ECLI:NL:RBROT:2019:3313

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
9 april 2019
Publicatiedatum
25 april 2019
Zaaknummer
10/741295-16
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een ter beschikking gestelde met ernstige gedragsproblematiek en psychische klachten

Op 9 april 2019 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling van een ter beschikking gestelde, die lijdt aan ernstige gedragsproblematiek en psychische klachten. De terbeschikkingstelling was eerder gelast ter zake van poging zware mishandeling en bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht. De rechtbank ontving op 15 februari 2019 een vordering van het openbaar ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling, die op 26 maart 2019 werd behandeld. De ter beschikking gestelde, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. S.M. Hoogenraad, en deskundige L.C. de Geus werden gehoord. De deskundige adviseerde om de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, gezien het hoge recidiverisico en de gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens van de ter beschikking gestelde. De rechtbank oordeelde dat de veiligheid van anderen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling wordt verlengd. De rechtbank besloot de termijn met twee jaar te verlengen, in lijn met de jurisprudentie van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, die stelt dat bij verlenging van een terbeschikkingstelling doorgaans een termijn van twee jaar wordt gehanteerd. De rechtbank benadrukte dat stabiliteit en veiligheid voorop staan voordat verdere behandeling kan plaatsvinden. De ter beschikking gestelde heeft aangegeven medewerking te willen verlenen aan zijn behandeling, wat de rechtbank hoopvol stemt voor de toekomst.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 2
Parketnummer: 10/741295-16
Datum uitspraak: 9 april 2019
Beslissing van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, met betrekking tot de terbeschikkingstelling van
[naam ter beschikking gestelde], (de ter beschikking gestelde),
geboren te [geboorteplaats ter beschikking gestelde] (Kaapverdië) op [geboortedatum ter beschikking gestelde] ,
(formeel) verblijvende in Forensisch Psychiatrisch Centrum de Kijvelanden te Poortugaal (de inrichting),
raadsvrouw mr. S.M. Hoogenraad, advocaat te Zoetermeer.

1.Procesverloop

Bij vonnis van deze rechtbank is de terbeschikkingstelling van [naam ter beschikking gestelde] gelast en is zijn verpleging van overheidswege (dwangverpleging) bevolen.
De terbeschikkingstelling is gelast ter zake van poging zware mishandeling en bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht/zware mishandeling. De termijn van de terbeschikkingstelling is aangevangen op 11 april 2017.
De rechtbank heeft op 15 februari 2019 van het openbaar ministerie ontvangen een vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling (artikel 38d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht). Bij die vordering zijn de vereiste stukken gevoegd.
De vordering is op de openbare zitting van 26 maart 2019 behandeld. Officier van justitie, mr. C.A.M. de Jong, de ter beschikking gestelde, bijgestaan door zijn raadsvrouw, en deskundige L.C. de Geus, werkzaam bij de inrichting, zijn gehoord.

2.Advies van de inrichting

Het advies gedateerd 15 februari 2019 luidt de termijn van de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaar.
De ter beschikking gestelde is geruime tijd bekend met middelengebruik, chronische psychotische klachten en ernstige gedragsproblematiek. Eerder hebben rapporteurs een psychotische stoornis NAO, cannabisafhankelijkheid en een persoonlijkheidsstoornis NAO vastgesteld; een eenduidig oordeel wat betreft de DSM-classificatie van de problematiek ontbreekt. Het recidiverisico is zowel in het geval van beëindiging van de maatregels als in het geval van een voorwaardelijke beëindiging hoog. Het risico op recidive kan niet anders dan binnen het huidige kader onder controle worden gehouden. De behandeling heeft tot op heden weinig resultaten opgeleverd en stabilisatie blijft dan ook het voornaamste doel, juist ook vanwege de complexiteit van zijn gedrag. Inschatting is dat de ter beschikking gestelde nog voor langere duur intensief binnen een juridisch kader begeleid moet worden.
Op de zitting gegeven adviezen
De deskundige De Geus heeft haar advies op de zitting toegelicht. Zij heeft onder meer verklaard – zakelijk weergegeven – dat het verschil in diagnostische conclusies geen effect heeft op de bejegening en behandeling van de ter beschikking gestelde.

3.Standpunt van partijen

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar.
Standpunt van de ter beschikking gestelde
De ter beschikking gestelde en zijn raadsvrouw hebben zich gerefereerd ten aanzien van de verlenging van de maatregel, en bepleit de duur van de verlenging te beperken tot één jaar.

4.Beoordeling

Op grond van het advies van de inrichting komt de rechtbank tot de volgende oordelen:
  • Er is nog steeds sprake van een gebrekkige ontwikkeling van en/of ziekelijke stoornis in de geestvermogens van de ter beschikking gestelde;
  • De veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling wordt verlengd.
Anders dan bepleit door de ter beschikking gestelde en de raadsvrouw stelt de rechtbank de duur van de verlenging op twee jaar. Daarbij is van belang dat de hoofdregel volgens de jurisprudentie van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden is dat bij verlenging van een terbeschikkingstelling een termijn van twee jaar wordt gehanteerd. Slechts indien te verwachten valt dat binnen een jaar de situatie zodanig is gewijzigd dat een andere beslissing van de rechtbank aan de orde is, is verlenging van één jaar aangewezen. De rechtbank is met de inrichting van oordeel dat het van belang is dat eerst sprake is van veiligheid en stabiliteit, voordat aan de behandeling van de ter beschikking gestelde verder vorm en inhoud kan worden gegeven. Deze stabiliteit en veiligheid ontbreekt vooralsnog en dient met kleine stappen te worden opgebouwd. Gelet op deze omstandigheden is een termijn van één jaar ontoereikend.
De ter beschikking gestelde heeft ter zitting kenbaar gemaakt zijn medewerking te willen gaan verlenen aan zijn behandeling. De rechtbank hoopt dat de ter beschikking gestelde dit voornemen vasthoudt en dat met deze ommekeer een positieve wending kan worden gegeven aan het verloop van de behandeling van de ter beschikking gestelde.
De rechtbank overweegt tot slot dat bij de oplegging van de maatregel is overwogen dat de terbeschikkingstelling is opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen, zodat de totale duur van de maatregel een periode van vier jaar te boven kan gaan.

5.Beslissing

De rechtbank:
verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met
2 (twee) jaar.
Deze beslissing is gegeven door
mr. B.E. Dijkers, voorzitter,
en mrs. J. Fransen en F.J. Koningsveld, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. V.E. Scholtens griffier,
en is in het openbaar uitgesproken.
Tegen deze beslissing kan het openbaar ministerie binnen veertien dagen na de uitspraak en de ter beschikking gestelde binnen veertien dagen na betekening daarvan beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.