ECLI:NL:RBROT:2019:10946

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
7 november 2019
Publicatiedatum
24 september 2021
Zaaknummer
10/198946-19
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling tot taakstraf voor handelen in strijd met de Wet wapens en munitie

Op 7 november 2019 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van het voorhanden hebben van een vuurwapen van categorie III, in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie. De verdachte had op 17 augustus 2019 in Rotterdam een gaspistool van het merk/type Umarex Colt Government 1911 A1, kaliber 9 mm PAK, voorhanden gehad. De officier van justitie had een taakstraf van 150 uren geëist, waarvan 70 uren voorwaardelijk, maar de rechtbank oordeelde dat de verdachte een taakstraf van 50 uren moest krijgen. De rechtbank overwoog dat de verdachte het wapen had aangeboden op Marktplaats en het voor € 100,- had verkocht aan een opsporingsambtenaar. De verdachte had het wapen een dag eerder gekocht voor € 25,- en wilde winst maken. De rechtbank nam in overweging dat het bezit van een vuurwapen een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen met zich meebrengt. De verdachte had geen eerdere veroordelingen voor soortgelijke feiten en had zich de laatste jaren positief ontwikkeld. De rechtbank legde een taakstraf op van 50 uren, waarbij de Reclassering Nederland de werkzaamheden zou bepalen. De tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis had doorgebracht, werd in mindering gebracht op de taakstraf. De rechtbank sprak de verdachte vrij van andere tenlastegelegde feiten die niet bewezen waren.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10/198946-19
Datum uitspraak: 7 november 2019
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres verdachte] , [postcode verdachte] [woonplaats verdachte] ,
raadsman mr. D.A.Y. Jacques, advocaat te Rotterdam.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 7 november 2019.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. K. Pieters heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 150 uren subsidiair 75 dagen vervangende hechtenis, met aftrek van voorarrest, waarvan 70 uren voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Dit feit zal zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij op 17 augustus 2019 te Rotterdam
een wapen als bedoeld in art. 2 lid 1 Categorie III onder 1º van de Wet
wapens en munitie, te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1,
onder 3º van die wet in de vorm van een gaspistool van het merk/type Umarex Colt Government 1911 A1, kaliber 9 mm PAK, voorhanden heeft gehad;
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5..Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Het feit is dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7..Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feit waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van een niet compleet en niet functionerend gaspistool. De verdachte heeft het vuurwapen aangeboden op Marktplaats en voor € 100,- verkocht aan – zoals later bleek – een opsporingsambtenaar in het kader van een pseudokoop. De verdachte had naar eigen zeggen het vuurwapen een dag eerder gekocht voor € 25,- en wilde door de verkoop een snelle winst maken.
Het hoeft geen betoog dat het bezit (en het willen verkopen) van een vuurwapen een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen met zich brengt. Gegeven het feit dat met een zekere regelmaat dergelijke niet van echt te onderscheiden vuurwapens worden gebruikt voor het afdreigen van personen, heeft het ongecontroleerde bezit hiervan een zeer gevaarzettend karakter waartegen moet worden opgetreden.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 4 oktober 2019, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder (recent) is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
Reclassering Nederland heeft een vroeghulprapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 20 augustus 2019. Dit rapport houdt het volgende in.
Betrokkene is een 21-jarige jongeman die vijf jaar geleden met justitie in aanraking is gekomen. In het verleden was er sprake van opvoedingsproblemen in een zwakke
thuissituatie en persoonlijke problemen bij betrokkene vanwege ADHD. De laatste jaren heeft hij een verandering doorgemaakt. Betrokkene is zich gaan richten op school en werk en heeft zo zelfstandigheid bereikt en neemt verantwoordelijkheid. Er is nog wel steeds sprake van impulsiviteit en onrust in het gedrag. Betrokkene probeert dit zelf te beheersen. Wel erkent hij dat het delictgedrag voortkomt uit de impulsiviteit. Betrokkene zegt de laatste tijd voornamelijk zichzelf te trainen door te reflecteren en anderen te bevragen en dat hij probeert zijn gedrag steeds te verbeteren. Hij werkt nu sinds twee maanden bij een vleesfabriek, waar zijn oom ook werkt. Betrokkene heeft zich ingeschreven voor een voltijd schilderopleiding op MBO-niveau.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van het feit zal de rechtbank een taakstraf van na te noemen duur opleggen. Bij de bepaling van de duur van de taakstraf heeft de rechtbank acht geslagen op het gegeven dat het gaspistool niet compleet was en daardoor ook niet geschikt was om patronen mee af te vuren. Ook is acht geslagen op de positieve ontwikkeling die de verdachte sinds een aantal jaren zelfstandig aan zijn leven heeft gegeven. Inmiddels is de verdachte daadwerkelijk begonnen aan een schildersopleiding en is hij naast zijn studie werkzaam in een vleesfabriek. De rechtbank acht een voorwaardelijke straf zoals door de officier van justitie geëist dan ook niet opportuun.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straffen passend en geboden.

8..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 22c en 22d van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.

9..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10..Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een taakstraf voor de duur van
50 (vijftig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering wordt gebracht volgens de maatstaf van twee uren per dag, zodat na deze aftrek
44 (vierenveertig) urente verrichten taakstraf resteert;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
22 (tweeëntwintig) dagen;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte, dat bij eerdere beslissing is geschorst.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. A. Hello, voorzitter,
en mrs. J. Bergen en T. van den Akker, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. D.D.B. Reuter, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 7 november 2019.
De griffier en de oudste rechter zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 17 augustus 2019 te Rotterdam
een wapen als bedoeld in art. 2 lid 1 Categorie III onder 1º van de Wet
wapens en munitie, te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1,
onder 3º van die wet in de vorm van een pistool,
namelijk een gaspistool van het merk/type Umarex Colt Government
1911 A1, kaliber
9 mm PAK,
voorhanden heeft gehad;