Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis van de officier van justitie
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden met aftrek van het voorarrest, waarvan 2 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering, het volgen van een gedragsinterventie gericht op agressiebeheersing en een ambulante behandeling;
- tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde strafdelen in de zaken met parketnummers 10/178106-18 en 10/068220-18.
4.Waardering van het bewijs
diegeheel aan een ander toebehoorde, te weten aan [naam slachtoffer] , heeft weggenomen
diegeheel aan een ander, te weten aan [naam slachtoffer] toebehoorde, heeft vernield.
5.Strafbaarheid van de feiten
1.opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven
2.mishandeling
3.mishandeling
4.diefstal
5. diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak
6. opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen
6.Strafbaarheid van de verdachte
7.Motivering van de straf
8.Vordering tot tenuitvoerlegging parketnummer 10/178106-18
9.Vordering tot tenuitvoerlegging parketnummer 10/068220-18
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Bijlagen
12.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 9 (negen) maanden;
tenuitvoerleggingvan het voorwaardelijk gedeelte, groot 5 (vijf) weken, van de bij vonnis van 5 december 2018 van de politierechter (parketnummer 10/178106-18) in deze rechtbank aan de veroordeelde opgelegde gevangenisstraf;
tenuitvoerleggingvan het voorwaardelijk gedeelte, groot 1 (één) week, van de bij vonnis van 12 juni 2019 van de politierechter (parketnummer 10/068220-18) in deze rechtbank aan de veroordeelde opgelegde gevangenisstraf.