Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
[woonplaats verdachte] , Groot-Brittannië,
bijgestaan door mrs. P. America en E. de Witte, advocaten te Amsterdam.
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
De tekst van de tenlastelegging is als
bijlage Iaan dit vonnis gehecht.
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 20 maanden.
4.Ontvankelijkheid officier van justitie
in ieder gevalwaar het gaat om aanmerkelijke en opzettelijke vormen van illegaal middelengebruik. Te denken valt aan moedwillige overtredingen die leiden tot ernstig lichamelijk letsel of de dood van personen, of die ernstige gevolgen voor het milieu hebben. Ook ingeval van recidive ligt een strafrechtelijke aanpak in de rede. In het nog op te stellen handhavingsdocument zullen hierover concrete afspraken worden gemaakt.”
Wanneer Strafrecht?
- herhaalde overtredingen, alsmede bij
- overtredingen begaan door een criminele organisatie of
- overtredingen begaan met behulp van frauduleuze constructies of
- overtredingen waarbij ingrijpende dwangmiddelen nodig zijn om de overtreding te kunnen vaststellen.
- calculerend gedrag
- crimineel gedrag
- concurrentievervalsing.
- op basis van het opsporingsonderzoek is duidelijk geworden dat een deel van de door de verdachte ingevoerde gewasbeschermingsmiddelen was verpakt in dozen en/of flacons die op het etiket de naam en het kenmerk van een middels paralleltoelating toegelaten gewasbeschermingsmiddel vermeldden, terwijl de betreffende middelen niet afkomstig waren van de producent aan wie de toelating was verleend. Dit heeft geleid tot het vermoeden van het gebruikmaken van een frauduleuze constructie (dat wil zeggen het vermoeden dat de verdachte niet-toegelaten middelen op de markt heeft gebracht op basis van de verleende toelatingen);
- nu het vermoeden bestond dat de verdachte niet-toegelaten middelen op de markt heeft gebracht waarvan onduidelijk was welke mogelijke schadelijke gevolgen deze middelen konden hebben, werd een potentieel gevaar in het leven geroepen voor mens, dier en milieu;
- nu het vermoeden bestond dat de verdachte bewust gebruik heeft gemaakt van de reeds verleende toelatingen en geen toelatingsdossier heeft samenstellen voor de betreffende middelen, heeft de verdachte mogelijk kosten bespaard. Dit kan leiden tot concurrentievervalsing.
5.Waardering van het bewijs
- [naam] , bestuurder van [naam bedrijf 1] en [naam bedrijf 2] , als getuige te horen over de bestemming van de in beslag genomen gewasbeschermingsmiddelen en de wijze waarop de koop en levering van die goederen is geschied en met welk doel dit is gebeurd;
- onderzoek te laten verrichten naar de contramonsters van de in beslag genomen goederen om zodoende te kunnen onderbouwen dat de gewasbeschermingsmiddelen niet bestemd waren voor Polen omdat ze daar vanwege hun samenstelling niet verkoopbaar waren, en
- het openbaar ministerie onderzoek te laten doen naar de wijze van aankopen van gewasbeschermingsmiddelen in Polen door boeren uit Oekraïne.
productie, opslag of vervoer’ (in de Engelstalige versie: ‘production, storage or movement’) van gewasbeschermingsmiddelen voor gebruik in een derde land.
Verkoopvan gewasbeschermingsmiddelen in een lidstaat valt dus niet onder de werking van de genoemde uitzonderingsclausule. [naam verdachte rechtspersoon] heeft de gewasbeschermingsmiddelen ingevoerd om ze te verkopen in Polen, zo heeft de verdachte zelf verklaard ter terechtzitting. Dat degenen die in Polen de gewasbeschermingsmiddelen zouden afnemen mogelijk derdelanders zouden zijn, doet daarom niet ter zake.
6.Strafbaarheid feiten
7.Strafbaarheid verdachte
8.Motivering straf
9 oktober 2018 niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
Gelet op het vorenoverwogene en in het gegeven dat de redelijke termijn is overschreden, wordt aanleiding gezien de door de officier van justitie gevorderde gevangenisstraf aanzienlijk te matigen tot zes maanden en deze geheel voorwaardelijk op te leggen. Met de oplegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf wordt mede beoogd de verdachte ervan te weerhouden om dergelijke strafbare feiten in de toekomst nogmaals te plegen. De rechtbank ziet in de gedateerdheid van de feiten tevens aanleiding om de beoogd op te leggen geldboete van € 45.000,- te matigen tot € 40.000,-.
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
- 14a, 14b, 14c, 51 en 57 van de Wetboek van Strafrecht;
- 20 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden;
- 1a, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten, en
- 28 van de Verordening (EG) Nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van
10.Bijlagen
11.Beslissing
geldboete van € 40.000,- (veertigduizend euro), bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal te vervangen door
235 dagen hechtenis;
gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden;