ECLI:NL:RBROT:2019:5658

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
26 juli 2019
Publicatiedatum
16 juli 2019
Zaaknummer
7462433
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Misbruik van procesrecht en volledige proceskostenvergoeding in civiele procedure

In deze civiele procedure, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam, heeft Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. (hierna: Zilveren Kruis) een vordering ingesteld tegen een gedaagde, die in de procedure werd vertegenwoordigd door mr. J.K.S. Verhoek. De zaak betreft een vordering tot betaling van onbetaalde facturen uit 2009, die door Zilveren Kruis werd ingetrokken. De gedaagde heeft vervolgens een tegenvordering ingesteld tot vergoeding van de proceskosten, die door de kantonrechter werd beoordeeld in het licht van het misbruik van procesrecht.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat Zilveren Kruis misbruik van procesrecht heeft gepleegd door de gedaagde te dagvaarden, ondanks dat zij op de hoogte was van de onjuistheid van de vordering. De gedaagde heeft in haar conclusie van antwoord uiteengezet dat zij in 2009 niet bij Zilveren Kruis verzekerd was en dat zij meerdere keren had aangegeven de vordering niet te begrijpen. De kantonrechter oordeelde dat Zilveren Kruis had moeten weten dat de vordering ongegrond was en dat het instellen van de vordering onterecht was, wat heeft geleid tot onnodige kosten voor de gedaagde.

De kantonrechter heeft de vordering van de gedaagde tot vergoeding van de proceskosten toegewezen, inclusief de wettelijke rente. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Zilveren Kruis de veroordeling moet naleven, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. Dit vonnis benadrukt de noodzaak voor eiser om zich bewust te zijn van de gegrondheid van hun vorderingen en de mogelijke gevolgen van misbruik van procesrecht.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 7462433 CV EXPL 19-1597
uitspraak: 26 juli 2019
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam
in de zaak van
de naamloze vennootschap
Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V.,
gevestigd te Utrecht,
eiseres in conventie, verweerster in reconventie,
gemachtigde: Landelijke Associatie van Gerechtsdeurwaarders te Groningen,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats gedaagde] (gemeente [gemeente] ),
gedaagde in conventie, eiseres in reconventie,
gemachtigde: mr. J.K.S. Verhoek te Bleiswijk (gemeente Lansingerland).
Partijen worden hierna ‘Zilveren Kruis’ en ‘ [gedaagde] ’ genoemd.

1.De procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
  • de dagvaarding met één productie van 17 december 2018;
  • de conclusie van antwoord in conventie, tevens conclusie van eis in reconventie, met producties, van 5 maart 2019;
  • de akte doorhaling in conventie, tevens conclusie van antwoord in reconventie, van 30 april 2019;
  • de antwoordakte in conventie, tevens conclusie van repliek in reconventie (met een vermeerdering/wijziging van eis), met één productie, van 28 mei 2019;
  • de conclusie van dupliek in reconventie van 25 juni 2019.

2.Het geschil en de beoordeling daarvan

2.1
Zilveren Kruis vordert in de dagvaarding veroordeling van [gedaagde] tot betaling van in totaal € 241,02. Het gaat kort gezegd om volgens Zilveren Kruis door [gedaagde] niet betaalde facturen uit 2009, met rente en kosten. Omdat Zilveren Kruis deze vordering in haar akte van 30 april 2019 ingetrokken heeft, hoeft deze vordering niet meer besproken te worden.
2.2
[gedaagde] vordert, na een vermeerdering van eis, veroordeling van Zilveren Kruis tot betaling van de daadwerkelijk door haar voor deze procedure gemaakte kosten. Het gaat om een bedrag van € 3.062,81. Of dit in conventie had gekund of dat het in reconventie moet, is voor de beoordeling van de vordering niet van belang.
2.3
Een vordering tot vergoeding van de volledige proceskosten is alleen toewijsbaar als in dit geval Zilveren Kruis, door het instellen van de vordering ‘misbruik van procesrecht’ gemaakt heeft. Het is vaste rechtspraak dat van misbruik van procesrecht is als:
het instellen van de vordering, gelet op de evidente ongegrondheid ervan, in verband met de betrokken belangen van de wederpartij achterwege had behoren te blijven. Hiervan kan eerst sprake zijn als eiser zijn vordering baseert op feiten en omstandigheden waarvan hij de onjuistheid kende dan wel behoorde te kennen of op stellingen waarvan hij op voorhand moest begrijpen dat deze geen kans van slagen hadden.
2.4
De kantonrechter is van oordeel dat inderdaad sprake is van misbruik van procesrecht door Zilveren Kruis. [gedaagde] zet in haar conclusie van antwoord uitgebreid uiteen dat zij de afgelopen jaren meerdere keren geconfronteerd is met deze vordering van Zilveren Kruis en dat zij steeds aangegeven heeft de vordering niet te begrijpen, al was het maar omdat zij in 2009 niet bij Zilveren Kruis verzekerd was. Zilveren Kruis gaat niet in op deze stellingen van [gedaagde] . Er moet dus vanuit gegaan dat alles wat in de conclusie van antwoord staat, waar is.
2.5
Ondanks het contact dat er sinds 2009 over de vermeende verschuldigdheid van de facturen tussen Zilveren Kruis (of de namens haar optredende gemachtigde) en [gedaagde] is geweest, uit welke contacten Zilveren Kruis wist of had moeten weten dat zij dus géén vordering op [gedaagde] heeft, heeft Zilveren Kruis [gedaagde] op 17 december 2018, in een zeer algemene standaarddagvaarding, gedagvaard om [gedaagde] te laten veroordelen tot betaling van de facturen. Zilveren Kruis had dit achterwege moeten laten. Zij kon weten dat het tot niets zou leiden. Door niettemin toch te dagvaarden heeft Zilveren Kruis [gedaagde] ten onrechte op kosten gejaagd. Die kosten moet Zilveren Kruis aan [gedaagde] vergoeden. Het uurtarief van de door [gedaagde] ingeschakelde advocaat en het aantal door haar aan de zaak bestede uren komen de kantonrechter niet onredelijk voor. De gevorderde vergoeding van € € 3.062,81 is daarom toewijsbaar.
2.6
Voor het geval de (huidige) gemachtigde van Zilveren Kruis de zelfstandige stelling inneemt dat zíj op het moment van dagvaarden niet wist dat sprake was van een evident onjuiste vordering, maakt dit het voorgaande niet anders. Een gemachtigde wordt immers geacht te weten wat zijn opdrachtgever weet. Is daarvan in dit geval toch geen sprake, dan is dat een zaak tussen in dit geval Zilveren Kruis en haar gemachtigde LAVG. [gedaagde] staat daarbuiten.
2.7
De gevorderde rente is toewijsbaar zoals onder de beslissing vermeld. Nu een volledige vergoeding van de proceskosten wordt toegewezen, is een ‘normale kostenveroordeling’, die [gedaagde] ook vordert, uiteraard niet aan de orde.
2.8
Dit vonnis wordt zoals [gedaagde] vordert ‘uitvoerbaar bij voorraad’ verklaard. Dit betekent dat Zilveren Kruis aan de veroordeling moet voldoen, ook als, als dit al mogelijk is, in hoger beroep wordt gegaan tegen dit vonnis.

3.De beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt Zilveren Kruis om € 3.062,81 aan [gedaagde] te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente op grond van artikel 6:119 BW over € 2.450,25 vanaf 5 maart 2019 tot aan de dag van de algehele betaling en over € 612,56 vanaf 28 mei 2019 tot aan de dag van de algehele betaling;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. R. Kruisdijk en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
686