Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het tussenvonnis van 14 maart 2018 en de daaraan ten grondslag liggende processtukken;
- de akte aan de zijde van All Air van 16 mei 2018, met producties;
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 22 november 2018;
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 2 april 2019;
- de conclusie na getuigenverhoor van 12 juni 2019;
- de antwoordconclusie na getuigenverhoor van 24 juli 2019.
2.De verdere beoordeling
Het verzoek tot het houden van een nieuwe comparitie van partijen
opnieuwom een pallet testmateriaal gevraagd. Die werd geleverd op 3 april 2007. […]” (onderstreping rechtbank)
evidentemisslagen gesteld. Dat All Air het inhoudelijk oneens is met het tussenvonnis mag zo zijn, maar dat debat kan niet in dit stadium van het geding, in deze instantie, worden gevoerd. Zoals Bamberger terecht opmerkt, moet dat debat zo nodig in hoger beroep worden gevoerd.
bedoeld is:het materiaal dat aan] All Air eerder steeds was geleverd door Bamberger”.
ofer contact is geweest. Maar [naam 1] ’ verklaring bevestigt niet de door de All Air gestelde inhoud van dat contact, noch de verklaring van [naam 2] op dat punt. Daarom overtuigt de verklaring van [naam 2] , zelfs in combinatie met de factuurvermelding, onvoldoende om te kunnen komen tot het oordeel dat het opgedragen bewijs is geleverd.
3.De beslissing
- € 370,00 aan vast recht;
- € 2.443,50 aan salaris voor de advocaat (4,5 punt, tarief II).