ECLI:NL:RBROT:2019:6732

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
23 augustus 2019
Publicatiedatum
23 augustus 2019
Zaaknummer
580518 / HA RK 19-978
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing wrakingsverzoek wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid na eindbeslissing

Op 23 augustus 2019 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een wrakingszaak. Het wrakingsverzoek was ingediend door een verzoeker op 16 augustus 2019, na een eindbeslissing van de rechter op 24 juni 2019. De eindbeslissing betrof een verzoek tot het verlenen van verlof voor het leggen van beslag op een onroerende zaak. De wrakingskamer oordeelde dat het wrakingsverzoek kennelijk niet-ontvankelijk was, omdat de rechter op het moment van indienen van het verzoek niet meer betrokken was bij de behandeling van de zaak. De wrakingsprocedure is bedoeld om de onpartijdigheid van de rechter te waarborgen, maar kan niet meer worden ingeroepen nadat een einduitspraak is gedaan. De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking afgewezen op grond van artikel 9.1 van het Wrakingsprotocol van de rechtbank. Tevens werd opgemerkt dat een ander genoemd zaaknummer betrekking had op een procedure die niet bij de betrokken rechter in behandeling was geweest.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Meervoudige kamer voor wrakingszaken
Zaaknummer / rekestnummer: 580518 / HA RK 19-978
Beslissing van 23 augustus 2019
op het verzoek van
[naam verzoeker],
wonende te [adres],
verzoeker,
strekkende tot wraking van:
mr. A.F.L. Geerdes, rechter in de rechtbank Rotterdam, team handel en haven (hierna: de rechter).

1.Het procesverloop en de processtukken

Op 24 juni 2019 heeft de rechter beslist op het verzoekschrift van de vennootschap onder firma [naam v.o.f.] (hierna: [naam v.o.f.]), strekkende tot – kort samengevat – het geven van verlof tot het leggen van conservatoir beslag op een mede aan verzoeker toebehorende onroerende zaak. Die procedure draagt als kenmerk 576393 / KG RK 19-748.
Bij brief, ingekomen ter griffie op 16 augustus 2019, heeft verzoeker wraking van de rechter verzocht.
Aan de wrakingskamer is ter beschikking gesteld het dossier van de hiervoor omschreven procedure, waarin zich onder meer bevindt het hiervoor genoemde verzoekschrift van [naam v.o.f.] en de op dat verzoekschrift door de rechter gestelde beslissing van 24 juni 2019.

2.De ontvankelijkheid van het verzoek

2.1.
Wraking is een middel ter verzekering van de onpartijdigheid van de rechter. Op grond van
hetgeen is bepaald in artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering kan de rechter die een zaak behandelt worden gewraakt.
Het middel is derhalve toegekend aan een partij die wenst te voorkomen dat een rechter die
jegens een partij een vooringenomenheid koestert, althans aan een partij die dienaangaande
bestaande vrees heeft die objectief gerechtvaardigd is, (nog langer) bemoeienis met de zaak
zal hebben. Dat doel kan niet meer worden bereikt als de rechter reeds einduitspraak heeft
gedaan omdat de behandeling van de zaak daarmee is geëindigd.
2.2
Op 24 juni 2019 heeft de rechter in de hiervoor omschreven procedure een beslissing gegeven. Die beslissing is een eindbeslissing waarmee de behandeling van de zaak door de rechter is geëindigd.
2.3
Het wrakingsverzoek is op 16 augustus 2019 en derhalve na de uitspraak van voormelde beslissing ingediend. Uit het vorenstaande volgt dat de rechter de zaak niet meer behandelde op het moment dat het verzoek tot wraking is gedaan. Verzoeker is daarom kennelijk niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot wraking van de rechter. Het verzoek zal op die grond, met toepassing van het bepaalde in artikel 9.1, aanhef en onder c, van het Wrakingsprotocol van deze rechtbank worden afgewezen.
2.4
Ten overvloede overweegt de wrakingskamer dat het door verzoeker in zijn wrakingsverzoek ook nog genoemde zaaknummer 7879132 / CV EXPL 19-4438 een bij een andere (kanton)rechter in behandeling zijnde procedure betreft, die nimmer bij de rechter in behandeling is geweest.

3.De beslissing

De rechtbank:
- wijst af het verzoek tot wraking van mr. A.F.L. Geerdes wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid.
Deze beslissing is gegeven door mr. W.J.J. Wetzels, voorzitter, mr. A.P. Hameete en
mr. R.R. Roukema, rechters en door de voorzitter uitgesproken ter openbare terechtzitting van 23 augustus 2019 in tegenwoordigheid van J.A. Faaij, griffier.
Verzonden op:
aan:
- verzoeker
- mr. A.F.L. Geerdes
- mr. H.W.E. Vermeer