Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
uitspraak van de meervoudige kamer van 23 mei 2019 in de zaak tussen
[eiseres](eiseres), zonder vaste woon- of verblijfplaats, eisers,
het Drechtstedenbestuur, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Bij e-mail van 9 april 2018 hebben eisers verweerder een groot aantal stukken toegezonden, waaronder het financieel jaaroverzicht 2014 van de bankrekeningen van de stichting, incomplete kopieën van afschriften van de spaarrekening van de stichting over de periode 24 april 2015 tot en met 31 oktober 2017, de transactiehistorie van de twee betaalrekeningen van eisers over de perioden 2 mei 2016 tot en met 4 april 2018 en 1 maart 2016 tot en met 6 april 2018 en van de internetspaarrekening van eisers over de periode 3 januari 2017 tot en met 22 januari 2018, kopieën van digitale overzichten (samengesteld op 7 maart 2018) met mutaties in de afgelopen jaren inzake de bestuur-rekening, PayPal, Mollie Payments, kas en de bestuur-spaarrekening, jaarstukken van de stichting van 11 januari 2018 over de jaren 2014 tot en met 2017, grootboekkaarten en een analyserapport herkomst saldo, beide opgesteld op 28 februari 2018.
Naar het oordeel van de rechtbank kan in het midden blijven of eisers de verzending van deze e-mail aannemelijk hebben gemaakt. Ook als eisers deze e-mail op 31 augustus 2015 hebben verzonden, stelt verweerder zich terecht op het standpunt dat eisers hem niet tijdig hebben geïnformeerd. De webwinkel bestond immers al vanaf 21 april 2015. Eisers stellen dat pas een inlichtingenplicht gold vanaf de datum van de eerste transactie via de webwinkel. Die transactie vond volgens eisers pas plaats op of omstreeks 31 augustus 2015. De rechtbank volgt eisers hierin niet en is het met verweerder eens dat het starten met de webwinkel direct bij verweerder gemeld had moeten worden en niet pas nadat de eerste transactie heeft plaatsgevonden. Vanaf de start van de webwinkel verrichtten eisers immers op geld waardeerbare activiteiten waarmee zij inkomsten konden genereren. Nu eisers verweerder niet tijdig hebben geïnformeerd over de webwinkel, heeft verweerder naar het oordeel van de rechtbank aannemelijk gemaakt dat eisers hun inlichtingenplicht hebben geschonden.