Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verdere verloop van de procedure
- het tussenvonnis van 26 oktober 2018;
- de aanvullende producties van de gemeente, ter griffie ingekomen op 2 januari 2019;
- de comparitie aantekeningen van mr. De Jonge.
2.De feiten
3.De verdere beoordeling
“(…)dat de heer [eiser] het nog vrijstaat een eventuele arbeidsrechtelijke procedure te voeren”is daarvoor te algemeen geformuleerd. Er worden in dit verband vervolgens alleen vakantiedagen expliciet genoemd. Indien [eiser] zich het recht had willen voorbehouden om naast de ontvangen (schade)vergoeding nog loon over deze periode te vorderen dan had het op zijn weg gelegen ervoor te zorgen dat er geen enkele onduidelijkheid zou (kunnen) ontstaan over de reikwijdte van het finale kwijtingsbeding, en wel door zijn eventuele loonaanspraken uitdrukkelijk ter sprake te brengen en in de vaststellingsovereenkomst buiten de reikwijdte van het finale kwijtingsbeding te plaatsen. Temeer omdat [eiser] toen – zo blijkt uit de e-mail – ook al werd bijgestaan door een arbeidsrechtadvocaat.