Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding, met producties
- de conclusie van antwoord tevens houdende conclusie van eis in reconventie, met producties
- de conclusie van antwoord in reconventie, met producties
- het proces-verbaal van comparitie van 11 juni 2018, met daarin opgenomen een mondeling gewezen vonnis houdende een bewijsopdracht aan [naam eiseres] ,
- de spreekaantekeningen van [naam gedaagde] ten behoeve van deze comparitie
- de akte met producties van [naam eiseres]
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 11 december 2018 (enquête)
- de akte overleggen producties van [naam gedaagde]
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 25 juni 2019 (contra-enquête)
- de conclusie na getuigenverhoor van [naam eiseres]
- de antwoordconclusie na getuigenverhoor van [naam gedaagde] .
(€ 19,50 x 3000 m2 levert een aanneemsom op van € 58.500, toevoeging rechtbank).
3.De verdere beoordeling in conventie en reconventie
overeengekomenen ook dat het meerwerk is
uitgevoerd. [naam gedaagde] stelt in reconventie dat [naam eiseres] schadeplichtig is wegens wanprestatie. [naam gedaagde] begroot haar schade op € 77.287,64 (€ 70.248,10 wegens te laat opleveren + € 7.039,54 wegens vervuiling/beschadiging hoogwerkers). [naam gedaagde] beroept zich op verrekening en zij vordert in reconventie een bedrag van 18.787,64 (het verschil tussen € 77.287,64 en € 58.500).
iederecontractuele afspraak, zolang maar aan voormelde drie punten wordt voldaan. Dat algemene voorwaarden in het spraakgebruik veelal worden geassocieerd met bedingen die in een klein lettertype zijn weergegeven en/ of voorgedrukt staan op briefpapier, noopt niet tot een ander oordeel. Het maakt geen verschil of de tekst van de algemene voorwaarden door de gebruiker daarvan zelf is getypt en uitgeprint dan wel in diens opdracht is vervaardigd door een drukkerij.
onderhavigeovereenkomst haar algemene voorwaarden als eerste van toepassing heeft verklaard en vervolgens of de wederpartij deze toepasselijkheid uitdrukkelijk van de hand heeft gewezen toen zij haar eigen algemene voorwaarden toepasselijk probeerde te verklaren.
vervuilingvan de hoogwerkers zal eveneens worden afgewezen. Het gaat hier, ook in de woorden van [naam gedaagde] , om
beschadigingvan hoogwerkers wegens vervuiling door [naam eiseres] . In de offerte van [naam eiseres] van 6 oktober 2016 staat dat [naam eiseres] niet instaat voor eventuele beschadiging aan de hoogwerkers. [naam gedaagde] heeft deze offerte aanvaard. [naam gedaagde] stelt dat zij (toch) recht heeft op schadevergoeding omdat zij herhaaldelijk heeft gewaarschuwd om de hoogwerkers correct te behandelen en dat door overmatige en onnodige vervuiling schade aan het mechaniek van de hoogwerkers onvermijdelijk was. Deze stellingname faalt. Wat tussen partijen is afgesproken geldt pas dan niet, wanneer dat naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn. De lat om van een dergelijke onaanvaardbaarheid te kunnen spreken ligt echter hoog en die wordt in dit geval niet gehaald. [naam gedaagde] beroept zich in dit verband op haar producties 1, 47 en 48. Productie 1 is het e-mailbericht van [naam gedaagde] van 3 oktober 2016 waarin zij aan [naam eiseres] om een offerte vraagt. Daarin wijst [naam gedaagde] er inderdaad op dat het heel belangrijk is om de hoogwerkers niet te beschadigen omdat zij, [naam gedaagde] , op een vorig karwei ook al door de verhuurder van de hoogwerkers aansprakelijk was gesteld voor schade aan de gehuurde hoogwerkers. Deze waarschuwing heeft echter [naam gedaagde] er niet van weerhouden om toch maar de - latere - offerte van [naam eiseres] , met daarin het hiervoor geciteerde beding, te accepteren.
conventiein het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten van [naam eiseres] . Deze kosten worden begroot op € 6.612,21, zijnde:
reconventiein het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten van [verweerster] . Deze kosten worden begroot op € 1.086 aan salaris advocaat (aan de hand van de Liquidatietarieven, 2 punten, Tarief II voor zaken met een geldswaarde van € 10.000 tot € 20.000, € 543 per punt). De vordering in reconventie vloeit niet voldoende voort uit het verweer in conventie, zodat geen aanleiding bestaat om op dit bedrag de factor ½ te passen. De proceskostenveroordeling zal, zoals gevorderd, uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard.