ECLI:NL:RBROT:2019:1219

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
19 februari 2019
Publicatiedatum
18 februari 2019
Zaaknummer
KTN-7429212_19022019
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst en toekenning schadevergoeding wegens ernstig verwijtbaar gedrag van werknemer

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 19 februari 2019 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen Human Forza Group B.V. en een werknemer, aangeduid als [verweerster]. Human Forza verzocht de ontbinding op grond van ernstig verwijtbaar handelen van de werknemer, die onder haar duiven zou hebben geschoten door een kandidaat voor een functie bij een opdrachtgever buiten de organisatie om te bemiddelen. De werknemer had een concurrentiebeding en andere bedingen in haar arbeidsovereenkomst, die zij naar het oordeel van de kantonrechter had geschonden. De kantonrechter oordeelde dat de werknemer zich ernstig verwijtbaar had gedragen, wat leidde tot de ontbinding van de arbeidsovereenkomst per 1 maart 2019. Tevens werd de werknemer veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding van € 11.964,00 aan Human Forza, te vermeerderen met wettelijke rente. Het concurrentiebeding werd gedeeltelijk vernietigd, zodat de werknemer na beëindiging van het dienstverband onder bepaalde voorwaarden werkzaamheden kon verrichten in de staal- en constructiebranche. De kantonrechter wees het verzoek van de werknemer om de schadevergoeding te beperken af, en oordeelde dat Human Forza geen laster had gepleegd door te stellen dat de werknemer fraude had gepleegd. De proceskosten werden toegewezen aan Human Forza.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 7429212 VZ VERZ 18-25696
uitspraak: 19 februari 2019
beschikking van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Human Forza Group B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
verzoekster,
verweerster in het tegenverzoek,
gemachtigde: mr. P.G. Gilhuis,
tegen
[verweerster],
wonende te Barendrecht,
verweerster,
verzoekster in het tegenverzoek,
gemachtigde: mr. D. Vermaat.
Partijen worden hierna aangeduid als “Human Forza” en “[verweerster]”.

1.Het verloop van de procedure

1.1
Van de volgende processtukken is kennisgenomen:
  • het verzoekschrift van Human Forza, met producties 1 tot en met 7;
  • de aanvullende producties 8 tot en met 24 van Human Forza;
  • het verweerschrift van [verweerster], tevens tegenverzoek, met producties 1 tot en met 3;
  • de aantekeningen van de zitting, met de pleitnota van de gemachtigde van Human Forza en de spreekaantekeningen van [verweerster].
1.2
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 22 januari 2019. Human Forza heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. Gilhuis, in het bijzijn van [directeur], directeur grootaandeelhouder van Human Forza. [verweerster] is verschenen, bijgestaan door
mr. Vermaat.
1.3
De datum van de uitspraak van de beschikking is bepaald op heden.

