3.1[verzoeker] heeft, naast een voorlopige voorziening voor de duur van de procedure, verzocht bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren beschikking:
de opzegging d.d. 29 oktober 2018 te vernietigen ex artikel 7:681 lid 1 BW,
ABN AMRO te veroordelen om [verzoeker] binnen 48 uur na betekening van de te geven beschikking toegang te (doen of laten) verlenen tot de werkplek en hem in staat te stellen zijn gebruikelijke werkzaamheden als [naam functie] te verrichten, op straffe van verbeurte van een door ABN AMRO aan [verzoeker] te betalen dwangsom van € 250,- per dag voor elke dag dat ABN AMRO nalatig is aan deze veroordeling te voldoen,
ABN AMRO te veroordelen aan [verzoeker] te betalen het loon van € 3.731,67 bruto per maand vanaf 29 oktober 2018 tot de dag dat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig is geëindigd, te vermeerderen met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW en de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW telkens wanneer dit loon niet tijdig, te weten op de laatste dag van de betreffende periode, is voldaan, en
ABN AMRO te veroordelen tot verstrekking aan [verzoeker] van (een) schriftelijke en deugdelijke bruto/netto specificatie(s) waarin het bedrag en de betaling van het verschuldigde onder c is verwerkt, op straffe van een dwangsom van € 100,- per dag voor elke dag dat ABN AMRO na betekening van de te geven beschikking nalatig is hieraan te voldoen, tot een maximum van € 10.000,-, danwel
subsidiair:
ABN AMRO te veroordelen tot betaling aan [verzoeker] van een billijke vergoeding ex artikel 7:681 lid 1 BW van € 250.000,- bruto of zoveel meer of minder als de kantonrechter in goede justitie meent te moeten toewijzen,
ABN AMRO te veroordelen tot betaling aan [verzoeker] van de gefixeerde schadevergoeding ex artikel 7:672 lid 10 BW groot € 19.963,- bruto,
ABN AMRO te veroordelen tot betaling aan [verzoeker] van de transitievergoeding ex artikel 7:673 BW groot € 57.795,- bruto,
ABN AMRO te veroordelen tot betaling aan [verzoeker] van de wettelijke rente over de onder a tot met c genoemde bedragen vanaf 29 oktober 2018, althans vanaf datum opeisbaarheid, tot aan de dag der algehele voldoening, en
ABN AMRO te veroordelen tot verstrekking aan [verzoeker] van een schriftelijke en deugdelijke bruto/netto specificatie waarin het bedrag en de betaling van het verschuldigde onder a tot en met d is verwerkt, op straffe van een dwangsom van € 100,- per dag voor elke dag dat ABN AMRO na betekening van de te geven beschikking nalatig is hieraan te voldoen, tot een maximum van € 10.000,-, danwel
ABN AMRO te veroordelen tot betaling aan [verzoeker] van de verschuldigde transitievergoeding ex artikel 7:673 lid 1 sub a onder 1 en/of lid 8 BW groot € 57.795,- bruto danwel een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen gedeelte van deze transitievergoeding,
ABN AMRO te veroordelen tot verstrekking aan [verzoeker] van een schriftelijke en deugdelijke bruto/netto specificatie waarin het bedrag en de betaling van het verschuldigde onder a is verwerkt, op straffe van een dwangsom van € 100,- per dag voor elke dag dat ABN AMRO na betekening van de te geven beschikking nalatig is hieraan te voldoen, tot een maximum van € 10.000,-, en
ABN AMRO te veroordelen tot betaling aan [verzoeker] van de wettelijke rente over het onder a genoemde bedrag vanaf 29 oktober 2018 tot aan de dag der algehele voldoening, en
zowel primair, als subsidiair als meer subsidiair:
ABN AMRO te veroordelen tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten van € 1.352,95 en haar te veroordelen in de kosten van de procedure alsook in de nakosten.