ECLI:NL:RBROT:2019:3649
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen mededeling verlenging PLB-vergunning niet-ontvankelijk verklaard
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 9 mei 2019 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een eiser en de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, vertegenwoordigd door de gemachtigden mr. M. Morssink en R.H. Wierenga. De zaak betreft een beroep tegen een besluit van de verweerder, dat betrekking heeft op de mededeling dat de vergunning van eiser voor het gebruik van een Personal Locator Beacon (PLB-vergunning) van rechtswege is verlengd. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze mededeling, maar de rechtbank oordeelt dat deze mededeling niet gericht is op rechtsgevolg en derhalve geen besluit is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Hierdoor heeft de rechtbank het bezwaar van eiser in dit opzicht terecht niet-ontvankelijk verklaard.
Daarnaast is in de brief van 18 april 2018 vermeld dat eiser een vergoeding van € 16,37 dient te betalen, wat wel als een besluit wordt aangemerkt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de PLB-vergunning op grond van artikel 3.17, tweede lid, van de Telecommunicatiewet van rechtswege is verlengd. De rechtbank heeft ook verwezen naar een eerdere uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven, waarin de verplichting tot betaling van de vergoeding is bevestigd. Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiser ongegrond verklaard en is er geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van de mogelijkheid tot hoger beroep binnen zes weken na verzending van de uitspraak.