3.1[eiser] heeft gevorderd om bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,:
a) te verklaren voor recht dat [gedaagde] aansprakelijk is voor schade die is ontstaan door het niet nakomen van de pensioenovereenkomst, dan wel of in combinatie met de uitvoeringsovereenkomst, dan wel of in combinatie met de Pensioenwet dan wel of in combinatie met artikel 7:611 BW dan wel of in combinatie met artikel 6:248 BW dan wel of in combinatie met andere aanverwante regelgeving;
b) primair [gedaagde] te veroordelen tot het aangaan van een nieuwe uitvoeringsovereenkomst met ZwitserLeven, dan wel een andere pensioenuitvoerder, welke gelijk is aan of ten minste gelijke rechten en waarborgen biedt als de uitvoeringsovereenkomst en de pensioenovereenkomst zoals deze gold voor 1 januari 2016, dit op straffe van een dwangsom ter hoogte van € 250,- per dag voor elke dag na betekening van het vonnis dat [gedaagde] niet aan het vonnis voldoet;
c) subsidiair [gedaagde] te veroordelen tot het ter vervanging van de uitvoeringsovereenkomst een zodanig geldbedrag te betalen aan [eiser] , zodat [eiser] in dezelfde positie wordt gebracht als waarin hij zou hebben verkeerd als de uitvoeringsovereenkomst ongewijzigd zou zijn voortgezet, welk geldbedrag wordt vastgesteld door een te benoemen onafhankelijk actuaris, en om [gedaagde] te veroordelen dit bedrag binnen een week na de vaststelling aan de pensioenuitvoerder te betalen, dit alles op straffe van een dwangsom van € 250,- per dag voor elke dag na betekening dat [gedaagde] niet aan het vonnis voldoet;
d) meer subsidiair [gedaagde] te veroordelen tot vergoeding van schade die [eiser] lijdt door de tekortkoming van [gedaagde] , nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
e) [gedaagde] te veroordelen in de kosten van de procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente als niet binnen veertien dagen aan deze veroordeling is voldaan, alsmede de nakosten.