ECLI:NL:RBROT:2019:3116

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
11 april 2019
Publicatiedatum
18 april 2019
Zaaknummer
7403960
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om vervangende machtiging tot overdracht erfpachtrecht door Gemeente Rotterdam

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 11 april 2019 uitspraak gedaan in een verzoek van Stichting Wellant om vervangende machtiging te verlenen voor de overdracht van erfpachtrecht aan Total Development & Management B.V. (TDM). Wellant, eigenaar van een perceel in Kralingen, had toestemming van de Gemeente Rotterdam nodig voor deze overdracht, maar de Gemeente weigerde deze toestemming. De Gemeente stelde dat de overdracht niet paste binnen de door hen voorgestane integrale ontwikkeling van het gebied en dat TDM niet de juiste partij was om de ontwikkeling uit te voeren. Wellant voerde aan dat de Gemeente onredelijk handelde door de toestemming te weigeren, omdat zij een financieel voordelige overeenkomst met TDM had gesloten.

De kantonrechter heeft de procedure beoordeeld en vastgesteld dat de Gemeente haar weigering om toestemming te verlenen op redelijke gronden had gebaseerd. De rechter oordeelde dat de Gemeente de belangen van Wellant had meegewogen, maar dat het belang van de Gemeente bij een integrale gebiedsontwikkeling zwaarder woog. De rechter concludeerde dat Wellant in strijd met de erfpachtvoorwaarden handelde door het erfpachtperceel niet als onderwijslocatie te gebruiken en dat de Gemeente niet onredelijk handelde door de toestemming te weigeren. Het verzoek van Wellant om vervangende machtiging werd afgewezen en Wellant werd veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 7403960 VZ VERZ 18-25186
uitspraak: 11 april 2019
beschikking ex artikel 5:91 lid 4 BW van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam
in de zaak van
Stichting Wellant,
gevestigd te Houten,
verzoekster,
gemachtigde: mr. B. Martens,
tegen
Gemeente Rotterdam,
gevestigd te Rotterdam,
verweerster,
gemachtigde: mr. A.R. de Jonge en mr. J.M. Huber.
Partijen worden hierna aangeduid als “Wellant” respectievelijk “de Gemeente”.

1..Het verloop van de procedure

De kantonrechter heeft kennis genomen van de volgende processtukken:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen ter griffie op 7 december 2018;
- het verweerschrift met bijlagen, binnengekomen ter griffie op 15 februai 2019;
- de door Wellant overgelegde pleitnotities.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 21 februari 2019. Namens Wellant is de heer [naam persoon 1] (teamleider huisvestiging en inkoop) verschenen, bijgestaan door de gemachtigden mr. Martens en mr. B. Steegs. Ook de heer [naam persoon 2] is namens Ten Brinke ontwikkelaar verschenen. Namens de Gemeente is de heer [naam persoon 3] (gebiedsadviseur) en mevrouw [naam persoon 4] verschenen, bijgestaan door de gemachtigden. Namens de ontwikkelcombinatie ERA zijn ook drie belanghebbenden verschenen.
Van het ter zitting verhandelde heeft de griffier aantekeningen gehouden.
De kantonrechter heeft de uitspraak bepaald op heden.