2.De feiten

In deze procedure wordt uitgegaan van de volgende feiten:
2.1
Human Forza biedt dienstverlening aan op het gebied van human capital. Dit houdt in dat zij in opdracht van ondernemingen en instellingen werkzaamheden verricht ten aanzien van de instroom, doorstroom en uitstroom van personeel.
2.2
Op grond van een tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst werkt [verweerster] sinds
1 januari 2008 als senior consultant bij Human Forza. Uit hoofde van haar functie houdt [verweerster] zich bezig met de werving, selectie en detachering van personeel, alsmede met interim management, voor opdrachtgevers in de staal en constructie branche. In de arbeidsovereenkomst is een geheimhoudingsbeding, een nevenactiviteitenbeding, een relatiebeding en een concurrentiebeding opgenomen.
Het concurrentiebeding luidt als volgt:
“Het is de werknemer verboden zonder schriftelijke toestemming van werkgeefster
gedurende twee jaar na het einde van de dienstbetrekking, binnen een straal van
50 km vanaf de standplaats van de werkgeefster, direct of indirect betrokken te
zijn, onderzoek te verrichten of een financieel belang te hebben bij, danwel
advies te geven of diensten te verlenen of (neven) werkzaamheden te verrichten
bij een onderneming of instelling.”
Het relatiebeding luidt als volgt:
“Het is de werknemer niet toegestaan om gedurende een periode van twee jaar na
beëindiging van het dienstverband op enige wijze zakelijke betrekkingen aan te
gaan of te onderhouden met cliënten of relaties van werkgeefster.”
2.3
Op 2 juli 2018 heeft [verweerster] namens Human Forza aan The PFF Group te Klundert (hierna: PFF) een offerte doen toekomen voor het werven en selecteren van personeel. Daarvoor is in de offerte een tarief vermeld van 20% op basis van no cure no pay en per kalenderjaar, met als grondslag het totaal bruto jaarsalaris.
2.4
[verweerster] heeft bemiddeld tussen PFF en een kandidaat voor de functie van accountmanager. Dit heeft uiteindelijk geleid tot plaatsing van de kandidaat in die functie bij PFF.
2.5
Bij factuur d.d. 31 juli 2018 heeft Dutch Industry € 8.973,00 exclusief btw (€ 10.857,33 inclusief btw) bij PFF in rekening gebracht. Op de factuur is vermeld
“werving en selectie fee 15%”.Dutch Industry is een handelsnaam van een b.v. waarvan de echtgenoot van [verweerster] directeur grootaandeelhouder is.
2.6
Op 3 december 2018 heeft bij Human Forza een gesprek plaatsgevonden, waarbij [verweerster] om opheldering is gevraagd over de plaatsing van de kandidaat bij PFF. In dat gesprek heeft [verweerster] erkend de kandidaat uiteindelijk niet via en voor rekening van Human Forza te hebben geplaatst bij PFF. [verweerster] is vervolgens geschorst voor het uitvoeren van haar werkzaamheden.
2.7
Bij brief van 7 december 2018 heeft Human Forza de schorsing van [verweerster] aan haar bevestigd. Daarbij is meegedeeld dat ook uit gesprekken met andere klanten gebleken is dat zij onder de duiven van Human Forza schiet. Voorts is meegedeeld dat de kantonrechter verzocht zal worden de arbeidsovereenkomst te ontbinden en dat [verweerster] aansprakelijk wordt gehouden voor alle schade.

