Op 26 maart 2019 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling van een ter beschikking gestelde, die in de inrichting De Woenselse Poort te Eindhoven verblijft. De terbeschikkingstelling was oorspronkelijk gelast ter zake van diefstal, voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, en is op 11 april 2013 ingegaan. De rechtbank had de terbeschikkingstelling voor het laatst verlengd op 11 april 2017 met twee jaar. Op 15 februari 2019 heeft het openbaar ministerie een vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling ingediend, waarop de rechtbank op 26 maart 2019 een openbare zitting heeft gehouden.
Tijdens deze zitting zijn de ter beschikking gestelde, zijn raadsman mr. D.W.H.M. Wolters, en deskundige M.W.J. de Haas gehoord. Het advies van de inrichting, gedateerd 4 februari 2019, adviseerde om de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, gezien de psychotische stoornis en antisociale persoonlijkheidsstoornis van de ter beschikking gestelde, alsook het risico op herhaling van gewelddadig gedrag. De officier van justitie heeft eveneens geconcludeerd tot verlenging, terwijl de ter beschikking gestelde zich hiertegen heeft verzet.
De rechtbank heeft op basis van het advies van de inrichting en de verhandelingen ter zitting geoordeeld dat de veiligheid van anderen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar wordt verlengd. De ter beschikking gestelde vertoont nog steeds een gebrekkige ontwikkeling van geestvermogens en is kwetsbaar, met onvoldoende copingvaardigheden. De rechtbank heeft besloten de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, ondanks dat de totale duur van de maatregel daarmee vier jaar overschrijdt, omdat de maatregel is opgelegd ter zake van een misdrijf dat gevaar veroorzaakt voor anderen.