Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 5 november 2018, met producties
- de conclusie van antwoord, met producties
- de akte houdende wijziging van eis, aanvulling grondslag van eis en producties
- het proces-verbaal van de comparitie van 23 april 2019, met daaraan gehecht de brief van mr. Van der Mersch van 5 juni 2019.
2.De feiten
Normblad Taxatierapport financiering woonruimte november 2002(hierna: het Normblad)
.
[naam gedaagde] NVM makelaardij
Doel van de taxatievermeld:
PUBLIEKRECHTELIJKE ASPECTENstaat vermeld:
: kadaster Rotterdam en makelaar verkoper.
2.Bijzonderheden
woning voor particuliere bewoning
er zijn geen bijzondere vestigingseisen en/of gebruiks- en/of verkoopbelemmerende bepalingen bekend.
3.De vordering
4.Het verweer
5.De beoordeling
NNLMonrechtmatig heeft gehandeld. Dat doet zij op basis van een Beheervolmacht van 28 juni 2013, in kopie overgelegd als productie 11, waarvan de echtheid op zichzelf door [naam gedaagde] niet is bestreden. Uit die volmacht blijkt dat NNLM en NN een “Services Agreement” en een samenwerkingsovereenkomst zijn aangegaan en dat NNLM aan NN volmacht heeft gegeven om zelfstandig, voor zover het beheer van de NNLM-portefeuille geschiedt in naam van NNLM alle rechtshandelingen te verrichten die NN in het kader van het beheer van de NNLM-portefeuille redelijkerwijs nuttig of noodzakelijk mocht achten, met inachtneming van de “Services Agreement” en de Samenwerkingsovereenkomst. Uit de tekst van die volmacht blijkt, ook zonder dat de Services Agreement en de Samenwerkingsovereenkomst zijn overgelegd, in voldoende mate van de bevoegdheid van NN om deze vordering namens NNLM in te stellen.
condicio sine qua non-verbandbestaat. Wanneer hij zou hebben getaxeerd zoals NN voor ogen staat, dan zou RVS de lening immers niet hebben verstrekt, aldus [naam gedaagde] .
condicio sine qua non-verband is een minimumvereiste dat over het algemeen aan het causaal verband gesteld moet worden. Volgens de
condicio sine qua non-leer is een gebeurtenis de oorzaak van een andere gebeurtenis als de laatste zonder de eerste niet aldus zou zijn voorgevallen. In de onderhavige zaak moet worden bezien of de gestelde schade van NNLM ook zou zijn ontstaan wanneer [naam gedaagde] de beroepsfout niet had gemaakt en dus in zijn taxatierapport in elk geval had vermeld dat het appartement de bestemming bedrijfswoning had.