Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
[naam 2]( [verzoekster 1] ) en
[naam 3]( [verzoekster 2] ), te [plaats] , verzoekers,
Stichting Autoriteit Financiële Markten (AFM), verweerster,
Procesverloop
Overwegingen
Deze situaties doen zich hier niet voor. Uit de gronden van het verzoek komt naar voren dat [verzoeker] meent dat het bestreden besluit hoe dan ook onrechtmatig is, dus ongeacht of de op 8 oktober 2018 verstrekte informatie voldoende is, zodat hij al tijdens de begunstigingstermijn een verzoek om voorlopige voorziening had kunnen indienen. In het verweerschrift heeft de AFM duidelijk toegelicht waarom op 8 oktober 2018 onvoldoende informatie is verstrekt. [verzoeker] heeft deze toelichting niet gemotiveerd weersproken en hij heeft ook niet aannemelijk gemaakt dat hij te goeder trouw kon menen alle gevraagde en beschikbare informatie te hebben verstrekt.