2..De vaststaande feiten

In het kader van de onderhavige procedure kan van de volgende vaststaande feiten worden uitgegaan.
2.1
Wellant is eigenaar van een perceel, kadastraal bekend als Kralingen, sectie [sectie] nummer [nummer 1] , (hierna: “het Schoolgebouw”). Het Schoolgebouw is onderdeel van een voormalige onderwijslocatie van Wellant gelegen in Kralingen.
2.2
De Gemeente is eigenaar van de (vier) percelen achter het Schoolgebouw, kadastraal bekend als Kralingen, sectie [sectie] , nr [nummer 2] , [nummer 3] , [nummer 4] en [nummer 5] alle gelegen te Rotterdam aan en nabij de J.A. Lebbinklaan/Ir. P. Kosterlaan , (hierna: “het Kassencomplex”). Deze percelen zijn onder meer in gebruik als kassen met tuinbouwvoorzieningen ten behoeve van het onderwijs.
2.3
Het perceel Gemeente Kralingen, sectie [sectie] nr [nummer 2] werd op 22 november 1978 in erfpacht uitgegeven aan de rechtsvoorgangers van Wellant. Deze erfpacht is bij akte van 27 januari 2003 beëindigd. Op dezelfde datum heeft Wellant het erfpachtrecht van alle vier hierboven genoemde percelen (het Kassencomplex) verkregen. Op deze erfpacht zijn de “Algemene Bepalingen voor Erfpacht” van de Gemeente d.d. 18 maart 1993 (neergelegd in een akte d.d. 22 maart 1993) van toepassing. De erfpacht heeft een duur van 99 jaar en eindigt op 11 augustus 2101. De erfpachtcanon bedraagt € 17.721,00 per jaar en is voor de eerste vijftig jaar afgekocht.
2.4
In de Algemene Bepalingen is – voor zover in deze procedure relevant – onder meer het volgende bepaald:
“Artikel 10: Bestemming en gebruik
De onroerende zaak is bestemd voor onderwijs en dient als zodanig gebruikt te worden.
Artikel 11: Verplichtingen van de erfpachter
11.1
De Erfpachter is verplicht:
(…)
d. de Onroerende Zaak aan te wenden overeenkomstig de bestemming en het gebruik, zoals is vermeld in de Akte;
Artikel 13: Toestemming bij splitsing, bezwaring, vervreemding, verhuring van verpachting van de erfpacht.
13.1.
Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van B&W is Erfpachter niet bevoegd de erfpacht of een gedeelte daarvan casu quo de Onroerende Zaak of een gedeelte daarvan:
a. te splitsen in appartementsrechten;
b. met beperkte rechten anders dan hypotheek, te bezwaren;
c . te vervreemden, indien de Onroerende Zaak een andere bestemming heeft dan wonen; of
d. te verhuren of te verpachten,
dan wel overeenkomsten aan te gaan die kunnen leiden tot het verrichten van de hiervoor vermelde rechtshandelingen”.
2.5
Het Schoolgebouw en Kassencomplex zijn gelegen in het stadsgebied “Nieuw Kralingen”. De wijk Kralingen heeft van oudsher een bijzondere signatuur; een combinatie van wonen en natuur met de Kralingse Plas als unieke natuur- en recreatiegebied binnen de Gemeente Rotterdam. De Gemeente wil de doelgroep hoogopgeleiden en mensen met een relatief hoger inkomen graag behouden en blijven aantrekken. De Gemeente is voornemens dit stadsgebied te herontwikkelen en heeft hiervoor reeds een “Gebiedsvisie Nieuw Kralingen” opgesteld.
2.6
Reeds in 1999 is het Strategisch Investeringsprogramma Nieuw Crooswijk/ Veilingterrein opgesteld. In 2002 werd door de Ontwikkelingscombinatie Nieuw Crooswijk, die destijds werd gevormd door de partijen ERA Contour B.V. (hierna: ERA ) en Proper-Stok Ontwikkelaars , een stedenbouwkundig plan voor de herstructurering van Nieuw Crooswijk opgesteld. Proper-Stok Ontwikkelaars is nadien overgenomen door Heijmans Vastgoed B.V. (hierna: Heijmans ). De Gemeente is in maart 2005 een samenwerkingsovereenkomst aangegaan met de Ontwikkelingscombinatie Nieuw Crooswijk om tot herontwikkeling van Nieuw Crooswijk te komen. Bij het opstellen van het herstructureringsplan is ook uitvoerig gekeken naar omliggende wijken en gebieden.
