Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
- verzoekster;
- de heer mr. E.R. Butin Bik, advocaat.
2.Het verzoek
3.Het verweer
6 november 2018. Inclusief proces- en executiekosten staat thans een totaalbedrag open van € 4.776,11.
Rechtbank Rotterdam
Op 1 februari 2019 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekster een moratorium vroeg op basis van schuldbemiddeling. Verzoekster had op 10 januari 2019 een verzoekschrift ingediend op grond van artikel 284 en 287b van de Faillissementswet (Fw). Tijdens de zitting op 25 januari 2019 werd duidelijk dat de schuldbemiddelaar, Financieel Adviesbureau Deco, niet voldeed aan de eisen zoals gesteld in artikel 48 van de Wet op het consumentenkrediet (Wck). De rechtbank oordeelde dat de schuldbemiddeling niet door een gekwalificeerde instelling werd uitgevoerd, wat leidde tot de afwijzing van het verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster had verklaard dat zij in financiële problemen verkeerde, maar de rechtbank kon geen garanties vinden dat de huur in de toekomst tijdig zou worden voldaan. De rechtbank benadrukte dat verzoekster zich tot een gekwalificeerde schuldbemiddelaar moest wenden om in de toekomst een nieuw verzoek in te dienen. De rechtbank verklaarde verzoekster niet-ontvankelijk in haar verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling.