Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[verweerster 4],
[verweerster 5],
[verweerster 6],
[verweerster 7],
1.De procedure
2.De feiten
Vrijwaringsovereenkomst”).
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 18 november 2019 uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure waarin de besloten vennootschap Aannemingsmaatschappij De Vries & De Wiel B.V. (verzoekster) een voorlopig deskundigenbericht heeft verzocht. Dit verzoek is gedaan in het kader van een bodemprocedure waarin De Vries & Van de Wiel vorderingen heeft ingesteld tegen verschillende verweersters, waaronder [verweerster 1] en FL B.V. De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzoek om een deskundigenbericht prematuur is, omdat er nog geen beslissing is genomen op een eerder ingediende vordering ex artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De rechtbank oordeelt dat het verzoek in strijd is met de goede procesorde, aangezien het verzoekster niet is toegestaan om via een deskundigenbericht informatie te verkrijgen die nog niet is goedgekeurd door de bodemrechter. De rechtbank heeft de verzoekster dan ook veroordeeld in de proceskosten van de verweersters, die zijn begroot op een totaalbedrag van € 3.450,00. De beslissing van de rechtbank benadrukt het belang van een efficiënte procesvoering en de noodzaak om eerst de uitkomst van de bodemprocedure af te wachten voordat een deskundigenonderzoek kan worden gelast.