigheden op haar weg had gelegen. Immers: vast staat dat zij is tekortgeschoten door de instructies van BASF niet volledig te volgen, en vast staat dat het gevolg, waartegen de specifieke instructie bescherming beoogt te geven, onthechting, is ingetreden. De door haar om een second opinion gevraagde adviseur van MIJtech noemt geen specifieke wijze van nader onderzoek anders dan het nagaan van de hechting en de plaats van onthechte delen (productie 8 bij conclusie van antwoord).
Van der Wal heeft voorts aangevoerd dat het oordeel van [naam 2] over de oorzaak van de onthechting slechts een aanname is, omdat zij spreekt van een vermoeden.
Van der Wal miskent echter dat voor de overtuiging van de rechter bij de waardering van het oordeel van een deskundige de maatstaf is of er sprake is van een redelijke mate van zekerheid. Natuurwetenschappelijke zekerheid niet is vereist.
Vervolgens bespreekt de rechtbank de bezwaren van Van der Wal tegen het adviesrapport van BASF.
Van der Wal voert aan dat het onderzoek is verricht door de heer [naam 3], die volgens haar accountmanager was bij BASF en slechts korte tijd daar in dienst. Zij oppert de vraag of de heer [naam 3] wel geschikt was om te beoordelen of de vloer aan de eisen voldeed en lijkt met de kwalificatie accountmanager te suggereren dat dat niet zo was. Zonder toelichting, die ontbreekt, kan niet worden aangenomen dat de heer [naam 3] niet over de noodzakelijke kennis beschikte en dat BASF, als garantiegever en producent van de vloer, een niet-deskundige medewerker de vloer heeft laten beoordelen. De rechtbank gaat dan ook uit van voldoende deskundigheid van de heer [naam 3].
Van der Wal heeft voorts bezwaar tegen het feit dat het adviesrapport is ondertekend door de heer [naam 1] van BASF. De rechtbank ziet niet in waarom dit zou afdoen aan, zoals Van der Wal het omschrijft, de validiteit van deze inspectie.
Ook heeft Van der Wal bezwaar tegen het oordeel in het rapport van BASF over de oorzaak van de onthechting. Dat is volgens haar niet meer dan een veronderstelling omdat gesproken wordt van mogelijke veroorzaking. Hiervoor geldt eveneens wat de rechtbank hiervoor overwoog ten aanzien van het rapport van [naam 2] over een redelijke mate van zekerheid en het niet vereist zijn van natuurwetenschappelijke zekerheid.
Van der Wal neemt voorts het standpunt in dat er talloze alternatieve oorzaken kunnen zijn van de onthechting, waarbij zij algemene voorbeelden noemt, zoals de selectie en verwerking van materiaal, de uitvoering of het gebruik van de vloer, en daarnaast specifiek de aanwezigheid van condensvocht aan de wanden en in het pand. Daarom bepleit zij een nader onderzoek door een deskundige.
De algemene voorbeelden zijn te vaag om een nader onderzoek te rechtvaardigen. Onderzoek door een deskundige naar de specifiek genoemde mogelijke oorzaken zou niet zinvol zijn, omdat die in elk geval voor risico van Van der Wal zouden komen, nu zij heeft nagelaten Het Vleespannetje te waarschuwen voor het risico dat verbonden was aan het niet opvolgen van de instructies van BASF in verband met door haar gesteld vocht aan de randen, en ook de vloer niet heeft onderzocht op restvocht (zie de garantieaanvraag, ingevuld door Van der Wal, bijlage 2 bij productie 5 van Het Vleespannetje).
Van der Wal oppert ook (bij conclusie van dupliek randnummer 140) dat een verbouwing bij Het Vleespannetje mogelijk effect heeft gehad op de vloer. Zij heeft dat niet van enige onderbouwing voorzien, zodat de rechtbank daaraan voorbijgaat.
De rechtbank verwerpt de bezwaren van Van der Wal en neemt de conclusies van [naam 2] en BASF aangaande de oorzaak van de onthechting over. Daarbij speelt mede een rol dat vast staat dat het gevolg, waartegen de specifieke instructie van BASF bescherming beoogt te geven (zie hiervoor onder 2.6 en 2.7), de onthechting, is ingetreden.
De rechtbank concludeert dat de schade het aannemelijke gevolg is van de tekortkoming van Van der Wal. Zij ziet geen aanleiding voor een nader deskundigenonderzoek zoals door
Van der Wal voorgesteld.
Van der Wal is dus aansprakelijk voor de door Het Vleespannetje ten gevolge van haar tekortschieten ontstane schade en moet haar die vergoeden.