Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
bijlage Iaan dit vonnis gehecht.
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van de eerste en tweede cumulatief/alternatief ten laste gelegde feiten;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 jaar met aftrek van voorarrest.
4.Inleiding
5.Waardering van het bewijs
De rechtbank kent in het bijzonder betekenis toe aan het gegeven dat de verklaringen van [naam medeverdachte 1] ook steun vinden in de verklaring van de verdachte ter terechtzitting afgelegd, voor zover dit het onderdeel betreft dat betrekking heeft op de wijze waarop zij zich gezamenlijk bij Ahrar al-Sham hebben aangesloten en daar geruime tijd gezamenlijk hebben opgetrokken.
gerechtelijk deskundigehaar bevindingen omtrent - kort gezegd - de aard van de organisaties Ahrar al-Sham en Jund al-Aqsa in het rapport van 5 oktober 2018 neergelegd. Voorts is dr. Jolen door de rechter-commissaris als deskundige gehoord en is de raadsvrouw (daar) in de gelegenheid gesteld – en zij heeft ook van die gelegenheid gebruik gemaakt – om dr. Jolen vragen te stellen en haar rapport op betrouwbaarheid en deskundigheid te toetsen.
De verdachte heeft verklaard dat hij anderhalf tot twee jaar lid is geweest van Ahrar al-Sham en dat hij een training heeft gevolgd, die bestond uit sporten. Ook heeft de verdachte verklaard dat hij met [naam medeverdachte 1] , na hun tijd bij Ahrar al-Sham, gedurende een korte periode een woning heeft gedeeld in de plaats Sarmin. De verdachte heeft ontkend deel te hebben genomen aan de organisatie Jund al-Aqsa. De verdachte heeft daarnaast verklaard dat hij zich gedurende zijn verblijf bij Ahrar al-Sham heeft bezig gehouden met het verlenen van humanitaire hulp.
verschijningsvormen, in onderling verband en samenhang bezien, worden aangemerkt als zijnde zozeer gericht op het deelnemen aan voornoemde organisaties, het daarin een aandeel hebben en het verwezenlijken van criminele oogmerken van die organisaties dat het niet anders kan zijn dan dat zijn opzet daarop ook gericht is geweest.
‘sectarian hatred’die zij delen met bondgenoot Jabhat al-Nusra. De strijd tegen het regime van Assad werd door de groep gezien als een religieuze strijd. Dit blijkt onder andere uit de militaire acties/operaties van de groep die naast het Assad-regime, VSL brigades, Koerden en Islamitische Staat, óók tegen de Alawitische en sjiitische burgerbevolking zijn gericht. In 2016 stelt Amnesty International dat in Idlib groepen waaronder Ahrar al-Sham ‘
have imposed a strict interpretation of Shari’a and imposed punitive measures on perceived infractions.’
to liberate”vier dorpen van de tien, die doelwit waren van het offensief. In ten minste drie van deze vier dorpen werden ongewapende burgers “
unlawfully killed”. Ahrar al-Sham zou de operatie mede hebben gefinancierd. Ook was Ahrar al-Sham betrokken bij de gijzeling en ontvoering van burgers. Bij de slag om Sahil in augustus 2013 zijn burgers gegijzeld door onder andere ISIL. In september 2013 zou de controle over de gijzelaars zijn overgedragen aan Ahrar al-Sham. In haar rapport van 12 februari 2014 meldt IICISAR dat 120 van de gegijzelden in handen zouden zijn van Ahrar al-Sham.
bijlage IIheeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder de eerste en tweede cumulatief/alternatief ten laste gelegde feiten heeft begaan op die wijze dat:
sAhrar al-Sham enJund al-Aqsa, welke organisatie
stot oogmerk hebben het
enmiddelen tot het plegen van het misdrijf aan
hij wist dat zij bestemd waren tot
6.Strafbaarheid feiten
7.Strafbaarheid verdachte
8.Motivering van de straf
De verdachte is in juli 2013 via Turkije uitgereisd naar Syrië. Hij heeft zich gedurende een lange tijd opeenvolgend schuldig gemaakt aan deelname aan de terroristische organisaties Ahrar al-Sham en Jund al-Aqsa, en heeft zich aldus bij de gewapende strijd aangesloten.
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
47, 57, 96, 140a, 157, 176a, 176b, 288a, 289 van het Wetboek van Strafrecht, alsmede
26 en 55 van de Wet wapens en Munitie.
10.Bijlagen
11.Beslissing
eerste en tweede cumulatief/alternatieften laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) jaar;