3.1[verzoeker] heeft verzocht om bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,
I. een dag vast te stellen voor behandeling van deze zaak;
Bij wijze van voorlopige voorziening
II. voor de duur van het geding Traxi te veroordelen tot betaling aan [verzoeker] van het salaris van € 969,48 bruto per maand, te vermeerderen met de vakantiebijslag en overige emolumenten vanaf 1 februari 2019 tot het moment waarop de arbeidsovereenkomst tussen partijen rechtsgeldig is geëindigd en [verzoeker] in staat te stellen de bedongen werkzaamheden te verrichten, na zijn betermelding, onder verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 per dag dat Traxi in gebreke blijft;
In de hoofdzaak
Primair: opzegging
III. De opzegging (van 1 februari 2019) te vernietigen vanwege strijd met artikel 7:671 BW en het opzegverbod;
IV. Traxi te verplichten [verzoeker] binnen 24 uur na betekening van de beschikking toe te laten tot de overeengekomen werkzaamheden, tot het moment dat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig is geëindigd, onder verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 per dag dat Traxi in gebreke blijft;
V. Traxi te veroordelen tot betaling van het salaris van [verzoeker] van € 969,48 bruto vanaf 1 februari 2019 tot het moment dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen rechtsgeldig is geëindigd, te vermeerderen met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW;
Subsidiair: billijke vergoeding en vergoeding wegens onregelmatige opzegging
VI. Traxi te veroordelen om aan [verzoeker] een billijke vergoeding te betalen van
€ 4.847,40 bruto;
VII. Traxi te veroordelen om aan [verzoeker] een vergoeding wegens onregelmatige opzegging te betalen van € 969,48 bruto;
VIII. Traxi te veroordelen binnen zeven dagen na betekening van de beschikking aan [verzoeker] te verstrekken salarisspecificaties waarin de betaling van de vergoedingen onder vi. en vii. zijn verwerkt, op straffe van een dwangsom van
€ 100,-- per dag met een maximum van € 10.000,00, voor elke dag dat Traxi niet voldoet aan de beschikking, ingaande zeven dagen na betekening van de beschikking;
Nevenvorderingen: verklaring voor recht en achterstallig loon
IX. Voor recht te verklaren dat [verzoeker] voor het laatst in dienst is getreden bij Traxi voor bepaalde tijd voor de duur van zes maanden met een arbeidsomvang van 24 uur per week, te weten tot 1 juli 2019;
X. Traxi te veroordelen tot betaling van € 2.101,03 (bruto) aan achterstallig loon;
XI. Traxi te veroordelen tot betaling van een wettelijke verhoging van 50% wegens vertraging over het aan [verzoeker] toekomende achterstallige loon van € 1.050,52 bruto op grond van artikel 7:625 BW;
XII. Traxi te veroordelen binnen zeven dagen na betekening van de beschikking aan [verzoeker] te verstrekken salarisspecificaties waarin de betaling van de bedragen onder punten x. en xi. zijn verwerkt, op straffe van een dwangsom van € 100,-- per dag met een maximum van € 10.000,00, voor elke dag dat Traxi niet voldoet aan de beschikking, ingaande zeven dagen na betekening van de beschikking;
XIII. Traxi te veroordelen binnen zeven dagen na betekening van de beschikking aan [verzoeker] te verstrekken salarisspecificaties vanaf 1 juli 2018, op straffe van een dwangsom van € 100,-- per dag met een maximum van € 10.000,00, voor elke dag dat Traxi niet voldoet aan de beschikking, ingaande zeven dagen na betekening van de beschikking;
Primair, subsidiair, meer subsidiair en nevenvordering: wettelijke rente en proceskosten
XIV. Traxi te veroordelen aan [verzoeker] te betalen de wettelijke rente over alle bij deze beschikking toegewezen bedragen vanaf het tijdstip van opeisbaarheid van elk bedrag tot aan de dag van volledige betaling;
XV. Traxi te veroordelen in de proceskosten, te vermeerderen met de (na)kosten, een en ander te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van de beschikking, en voor het geval voldoening niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt, te verhogen met de wettelijke rente over de (na)kosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening.