ECLI:NL:RBROT:2019:5159

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 juli 2019
Publicatiedatum
1 juli 2019
Zaaknummer
ROT 18/4660
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oplegging van een bestuurlijke boete voor overtreding van de Tabaks- en rookwarenwet

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 4 juli 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiseres, gevestigd in Groot-Brittannië, en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De eiseres kreeg een boete van € 4.500,- opgelegd voor het maken van reclame voor tabaksproducten, wat in strijd is met artikel 5, eerste lid, van de Tabaks- en rookwarenwet. De boete volgde op een besluit van 2 maart 2018, waarin de eiseres werd beschuldigd van overtredingen die door een toezichthouder van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) waren vastgesteld tijdens een inspectie van haar webshop op 20 september 2017.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiseres reclame heeft gemaakt voor tabaksproducten, ondanks haar verweer dat zij niet op de hoogte was van de regels en dat zij in 2016 of 2017 alle reclame had verwijderd. De rechtbank oordeelde dat het de verantwoordelijkheid van de eiseres was om op de hoogte te blijven van de Nederlandse wetgeving, aangezien zij als buitenlandse onderneming producten in Nederland verkoopt. De rechtbank heeft de argumenten van de eiseres verworpen en geoordeeld dat de opgelegde boete rechtmatig was.

De rechtbank verklaarde het beroep van de eiseres ongegrond en wees ook het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak werd gedaan door mr. J.H. de Wildt, in aanwezigheid van griffier mr. I. Geerink-van Loon, en is openbaar gemaakt op 4 juli 2019. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Bestuursrecht
zaaknummer: ROT 18/4660

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 4 juli 2019 in de zaak tussen

[eiseres] , te [vestigingsplaats] , Groot-Brittanië , eiseres,

gemachtigde: [naam gemachtigde] ,
en

de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, verweerder,

gemachtigde: mr. I.C.M. Nijland.

