ECLI:NL:RBROT:2019:1182
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen besluit tot intrekking bijstandsuitkering
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 18 februari 2019 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van het beroep van eiseres tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen meerdere besluiten die betrekking hadden op haar bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet (Pw). Het primaire besluit 1, genomen op 12 december 2017, schorste haar bijstandsuitkering per 1 december 2017. Het primaire besluit 2, genomen op 8 februari 2018, trok haar recht op bijstandsuitkering in per 1 december 2017. Eiseres heeft echter pas tijdens de zitting op 14 januari 2019 aangevoerd dat zij het primaire besluit 2 nooit had ontvangen, wat door de rechtbank als strijdig met de goede procesorde werd beschouwd. De rechtbank oordeelde dat eiseres niet eerder bezwaar had gemaakt tegen het primaire besluit 2 en dat zij niet had aangetoond dat zij dit besluit niet eerder had kunnen aanvechten. Hierdoor werd het beroep niet-ontvankelijk verklaard.
De rechtbank concludeerde dat eiseres geen andere gronden had aangevoerd tegen het bestreden besluit dan de niet-ontvankelijkheid van het beroep. De rechtbank oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gedaan en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.