Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 tot en met 5 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 jaar met aftrek van voorarrest;
- oplegging van een vrijheidsbeperkende maatregel, inhoudende een contactverbod met de drie aangeefsters (met een bevel dadelijke uitvoerbaarheid) alsmede een locatieverbod ten aanzien van één van de aangeefsters.
4.Waardering van het bewijs
rjarige, heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, hebbende verdachte zijn penis en tong in haar vagina gebracht en bestaande eenfeitelijkheid hierin:
24 augustus 2016 tot en met 18 september 2016te Curaçao met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien had bereikt, te weten met [naam slachtoffer 2] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 2] 2002), buiten echt ontuchtige handelingen heeft gepleegd die mede bestonden
de periode van01 januari 2007 tot en met 09 april 2009 te Rotterdam met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien had bereikt, te weten met zijn dochter genaamd [naam slachtoffer 3] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 3] 1993), buiten echt ontuchtige handelingen heeft gepleegd die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, hebbende verdachte (telkens):
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.In beslag genomen voorwerpen
9.Vorderingen benadeelde partijen
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Bijlagen
12.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 7 (zeven) jaar;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
€ 10.000,- (zegge: tienduizend euro),bestaande uit € 10.000,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 31 juli 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 10.000,- (hoofdsom
, zegge:tienduizend euro
), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 juli 2018 tot aan de dag van de algehele voldoening;
85 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;
van € 10.000,- (zegge: tienduizend euro),bestaande uit € 10.000,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 18 september 2016 tot aan de dag der algehele voldoening;
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 10.000,- (hoofdsom
, zegge:tienduizend euro
), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 september 2016 tot aan de dag van de algehele voldoening;
85 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;
€ 10.000,- (zegge: tienduizend euro), bestaande uit € 10.000,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 9 april 2009 tot aan de dag der algehele voldoening;
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 10.000,- (hoofdsom,
zegge: tienduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 april 2009 tot aan de dag van de algehele voldoening;
85 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;