2.7
Op 29 november 2007 heeft de gemeenteraad de Stadsvisie Rotterdam opgesteld en daarmee betrokken partijen uitgenodigd om mee te bouwen en mee te denken over een ontwikkelingsstrategie voor de Gemeente Rotterdam. Na de vaststelling van de Stadsvisie 2007 hebben ERA en Heijmens een plan/ambitie voor de ontwikkeling van het plangebied Nieuw Kralingen tot woningbouwlocatie aan de Gemeente voorgelegd. Door de financiële crisis raakte het plan echter op de achtergrond.
2.8
In 2013 heeft ERA / Heijmans het plan weer opgepakt. ERA / Heijmans heeft op 4 februari 2014 een enigszins aangepast plan aan de Gemeente gepresenteerd. Het plan voorzag in de ontwikkeling van een nieuwe stadwijk, geïnspireerd op Kralingen Oost. Hiermee kon de doelgroep hoogopgeleiden en mensen met een hoog inkomen, die de stad op dat moment vaak verlaten, binnen de stadsgrenzen worden behouden.
2.9
ERA / Heijmens en de Gemeente hebben op 8 juni 2016 - vooruitlopend op een samenwerkingsovereenkomst - een intentieovereenkomst gesloten, waarin nadere afspraken en de uitgangspunten van de herontwikkeling staan vastgelegd. In de intentieovereenkomst verplichtte de Gemeente om gedurende de looptijd van de intentieovereenkomst alleen met ERA / Heijmans naar de mogelijkheid van een herontwikkeling van het plangebied te kijken.
2.1
De gemeenteraad heeft op 15 december 2016 de Woonvisie Rotterdam 2030 vastgesteld.
2.11
ERA / Heijmans en de Gemeente hebben vervolgens een concept-Gebiedsvisie Nieuw Kralingen opgesteld. In een zgn. raadsinformatiebrief van 1 november 2017 heeft het college de gemeenteraad nader geïnformeerd over de concept-Gebiedsvisie Nieuw Kralingen, waarin er werd uitgaan van maximaal 800 te realiseren woningen.
2.12
De Gemeente heeft de Gebiedsvisie Nieuw Kralingen en de Hoofdlijnen van de samenwerkingsovereenkomst in de openbare vergadering van 14 juni 2018 vastgesteld.
2.13
De Gemeente en ERA / Heijmans hebben vanaf 2016 onderhandeld over een samenwerkingsovereenkomst. Deze overeenkomst is nagenoeg gereed. Slechts over een beperkt aantal ondergeschikte zaken dient nog overeenstemming bereikt te worden. De gebiedsontwikkeling van Nieuw Kralingen is een integrale opgave en vanwege de complexiteit van deze integrale opgave wordt de samenwerking langdurig aangegaan tot uiterlijk 2034.
2.14
Op 5 oktober 2016 zijn nieuwsberichten verschenen dat het Wellantcollege haar vestiging aan de [adres] gaat sluiten. Het pand zou volgens Wellant te groot, te oud en te duur zijn. Namens de Gemeente heeft mevrouw [naam persoon 5] (projectmanager Nieuw Kralingen) contact opgenomen met de heer [naam persoon 1] van Wellant. Op 3 februari 2017 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen ERA / Heijmans en Wellant en is er gesproken om de locatie van Wellant te kopen dan wel te huren. Wellant heeft in een later stadium aangegeven dat zij de voorkeur aangaf de locatie niet aan ERA / Heijmans , maar aan de Gemeente te verkopen.
2.15
Op 14 september 2017 heeft de Gemeente telefonisch een bod van € 2,2, miljoen uitgebracht op de (erfpacht en eigendoms)percelen van Wellant bij de makelaar van Wellant. Op 20 september 2017 heeft Wellant dit bod afgewezen. Wellant vond het bod van de Gemeente te laag, aangezien de WOZ-waarde volgens de makelaar ruim boven de € 4 miljoen zou liggen.