3.Het verzoek en het tegenverzoek

het verzoek
3.1
Human Forza verzoekt bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
de arbeidsovereenkomst tussen partijen te ontbinden op de voet van primair artikel 7:669 lid 3 sub e van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) en subsidiair artikel 7:669 lid 3 sub g BW;
bij het bepalen van de einddatum van de arbeidsovereenkomst geen rekening te houden met de opzegtermijn;
te bepalen dat [verweerster] ernstig verwijtbaar heeft gehandeld en dientengevolge geen recht heeft op transitievergoeding;
[verweerster] te gebieden zich te houden aan het in de arbeidsovereenkomst vermelde geheimhoudings-, nevenactiviteiten-, relatie- en concurrentiebeding;
[verweerster] te veroordelen voor iedere overtreding van deze geboden tot betaling aan Human Forza van een dwangsom van € 1.000,00 voor elke overtreding daarvan vanaf de datum van betekening van de in deze te wijzen beschikking, te vermeerderen met € 250,00 voor iedere dag of een gedeelte daarvan dat de overtreding voortduurt;
[verweerster] te veroordelen tot betaling aan Human Forza van een bedrag van
€ 14.250,00 wegens de door deze tot nu toe geleden schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf datum verzoekschrift tot aan de dag van algehele betaling;
7. [verweerster] te veroordelen in de proceskosten.
3.2
Aan het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst legt Human Forza - zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang - ten grondslag dat [verweerster] zich ernstig verwijtbaar heeft gedragen door onder haar duiven te schieten. [verweerster] heeft onder meer een in opdracht van PFF geselecteerde kandidaat voor de functie van accountmanager niet op naam van Human Forza bij die opdrachtgever geplaatst, maar op eigen naam via een vennootschap van haar echtgenoot. Daardoor heeft [verweerster] tevens gehandeld in strijd met de in de arbeidsovereenkomst vermelde geheimhoudings-, nevenactiviteiten-, relatie- en concurrentiebedingen. Human Forza heeft schade opgelopen, want zij is de beloning van PFF voor het plaatsen van de accountmanager misgelopen. Deze bedraagt € 14.250,00, zijnde 20% van het jaarsalaris van (naar schatting) € 71.280,00 van de geacquireerde accountmanager.
3.3
[verweerster] voert verweer hiertegen en concludeert - zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang - primair tot afwijzing van de verzoeken en subsidiair, voor zover het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst wordt toegewezen, uitdrukkelijk te bepalen dat de ontbinding niet te wijten is aan haar, en bij het bepalen van de einddatum rekening te houden met de opzegtermijn, onder toekenning van de transitievergoeding van
€ 11.439,00 bruto alsmede een billijke vergoeding van € 50.000,00 bruto, althans in goede justitie te bepalen bedragen. Met veroordeling van Human Forza in de proceskosten.
het tegenverzoek
3.4
[verweerster] verzoekt bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1. primair:
het concurrentiebeding gedeeltelijk te vernietigen, zodat het haar zal zijn
toegestaan om direct na beëindiging van het dienstverband met Human Forza
werkzaamheden te verrichten, niet zijnde werving en selectieactiviteiten in de staal en constructie branche, ook binnen een straal van 50 km vanaf de standplaats van Human Forza, alsmede om na zes maanden na beëindiging van het dienstverband met Human Forza tevens werkzaamheden te mogen verrichten op het gebied van werving en selectie in de staal en constructie branche, ook binnen een straal van 50 km vanaf de standplaats van Human Forza.
subsidiair:
om aan haar een vergoeding naar billijkheid van € 7.480,68 netto toe te kennen voor de periode waarin het concurrentiebeding haar belemmert om anders dan in dienst van Human Forza werkzaam te zijn;
2. te bepalen dat het Human Forza niet is toegestaan om een bedrag van € 14.250,00 te verrekenen met het loon van [verweerster], doch slechts een bedrag van € 8.973,00 minus de reeds door Human Forza verrekende bedragen;
3. Human Forza te gebieden om binnen twee dagen na betekening van de in deze procedure te wijzen beschikking iedere mededeling omtrent de vermeende fraude gepleegd door [verweerster] te staken en gestaakt te houden, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 5.000,00, althans een dwangsom in goede justitie te bepalen, per overtreding van dit gebod;
4. Human Forza te veroordelen in de proceskosten.
3.5
Aan het verzoek onder 1 legt [verweerster] - zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang - ten grondslag dat het concurrentiebeding te breed is geformuleerd, omdat het haar verbiedt om gedurende twee jaar te werken binnen een straal van 50 kilometer van Human Forza. In welke functie dan ook. De belangen van Human Forza bij handhaving hiervan wegen minder zwaar dan de belangen van [verweerster] bij gedeeltelijke vernietiging van het concurrentiebeding. Het functionele en geografische bereik, alsmede de tijdsduur van het concurrentiebeding dient te worden gematigd.
3.6
Wat het verzoek onder 2 betreft, stelt [verweerster] dat de schade van Human Forza niet
€ 14.250,00 bedraagt, maar € 8.973,00 exclusief btw, want dat bedrag heeft [verweerster] in rekening gebracht bij PFF voor de plaatsing van de accountmanager.
3.7
Aan het verzoek onder 3 legt [verweerster] ten grondslag dat Human Forza jegens haar een onrechtmatige daad pleegt door aan klanten mee te delen dat zij fraude heeft gepleegd, althans frauduleus zou hebben gehandeld. Dat is lasterlijk. Zij heeft geen fraude gepleegd. Door de handelwijze lijdt [verweerster] schade.
3.8
Human Forza voert verweer hiertegen.
3.9
De stellingen van partijen naar aanleiding van het verzoek en het tegenverzoek worden voor zover nodig in het kader van de beoordeling van de verzoeken nader besproken.