Procesverloop

Bij besluit van 2 maart 2018 (het primaire besluit) heeft verweerder aan eiseres een boete van € 4.500,- opgelegd voor overtreding van artikel 5, eerste lid, van de Tabaks- en rookwarenwet.
Bij besluit van 24 juli 2018 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 27 mei 2019. Eiseres is niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Deze zaak gaat over het opleggen van een boete voor overtreding van artikel 5, eerste lid, van de Tabakswet- en rookwarenwet. Volgens verweerder maakt eiseres zich schuldig aan het maken van reclame voor tabaksproducten en aanverwante producten.
2. Een toezichthouder van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) heeft op 20 september 2017 onderzoek gedaan naar de webshop van eiseres, met de daarbij behorende internetpagina [naam internetpagina] . Hij zag dat dit een webpagina was waarop elektronische sigaretten en navulverpakkingen verkocht werden. De toezichthouder zag dat op de internetpagina reclame werd gemaakt tabaksproducten en aanverwante producten.
Die reclame betrof onder meer:
- het presenteren van met e-sigaretten gerelateerde producten met aanduidingen als 22,50€
29,45€;
- de vermelding van de volgende teksten:
(…)
"Best price guarantee."
(…)"
Naast een kleine foto: "Easy Sigaret komt met een breed scala aan vape producten voor de "gevorderde" en startende elektronische roker. Al onze product typen zijn uitvoerig door ons team getest en uitgeprobeerd in het dagelijks gebruik en liggen ver boven de standaard in beschikbare elektronische sigaret produkten en leveren deze tegen lagere prijzen zonder afbraak aan service en kwaliteit. Voor uitstekende kwaliteit eliquid hebben wij vele smaken en variaties beschikbaar en tevens een complete selectie DIY eliquids. De keuze is aan u!"
De toezichthouder zag dat onder deze tekst en onder de kleine foto een grotere foto stond, en dat beide foto's aan elkaar gelijk waren. De foto bestond uit een afbeelding van een dampende meneer met daarnaast de tekst: UP TO 75% CHEAPER THAN REGULAR CIGARETTES".
(…)
Wij gebruiken de beste E-Sigaretten en vaper-juice producten als E-liquid basis van de wereld, zodat u de maximale damp en veiligheid geniet zonder risico.
3. Volgens verweerder is het maken van reclame voor tabaksproducten en aanverwante producten een overtreding van artikel 5, eerste lid, van de Tabaks- en rookwarenwet. In verband daarmee heeft verweerder aan eiseres een boete opgelegd van
€ 4.500,-.
4. Eiseres heeft aangevoerd dat zij geen reclame maakt. Eiseres was bekend met het reclameverbod en heeft alle reclame in 2016 of 2017 verwijderd. Verweerder staat er niet bij stil dat geruime tijd nodig is om wijzigingen door te voeren. Gelet daarop was het voor eiseres in september 2017 niet mogelijk te voldoen aan de nieuwe richtlijnen of eisen voor websites waarnaar verweerder verwijst. Daarbij is van belang dat deze regels voor eiseres als buitenlandse onderneming nieuw waren. Eiseres heeft in verband daarmee een klacht ingediend, maar daarop is nooit beslist. Eiseres verzoekt verweerder te veroordelen tot het betalen van schadevergoeding.
5.1.
In artikel 1 van de Tabaks- en rookwarenwet is, voor zover hier van belang, bepaald dat reclame is: elke handeling in de economische sfeer met als doel de verkoop van tabaksproducten en aanverwante producten te bevorderen en elke vorm van commerciële mededeling die het bekendheid geven aan of het aanprijzen van een tabaksproduct of aanverwant product tot doel dan wel rechtstreeks of onrechtstreeks tot gevolg heeft.
5.2.
In artikel 5, eerste lid, van de Tabaks- en rookwarenwet is bepaald dat elke vorm van reclame verboden is.
5.3.
In artikel 11b, eerste lid, van de Tabaks- en rookwarenwet is, voor zover hier van belang, bepaald dat Onze Minister een bestuurlijke boete kan opleggen ter zake van overtreding van het bepaalde bij of krachtens artikel 5.
6. Naar het oordeel van de rechtbank wordt de overtreding met het rapport van bevindingen aangetoond. Daarbij neemt de rechtbank het volgende in aanmerking. Uitgangspunt is dat een bestuursorgaan in beginsel mag afgaan op de juistheid van de inhoud van een naar waarheid opgemaakt en ondertekend toezichtrapport en de daarin vermelde bevindingen (CBb 29 maart 2018, ECLI:NL:CBB:2018:165). Anders dan eiseres stelt, blijkt uit het rapport onmiskenbaar dat eiseres reclame heeft gemaakt. Dat eiseres als buitenlandse onderneming niet bekend was met de regels over reclame en zij geruime tijd nodig heeft gehad om de wijzigingen op het gebied van het maken van reclame uit te voeren maakt niet dat haar geen verwijt kan worden gemaakt van de overtreding. Op eiseres rust, nu zij als ondernemer in Nederland producten verkoopt, de plicht om op de hoogte te blijven van de Nederlandse voorschriften die betrekking hebben op de producten die zij verkoopt en daarnaar te handelen.
7. Ten aanzien van de stelling van eiseres dat zij een klacht heeft ingediend maar dat daarop nog niet is beslist overweegt de rechtbank dat verweerder niet bekend is met een klacht van eiseres en dat, zo hier al sprake van is, dit een aparte procedure betreft. Gelet daarop blijft de eventuele klacht hier buiten beschouwing.
8. Gelet op het bovenstaande is de overtreding komen vast te staan en was verweerder daarom bevoegd eiseres voor de overtreding een bestuurlijke boete op te leggen. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder in redelijkheid van die bevoegdheid gebruik kunnen maken. Verweerder heeft de boete met toepassing van het systeem van gefixeerde boetebedragen bepaald op € 45.000,00. Vervolgens heeft verweerder, omdat eiseres niet valt in de categorie van grote bedrijven en multinationale ondernemingen die de wetgever bij introductie van het hoogste boetetarief voor fabrikanten, groothandelaren en importeurs van tabaksproducten of aanverwante producten op het oog heeft gehad, de boete met 90% gematigd tot een bedrag van € 4.500,00. Niet is gebleken van bijzondere omstandigheden die tot verdere matiging van de boete aanleiding geven.
9. Het beroep is ongegrond. Het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen.
10. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.H. de Wildt, rechter, in aanwezigheid van
mr. I. Geerink-van Loon, griffier. De uitspraak is in het openbaar gedaan op 4 juli 2019.
griffier rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.