2.16
Op 10 november 2017 heeft Wellant de Gemeente medegedeeld dat zij in onderhandeling is met een potentiële koper. Op 5 februari 2018 heeft de Gemeente een bericht van ERA / Heijmans ontvangen dat Wellant al een LOI zou hebben ondertekend met ontwikkelaar Ten Brinke / Tijdens het gesprek op 12 februari 2018 heeft Wellant aangegeven dat zij een bod van rond de € 7 mio heeft gekregen en dat de potentiële koper, Total Development & Management B.V . (hierna: TDM ) bezig was met een due diligence onderzoek.
2.17
Op 20 februari 2018 heeft de Gemeente Wellant de volgende brief gestuurd: “Om te mogen verkopen met het oog op herontwikkelen, dient u op basis van de betreffende aktes inzake vestiging erfpacht en verkoop schriftelijk toestemming te vragen aan de Gemeente. Vanwege de door de Gemeente gewenste vorm van planuitvoering als integrale ontwikkeling is er geen grondslag om medewerking te verlenen aan de door u voorgenomen overdracht. Vooruitlopend op een desbetreffend verzoek uwerzijds, deel ik u hierbij voor alsdan mede dat de Gemeente in casu deze toestemming niet zal verlenen”.
2.18
Bij e-mail van 29 maart 2018 heeft Wellant aangegeven dat zij zich aan het beraden is. In juni en juli 2018 hebben er gesprekken plaatsgevonden over de verkoop van de percelen.
2.19
Op 23 augustus 2018 heeft Wellant de Gemeente telefonisch meegedeeld dat zij op 18 juli 2018 met TDM voor alle percelen een (voorwaardelijke) koopovereenkomst had gesloten. De levering van de percelen was begin 2019 voorzien. TDM heeft op haar beurt Ten Brinke Vastgoedontwikkeling als gedelegeerd ontwikkelaar aangewezen.
2.2
Bij brief van 5 oktober 2018 heeft de Gemeente Wellant erop gewezen dat zij in strijd met de erfpachtvoorwaarden handelde door de erfpachtpercelen te vervreemden zonder hiervoor aan de Gemeente toestemming te vragen.
2.21
Op 8 oktober 2018 heeft er tussen Wellant en de Gemeente een bespreking plaatsgevonden en heeft de Gemeente benadrukt dat Wellant voor de overdracht van de erfpachtpercelen toestemming diende te vragen aan het college van B&W.
2.22
Bij brief van 18 oktober 2018 heeft Wellant de Gemeente verzocht om vóór 30 oktober 2018 toestemming te verlenen voor de overdracht van het erfpachtrecht. Bij gebreke van toestemming zou Wellant om een vervangende machtiging verzoeken.
2.23
De Gemeente heeft het verzoek van Wellant in behandeling genomen en de behandeltermijn van het verzoek verlengd tot 17 december 2018.
2.24
Op 29 november 2018 heeft mr. Martens, namens Wellant, de Gemeente verzocht om alsnog binnen drie dagen toestemming te verlenen voor de overdracht van het erfpachtrecht, bij gebreke waarvan Wellant een vervangende machtiging zou verzoeken. Er werd een concept-verzoekschrift tot het verkrijgen van vervangende machtiging bij deze brief gevoegd.
2.25
Bij brief van 3 december 2018 heeft de Gemeente hierop gereageerd. Daarna volgde op 17 december 2018 weer een brief van Wellant en merkt zij onder meer op dat TDM voornemens was om de toekomstige bestemming en het toekomstige gebruik te wijzigen van onderwijs naar wonen.
2.26
Bij brief van 17 december 2018 heeft de Gemeente geen toestemming verleend voor de overdracht, omdat TDM als opvolgend eigenaar in strijd met de erfpachtvoorwaarden handelde door het erfpachtperceel voor een herontwikkeling te gaan gebruiken.

