Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 tot en met 5 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden met aftrek van voorarrest.
4.Waardering van het bewijs
aangekochtegoed(eren) werden geleverd);
de periode van01 juli 2018 tot en met 11 juli 2019, te Rotterdam, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), eenmaal van geldbedragen, tot een totaalbedrag van ongeveer
924,85euro, voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist dat deze geldbedragen geheel - onmiddellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
envoorhanden gehad, terwijl hij en zijn mededader(s) telkens ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van deze goederen wisten dat het door misdrijf verkregen goederen betrof.
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Vorderingen benadeelde partijen
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 9 (negen) maanden;
groot 3 (drie) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
€ 120,- (zegge: honderdentwintig euro), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 15 april 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
[naam benadeelde 1]gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij
[naam benadeelde 1], te betalen
€ 120,-(hoofdsom,
zegge: honderdentwintig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf
2 dagen;
€ 95,- (zegge: vijfennegentig euro), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf
[naam benadeelde 2]gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij
[naam benadeelde 2], te betalen
€ 95,-(hoofdsom,
zegge: vijfennegentig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf
1 dag;