Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 20 november 2019, met producties;
- de conclusie van antwoord en van eis in reconventie met producties, van de zijde van I.T.A. Nederland c.s. ;
- de conclusie van antwoord in reconventie met producties van de zijde van RDL ;
- het proces-verbaal van de op 21 mei 2019 gehouden comparitie van partijen.
2.De feiten
“(…)
Artikel 3. Vergoedingen
minimaleverbintenis voor de duur van 05 (vijf) kalenderjaren (40 urige werkweek) na ingaande van deze managementovereenkomst. (…)
2. Na de hierboven genoemde duur van de verbintenis van minimaal vijf jaar, kan elk van beide partijen de overeenkomst opzeggen met inachtneming van een opzegtermijn van 3(drie) maanden. Opzegging dient schriftelijk te geschieden.
(…)
De manager zal een privé wagen inzetten t.b.v. uitvoering van zijn dagelijkse ITA Industriële Technische Assistentie BV werkzaamheden. Deze wordt enkel voor personenvervoer ingezet. Ter compensatie voor het niet aangaan van een door ITA Industriële Technische Assistentie BV beschikbaar gestelde geel kenteken bedrijfswagen, zal een maandcompensatie door de manager, maandelijks groot €1.100,- (elfhonderd euro), worden gefactureerd aan ITA Technische Assistentie BV. De vennootschap zal deze binnen 14 dagen voldoen.
5. Indien de vennootschap deze managementovereenkomst tussentijds opzegt, dan zal buiten de verplichte financiële verplichtingen zoals in deze management overeenkomst vermeld in artikel 3, alsnog een vergoeding worden betaald voor de overdracht van de aandelen zoals vermeld in lid 1 van groot € 20.000 netto (twintigduizendeuro) onder vermelding aandelen opkoop, dit binnen 14 dagen na het ontbinden van deze managementovereenkomst.
Zowel facturatie als betalingen door klanten lopen vertraging op. We doen ons uiterste best om alles lopende te houden. Echter ben ik niet van plan NL constant kunstmatig in leven te houden als dit je instelling is!
“(…)
5.De beslissing
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
in conventie en in reconventie
“Na de hierboven genoemde duur van de verbintenis voor minimaal vijf jaar”) moet daarom worden weggedacht, aldus I.T.A. Nederland c.s. Daarnaast heeft zij betoogd dat van een “tussentijdse afkoop” als bedoeld in artikel 3 lid 5 geen sprake is: opzegging is geen afkoop. Volgens I.T.A. Nederland c.s. zou een verplichting tot vergoeding van het door RDL gevorderde bedrag in de omstandigheden van dit geval bovendien buitenproportioneel en niet redelijk zijn. I.T.A. Nederland c.s. wijst er in dat kader op dat de managementovereenkomst binnen minder dan een jaar is beëindigd vanwege tegenvallende resultaten en dat de prijs van de door RDL in het kader van de samenwerking ingebrachte aandelen slechts € 30.000,- was. Voorts wijst zij ook in dit verband er op dat RDL kort nadat in augustus 2018 was aangegeven dat de overeenkomst zou worden beëindigd conservatoir derdenbeslag gelegd onder Engie , terwijl zij wist dat I.T.A. Nederland op dat moment haar managementvergoeding niet kon betalen en precies wist wanneer I.T.A. Nederland weer bedragen van Engie zou ontvangen. Daarmee heeft RDL zelf aangestuurd op een catastrofe.