3..Het verzoek en de grondslag daarvan

Wellant verzoekt de kantonrechter ex artikel 5:91 lid 4 BW machtiging te verlenen voor de overdracht van het erfpacht met betrekking tot de percelen grond, gelegen te Rotterdam aan en nabij de J.A. Lebbinklaan/ Ir. P. Kosterlaan aan projectontwikkelaar Total Development & Management B.V .(hierna: TDM ).
3.1
Ter onderbouwing van haar verzoek heeft Wellant – zakelijk en verkort weergegeven – het volgende ten grondslag gelegd.
3.1.1
De Gemeente heeft niet ingestemd met de verkoop van de percelen aan TDM . Het is Wellant tot op heden niet duidelijk op welke grond(en) zij toestemming weigert. De Gemeente heeft evenmin enige voorwaarde gesteld waaronder zij toch toestemming zou willen geven voor de overdracht. De Gemeente wil het volledige eigendom van het Kassencomplex zelf verwerven en vervolgens door ERA laten herontwikkelen. De Gemeente probeert ten nadele van Wellant financieel voordeel te behalen voor ERA door het Schoolgebouw en Kassencomplex te verwerven voor een niet marktconforme prijs die ongeveer de helft bedraagt van de prijs die TDM bereid is te betalen. De Gemeente handelt in strijd met de doorkruisingsleer alsmede met het verbod van détournement de pouvoir.
3.1.2
De Gemeente maakt door het onthouden van haar toestemming de erfpacht onoverdraagbaar. Volgens vaste jurisprudentie wordt zulks als onredelijk aangemerkt. De Gemeente handelt voorts in strijd met de bedoeling van de wetgever. Ook heeft de Gemeente bij het onthouden van haar toestemming ten onrechte geen rekening gehouden met de belangen van Wellant. Gedurende de periode tot 2101 zou Wellant gronden die zij in erfpacht heeft slechts mogen gebruiken voor onderwijsdoeleinden terwijl zulks niet in de nieuwe planologische bestemming conform Gebiedsvisie past. Zulks kan – in het licht van onder meer de redelijkheid en billijkheid – niet van Wellant worden gevergd.
3.1.3
Het belang Wellant is tevens gelegen in de omstandigheid dat Wellant na een lange periode van onderhandelingen een geschikte partij heeft gevonden die het erfpachtrecht c .q. Kassencomplex tezamen met het Schoolgebouw wenst te kopen. De gezamenlijk verkoop brengt Wellant een groot financieel voordeel met zich.
3.1.4
Concluderend, op grond van het voorgaande meent Wellant dat de Gemeente haar toestemming op onredelijke grond heeft geweigerd.