4.De beoordeling

het verzoek
4.1
Op grond van artikel 7:671b lid 1 BW gelezen in samenhang met artikel 7:669 lid 1 BW kan de kantonrechter op verzoek van de werkgever de arbeidsovereenkomst ontbinden indien daar een redelijke grond voor is en herplaatsing van de werknemer binnen een redelijke termijn, al dan niet met behulp van scholing, in een andere passende functie niet mogelijk is of niet in de rede ligt en er geen opzegverboden gelden. Dat laatste is hier niet aan de orde.
4.2
Het verzoek is primair gestoeld op artikel 7:669 lid 3 sub e BW. In dit verband wordt door Human Forza gesteld dat [verweerster] onder haar duiven heeft geschoten. Dat het laatste is gebeurd staat vast. Immers, [verweerster] heeft een werkzoekende die eerder al eens door Human Forza naar werk is bemiddeld in contact gebracht met PFF in verband met een vacature voor de functie van accountmanager bij PFF, welk bedrijf [verweerster] uit hoofde van haar functie bij Human Forza onder handen had. Uit het verhandelde ter zitting blijkt dat zij de kandidaat in het systeem van Human Forza heeft verwerkt als zijnde afgewezen. Vervolgens heeft zij de kandidaat toch bemiddeld naar de genoemde functie. Als vermeld onder 2.5 is hiervoor een bedrag van € 8.973,00 exclusief btw bij PFF in rekening gebracht, die dat bedrag heeft betaald. Dit is buiten Human Forza om gegaan. [verweerster] erkent zodoende een misstap te hebben begaan, maar met die kwalificatie bagatelliseert zij het voorval. Met Human Forza is de kantonrechter van oordeel dat voormelde handelwijze ernstig verwijtbaar is. Dat de naar werk begeleidde kandidaat een bekende van [verweerster] was, doet niet af aan de mate van verwijtbaarheid. Evenmin doet daaraan af het aangevoerde dat PFF niet bereid zou zijn geweest om de fee van 20% te betalen die Human Forza hanteert. Dat laatste is weersproken door Human Forza en voorts is het niet voor de hand liggend dat PFF niet 20% wilde betalen nu zij wel bereid is geweest om een fee van 15% te betalen. Daarbij komt dat Human Forza ter zitting heeft gesteld dat zij uiteraard bereid zou zijn geweest om wat te zakken met haar tarief, als zij zou hebben geweten dat dit een punt was bij PFF. Zij heeft dit echter niet geweten, want [verweerster] heeft haar nimmer hiervan op de hoogte gesteld.
4.3
Gebruik is gemaakt van het netwerk van Human Forza, waar [verweerster] uit hoofde van haar functie toegang toe had, om vervolgens buiten Human Forza om te bemiddelen voor persoonlijk gewin ten koste van Human Forza. Zoals gezegd is deze handelwijze ernstig verwijtbaar. Daarom kan van Human Forza in redelijkheid niet worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Om die reden wordt de arbeidsovereenkomst dan ook ontbonden. Als verzocht zal daarbij niet de wettelijke opzegtermijn in acht worden genomen, maar een kortere. Op grond van artikel 7:671 lid 8 aanhef en onder b BW wordt het einde van de arbeidsovereenkomst bepaald op 1 maart 2019.
4.4
Daarnaast is Human Forza geen transitievergoeding verschuldigd, gelet op het bepaalde in artikel 7:673 lid 7 aanhef en onder c BW nu het einde van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen van [verweerster].
4.5
Onder 4 is verzocht [verweerster] te gebieden zich te houden aan het in de arbeidsovereenkomst vermelde geheimhoudings-, nevenactiviteiten-, relatie- en concurrentiebeding.
4.5.1
Wat het nevenactiviteitenbeding betreft, wordt overwogen dat dit geldt tijdens het dienstverband, maar niet daarna. Het verzoek wordt wat dit beding betreft afgewezen.
4.5.2
Anders wordt geoordeeld over de andere bedingen. Het verzoek om [verweerster] te gebieden zich daaraan te houden wordt toegewezen, met dien verstande dat het concurrentiebeding gedeeltelijk wordt vernietigd, waarover hieronder meer. Voor zover het concurrentiebeding in stand blijft, dient [verweerster] zich eraan te houden. Wat het onder 2.2 vermelde relatiebeding betreft, wordt overwogen dat hierin voldoende duidelijk is verwoord waarvan [verweerster] zich dient te onthouden. Het verweer op dit punt wordt dus niet gevolgd. Het moge duidelijk zijn dat het relatiebeding ziet op reeds bestaande cliënten of relaties van Human Forza.
4.6
Human Forza verzoekt de bedingen te versterken met een dwangsom. [verweerster] voert hiertegen aan dat een dreigende schending, als daarvan al sprake is, hetgeen wordt betwist, onvoldoende is om een dwangsom te stellen op overtredingen. Hierin wordt zij echter niet gevolgd. Gelet op de handelwijze van [verweerster] is er goede grond om te vrezen dat zij na beëindiging van het dienstverband te minder de belangen van Human Forza zal respecteren met het oog waarop de bedingen zijn overeengekomen. Daarom wordt [verweerster] veroordeeld tot betaling van dwangsommen in geval van overtreding van de bedingen, zij het dat deze worden gemaximeerd op € 50.000,00.
4.7
