ECLI:NL:RBROT:2019:10944
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Herstelvonnis inzake voorlopige hechtenis in strafzaak tegen verdachte
Op 24 januari 2019 heeft de Rechtbank Rotterdam een vonnis uitgesproken in de strafzaak tegen de verdachte, met parketnummer 10/191196-18. Dit vonnis, dat door de meervoudige kamer voor strafzaken is opgemaakt, bevatte een beslissing over de voorlopige hechtenis van de verdachte. Echter, in het oorspronkelijke vonnis is abusievelijk de beslissing op de voorlopige hechtenis niet opgenomen. Dit heeft geleid tot de noodzaak van een herstelvonnis. In het herstelvonnis, dat is vastgesteld op 23 september 2021, wordt de eerdere beslissing gecorrigeerd. De rechtbank heft het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte op, die eerder was geschorst. Het herstelvonnis is ondertekend door de voorzitter, mr. C.G. van de Grampel, en de griffier, mr. A. van den Bosch. Dit document is van belang voor de rechtsgang en de status van de verdachte, die geboren is in [geboorteplaats verdachte] en ingeschreven staat op het adres [adres verdachte] in [woonplaats verdachte]. De raadsvrouw van de verdachte, mr. Ö. Saki, heeft de verdachte bijgestaan in deze procedure. Het herstelvonnis is een cruciaal onderdeel van de rechtsgang, omdat het de juridische status van de verdachte verduidelijkt en de eerdere omissie corrigeert.