Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift, ontvangen op 17 mei 2019, met producties;
- het verweerschrift, tevens connexe vordering, met producties;
- de voorafgaand aan de mondelinge behandeling door [verzoeker] overgelegde brieven van 9 en 10 juli 2019, ieder met aanvullende producties;
- de voorafgaand aan de mondelinge behandeling namens [verweerster] overgelegde faxbrief van 11 juli 2019, met aanvullende producties;
- de pleitaantekeningen aan de kant van [verzoeker] ;
- de pleitnotitie aan de kant van [verweerster] .
2.De feiten
- Mijn formele ontslagbrief bij jou aanleveren, deze vindt je in de bijlage. Echter deze is in beperkte bewoording dus ik zal deze in deze e-mail iets verder toelichten.
- Na ontvangst formele brief zet jij gesprekken in gang om tot afhandeling innovatie overeenkomst te komen.
- Je wacht met communicatie over deze stap tot een, naar jou inziens, geschikt moment.
3.Het verzoek van [verzoeker] en de grondslag daarvan
4.Het verweer
5.De connexe vordering van [verweerster] en het verweer van [verzoeker]
6.De beoordeling
NJ1983/2 (
Coolwijk/Kroes); HR 25 maart 1994,
NJ1994/390 (
Ritico/Stichting)). Deze strenge maatstaf dient ertoe de werknemer te behoeden voor de ernstige gevolgen die vrijwillige beëindiging van het dienstverband voor hem kan hebben (zoals het mogelijk verlies van ontslagbescherming en aanspraken ingevolge de sociale zekerheidswetgeving, met name een werkloosheidsuitkering). In verband met die ernstige gevolgen zal de werkgever niet spoedig mogen aannemen dat een verklaring van de werknemer is gericht op vrijwillige beëindiging van de dienstbetrekking.
31 maart 2019 (juridisch) moet worden geduid.