4..Het verweer

De Gemeente concludeert tot niet-ontvankelijk verklaring van Wellant in haar vordering, althans tot afwijzing daarvan.
4.1
Daartoe heeft de Gemeente – zakelijk en verkort weergegeven – het volgende aangevoerd.
4.1.1
De Gemeente is van mening dat het niet verlenen van toestemming voor de overdracht aan TDM toelaatbaar is. Van een weigering “zonder redelijke gronden” en/of strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur is geen sprake. Het verweer van de Gemeente tegen het verzoek om een vervangende machtiging tot overdracht van het erfpachtrecht is drieledig:
1. De overdracht aan TDM past niet binnen de door de Gemeente voorgestane
en met Heijmans / ERA overeengekomen integrale ontwikkeling van Kralingen;
2. De Gemeente heeft geen vertrouwen in TDM als ontwikkelende partij;
3. De overdracht is in strijd met de erfpachtvoorwaarden.
4.1.2
De Gemeente heeft de wens om tot een integrale ontwikkeling van het gebied Nieuw Kralingen over te gaan. De gebiedsontwikkeling heeft een integrale opgave en vanwege de complexiteit van deze integrale opgave heeft de Gemeente de uitdrukkelijke wens om de herontwikkeling van het plangebied in één hand te houden, zodat de stedenbouwkundige visie van het gebied gewaarborgd wordt. ERA / Heijmans en de Gemeente zijn hierbij een structurele, duurzame en langdurige samenwerking aangegaan. Het is voor de Gemeente zeer de vraag of de ontwikkeling die de ontwikkelaar TDM voor ogen heeft economisch haalbaar is. TDM is voor de gemeente een volstrekt onbekend partij. TDM en Wellant lijken slechts de bedoeling te hebben om te profiteren van de op handen zijnde bestemmingsplanwijziging. Dit volgt mede uit het feit dat TDM heeft aangeboden om tegen betaling van een aanzienlijk bedrag af te zien van de koop van de percelen van Wellant. Door het onthouden van toestemming voor de overdracht maakt het erfpachtrecht niet onoverdraagbaar. De Gemeente is bereid om de percelen van Wellant tegen de (marktconforme) inbrengwaarde te verwerven.
4.1.3
Op grond van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur (hierna: abbb) dienen alleen de belangen van Wellant als erfpachter, niet dus van TDM , te worden meegenomen. Naar het oordeel van de Gemeente blijft de gemaakte belangenafweging binnen de vrijheid die de overheid heeft om binnen de grenzen van het recht eigen beleidsmatige afwegingen te maken. Het materiële belang van Wellant is met name financieel en ziet op haar mogelijkheid om met TDM als de meest biedende partij in zee te gaan. Het belang van Wellant is gelegen in de verkoop van de erfpachtpercelen en het eigendomsperceel, tegen een marktconforme prijs. Nu de Gemeente bereid is om de erfpachtpercelen en het eigendomsperceel tegen een marktconforme prijs te verwerven, worden de belangen van Wellant niet geschaad.
4.1.4
Tegenover het belang van Wellant staat het belang van de Gemeente bij een integrale gebiedsontwikkeling.
4.1.5
Al het voorgaande in ogenschouw nemende dient het belang van de Gemeente tot integrale ontwikkeling van Nieuw Kralingen dan ook zonder meer zwaarder te wegen dan het louter financiële belang van Wellant bij een zo hoog mogelijke opbrengst bij verkoop.
4.1.6
De Gemeente handelt niet in strijd met het verbod van détournement de pouvoir. De Gemeente weigert de toestemming juist in het kader van de ruimtelijke verordening en een economische uitvoerbaarheid van de herontwikkeling van Nieuwe Kralingen. Hiertoe is de Gemeente op grond van de wet ook bevoegd.
4.1.7
Momenteel maakt Wellant geen gebruik van de locatie. Dit is in strijd met artikel 10 van de erfpachtakte en artikel 11 lid 1 sub d van de Algemene Bepalingen, waarin is bepaald dat Wellant het erfpachtperceel als onderwijslocatie dient te gebruiken. Wellant schiet derhalve op dit moment tekort in de nakoming van haar verplichtingen uit hoofde van de erfpachtovereenkomst. TDM is geen onderwijsinstelling en is derhalve niet in staat om na verwerving van het erfpachtrecht, het gebruik voort te zetten ten behoeve van onderwijsdoelstellingen. Mocht tot overdracht worden overgegaan dan kan TDM op grond van artikel 11 van de erfpachtakte niet eens tot herontwikkeling overgaan. Overigens heeft Wellant door het aangaan van een koopovereenkomst ook al in strijd gehandeld met de erfpachtvoorwaarden.
4.1.8
De conclusie is dat het onthouden van toestemming voor overdracht niet onredelijk is.