In strijd met en buiten de uitvoering van de arbeidsovereenkomst heeft voormelde handelwijze van [verweerster] plaatsgevonden. Zodoende heeft zij een onrechtmatige daad gepleegd. Dat Human Forza hierdoor schade heeft geleden wordt erkend, althans het aangevoerde dat Human Forza slechts € 8.973,00 exclusief btw mag verrekenen, zijnde de door PFF aan [verweerster] betaalde fee van 15%, impliceert een erkenning dat Human Forza schade heeft geleden door de handelwijze van [verweerster]. Dat die schade beperkt dient te worden tot het bedrag van € 8.973,00 wordt niet onderschreven. Immers, uit het verweer, waaronder het verhandelde ter zitting, komt naar voren dat PFF omhoog zat met de invulling van de functie van accountmanager, terwijl de kandidaat die met PFF in contact is gebracht graag weg wilde bij zijn toenmalige werkgever. Zoals door [verweerster] aangevoerd, kon de kandidaat zeer vlot geplaatst worden, hetgeen ook is gebeurd. Onder deze omstandigheden staat voldoende vast dat Human Forza haar fee van 20% had kunnen realiseren als de bemiddeling via haar had plaatsgevonden. Uitgaande van het bedrag dat [verweerster] heeft gefactureerd, had de opbrengst voor Human Forza dus € 11.964,00 kunnen zijn (€ 8.973,00 gedeeld door 15 maal 20). Dat bedrag wordt toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het verzoekschrift. Uiteraard strekken de inmiddels verrekende bedragen door inhouding van loon in mindering hierop.
het tegenverzoek
4.8
Als vermeld wordt het concurrentiebeding gedeeltelijk vernietigd. Reden daarvoor is dat het concurrentiebeding zoals dat thans luidt [verweerster] ook belet om niet-concurrerende werkzaamheden te verrichten binnen een straal van 50 kilometer. Dat is een te vergaande beperking, hetgeen ook Human Forza zich realiseert, gelet op de toevoeging in het verzoekschrift dat het beding ziet op concurrerende activiteiten bij een met Human Forza concurrerende onderneming of instelling. Het concurrentiebeding zal als verzocht door [verweerster] worden beperkt tot werving en selectieactiviteiten in de staal en constructie branche. Dit in combinatie met het relatiebeding biedt naar het oordeel van de kantonrechter enerzijds voldoende bescherming voor Human Forza en anderzijds voldoende ruimte voor [verweerster] om elders aan de slag te kunnen. Om die reden wordt in het concurrentiebeding niet opgenomen dat [verweerster] niet mag werken op de markt van interim management en detachering. Dat mag zolang het niet is voor genoemde branche en het geen bestaande cliënten of relaties van Human Forza betreft.
4.9
Het geografische bereik en de tijdsduur van het concurrentiebeding wordt in stand gelaten.
4.1
Gelet op het vorenstaande komt het concurrentiebeding waaraan [verweerster] zich dient te houden aldus te luiden:
“Het is [verweerster] verboden zonder schriftelijke toestemming van Human Forza
gedurende twee jaar na het einde van de dienstbetrekking, binnen een straal van
50 km vanaf de standplaats van Human Forza, direct of indirect betrokken te
zijn, onderzoek te verrichten of een financieel belang te hebben, danwel
advies te geven of diensten te verlenen of (neven) werkzaamheden te verrichten
bij een onderneming of instelling in de staal en constructie branche.”
4.11
In zoverre wordt het onder 1 primair verzochte toegewezen. Aan beoordeling van het onder 1 subsidiair verzochte wordt daarom niet toegekomen.
4.12
Het onder 2 verzochte wordt afgewezen. Zoals hierboven onder 4.7 is geoordeeld heeft Human Forza aanspraak op (het restant van) € 11.964,00.
4.13
Om begrijpelijke redenen is Human Forza nader onderzoek gaan verrichten, mede naar aanleiding van hetgeen zij op 3 december 2018 gehoord heeft van [verweerster]. Klanten zijn benaderd om vast te stellen of [verweerster] meermaals onder de duiven van Human Forza heeft geschoten. Voor zover Human Forza daarbij tegen klanten heeft gezegd dat [verweerster] fraude heeft gepleegd of frauduleus heeft gehandeld, valt dat haar niet euvel te duiden. Misschien is geen sprake fraude in strafrechtelijke zin, maar dat neemt niet weg dat Human Forza zich met reden bedrogen heeft gevoeld. Immers, [verweerster] heeft opzettelijk onrechtmatig gehandeld, waarbij zij een misleidende voorstelling van zaken heeft gegeven door de kandidaat in het systeem van Human Forza te verwerken als zijnde afgewezen, om vervolgens diezelfde kandidaat naar werk te bemiddelen tegen vergoeding. Dit alles ten nadele van Human Forza. Dat kan in het normale spraakgebruik als fraude worden betiteld en dat is, gelet op de handelwijze van [verweerster], niet bezijden de waarheid. Van smaad of laster door Human Forza is dus geen sprake. Daarom wordt het onder 3 verzochte afgewezen. Geen reden is er om Human Forza te gebieden om iedere mededeling omtrent fraude door [verweerster] te staken.
het verzoek en het tegenverzoek
4.14
[verweerster] wordt als de in overwegende mate in het ongelijk gestelde partij in de kosten veroordeeld, aan de zijde van Human Forza vastgesteld op € 952,00 aan griffierecht en
€ 721,00 aan salaris voor de gemachtigde.