5..De beoordeling van het verzoek

5.1
Hoewel door de Gemeente aanvankelijk is gesteld dat Wellant niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, omdat de procedure op grond van de Algemene Bepalingen niet is afgerond en de rechtsgang naar de kantonrechter (nog) niet openstaat, heeft de Gemeente ter zitting aangegeven dat dit punt niet meer relevant is. De kantonrechter zal daarom hierop niet verder ingaan en zal overgaan tot inhoudelijke beoordeling van het verzoek.
5.2
Beoordeeld moet worden of de Gemeente het weigeren van toestemming tot overdracht van het erfpachtrecht heeft gebaseerd op redelijke gronden. Voor de beantwoording van deze vraag dienen op grond van de jurisprudentie de volgende criteria tot uitgangspunt te worden genomen.
5.3
Het weigeren van toestemming van overdracht of bestemmingswijziging van een erfpachtrecht of het verbinden van voorwaarden aan die toestemming is onredelijk:
I. Indien het gevolg van de weigering of de voorwaarde is dat het erfpacht onoverdraagbaar wordt, wat in strijd is met het goederenrechtelijk karakter van het erfpachtrecht;
II. Indien de grondeigenaar daarbij handelt in strijd met de bedoeling van de wetgever en voorwaarden stelt die geen verband houden met de betrokken rechtshandeling. Toestemming voor overdracht kan in beginsel geweigerd worden omdat de persoon van de opvolgend erfpachter dan wel het door die rechtsopvolger beoogde gebruik van de onroerende zaak niet overeenstemt met de afgesproken inhoud van het recht.
III. Indien de grondeigenaar of de erfpachter daarbij in strijd met de vestigingsakte en de algemene erfpachtvoorwaarden handelt.
5.4
De kantonrechter is allereerst van oordeel dat door het onthouden van toestemming voor de overdracht het erfpachtrecht niet onoverdraagbaar maakt. De Gemeente heeft immers aangegeven dat zij bereid is om de percelen van Wellant tegen de (marktconforme) inbrengwaarde te verwerven.
5.5
Op grond van artikel 10 van de erfpachtakte en artikel 11 lid 1 sub d van de Algemene Bepalingen, dient Wellant het erfpachtperceel als onderwijslocatie te gebruiken. Wellant schiet door de staking van haar schoolactiviteiten op de percelen tekort in de nakoming van haar verplichtingen uit hoofde van de erfpachtovereenkomst. Ook met haar voornemen om het erfpachtperceel over te dragen aan TDM , die geen onderwijsinstelling is en die dus ook niet in staat is om na verwerving van het erfpachtrecht het gebruik ten behoeve van onderwijsdoelstellingen voort te zetten, handelt zij in strijd met de erfpachtvoorwaarden. TDM wenst de percelen immers te gebruiken voor herontwikkeling van woningen. Deze opvolgend erfpachter wenst een andere bestemming aan het recht van erfpacht te geven, terwijl de bestemming van de percelen uitdrukkelijk is bedoeld als onderwijslocatie. Wellant handelt derhalve in meerdere opzichten in strijd met de erfpachtvoorwaarden, zodat toestemming voor overdracht in beginsel geweigerd kan worden.
5.6
Indien de grondeigenaar een overheidsorganisatie is, zoals hier het geval is, moet het handelen tevens worden getoetst aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur (HR:27 maart 1987, ECLI:NL:HR:1987:AG5565). Dat betekent onder meer dat de belangen van de erfpachter bij het besluit tot weigering aantoonbaar moeten zijn meegewogen.
5.7
Ten aanzien van deze belangenafweging is gebleken dat het belang van Wellant bij de afweging van belangen is meegewogen. Het belang van Wellant is financieel en ziet op haar mogelijkheid om met TDM als de meest biedende partij in zee te gaan. Het belang van Wellant is dus gelegen in de verkoop van de erfpachtpercelen en het eigendomsperceel, tegen een marktconforme prijs. Nu de Gemeente bereid is om de erfpachtpercelen en het eigendomsperceel tegen een marktconforme prijs te verwerven, worden de belangen van Wellant niet geschaad.
5.8
Tegenover het belang van Wellant staat het belang van de Gemeente bij een integrale gebiedsontwikkeling. Deze gebiedsontwikkeling vindt haar oorsprong reeds in 2005 toen de Gemeente een samenwerkingsovereenkomst is aangegaan met ERA / Heijmans om tot herontwikkeling van Nieuw Crooswijk te komen en vervolgens in 2007 voor de ontwikkeling van het plangebied Nieuw Kralingen. De samenwerking tussen de Gemeente en ERA / Heijmans is al in een vergevorderd stadium. Nog afgezien van het feit dat de Gemeente ernstige twijfels heeft bij het financiële vermogen en de haalbaarheid van de voorgenomen herontwikkeling door TDM ontbreekt ook een onderbouwing van de stelling van Wellant dat de door TDM voorgenomen ontwikkeling binnen de Gebiedsvisie zou passen. De kantonrechter acht het niet onbegrijpelijk dat vanwege de complexiteit van deze integrale opgave, de Gemeente de uitdrukkelijke wens heeft om de herontwikkeling van het plangebied in één hand te houden. De Gemeente heeft gelet hierop dan ook gerechtvaardigde belangen om haar toestemming te onthouden. Daar komt nog bij dat TDM het erfpachtperceel slechts wenst te verwerven in verband met een nagestreefde bestemmingswijziging van het erfpachtrecht. Van het handelen van de Gemeente in strijd met het verbod van détournement de pouvoir is dan ook niet gebleken. De Gemeente weigert de toestemming juist in het kader van de ruimtelijke verordening en een economische uitvoerbaarheid van de herontwikkeling van Nieuwe Kralingen. Hiertoe is de Gemeente op grond van de wet ook bevoegd. Daarbij heeft De Gemeente zowel een privaat- als een publiekrechtelijke rol. Het belang van de Gemeente tot integrale ontwikkeling van Nieuw Kralingen dient dan ook zwaarder te wegen dan het louter financiële belang van Wellant bij een zo hoog mogelijke opbrengst bij verkoop.
5.9
Anders dan in de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van 4 oktober 2018 (ECLI:NL:RBNHO:2018:8469) waar sprake is van een potentiële koper die op dezelfde voet als erfpachter wil gaan exploiteren, is TDM niet de koper die het gebruik wenst voort te zetten ten behoeve van onderwijsdoelstellingen. TDM wenst een andere bestemming aan het recht van erfpacht te geven. Ook om die reden dient een belangafweging in het voordeel van de Gemeente uit te vallen.
5.1
Gelet op het bovenstaande is de kantonrechter van oordeel dat de Gemeente het weigeren van toestemming tot overdracht van het erfpachtrecht heeft gebaseerd op redelijke gronden en dat zij dus Wellant de toestemming om het erfpachtrecht op het Kassencomplex aan TDM over te dragen heeft mogen weigeren.
5.11
Het verzoek van Wellant om vervangende machtiging te verlenen zal dan ook worden afgewezen.
5.12
Wellant zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten.

6..De beslissing

De kantonrechter,
wijst het verzoek af;
veroordeelt Wellant in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van de Gemeente vastgesteld op € 721,00 aan salaris voor de gemachtigde.
Deze beschikking is gegeven door mr. C .H. Kemp-Randewijk en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
821