5.De beslissing

De kantonrechter:
op het tegenverzoek
vernietigt het onder 2.2 vermelde concurrentiebeding gedeeltelijk;
bepaalt dat het tussen partijen geldende concurrentiebeding thans aldus luidt:
Het is [verweerster] verboden zonder schriftelijke toestemming van Human Forza
gedurende twee jaar na het einde van de dienstbetrekking, binnen een straal van
50 km vanaf de standplaats van Human Forza, direct of indirect betrokken te
zijn, onderzoek te verrichten of een financieel belang te hebben, danwel
advies te geven of diensten te verlenen of (neven) werkzaamheden te verrichten
bij een onderneming of instelling in de staal en constructie branche.
wijst af het meer of anders verzochte;
op het verzoek
ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen per 1 maart 2019;
gebiedt [verweerster] zich te houden aan het in de arbeidsovereenkomst vermelde geheimhoudings- en relatiebeding, alsmede aan het hierboven vermelde concurrentiebeding, op straffe van verbeurte van een aan Human Forza te betalen dwangsom van € 1.000,00 voor elke overtreding daarvan, te vermeerderen met € 250,00 voor iedere dag of een gedeelte daarvan dat de overtreding voortduurt, vanaf de datum van betekening van deze beschikking, met een maximum van € 50.000,00;
veroordeelt [verweerster] om aan Human Forza tegen kwijting te betalen € 11.964,00, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf 21 december 2018 tot aan de dag van algehele voldoening;
wijst af het méér of anders verzochte;
op het verzoek en het tegenverzoek
veroordeelt [verweerster] in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Human Forza vastgesteld op € 952,00 aan verschotten en € 721,00 aan salaris voor de gemachtigde;
verklaart deze beschikking vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. R. Kruisdijk en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
465