1.4.Nadat het voornemen tot schorsing op 17 augustus 2017 was geuit en eiseres haar zienswijze daarop naar voren had gebracht, is primair besluit I genomen. Nadat het voornemen tot ontslag op 26 september 2017 was geuit en eiseres afzag van de mogelijkheid om haar zienswijze daarop naar voren te brengen, is primair besluit II genomen.
De primaire besluiten zijn, na bezwaar, bij het bestreden besluit gehandhaafd
.
2. Aan het ontslag legt verweerster ten grondslag dat er redenen zijn van gewichtige aard als bedoeld in artikel 10.b.3, aanhef en onder 12, van de CAO Voortgezet Onderwijs 2016-2017 (CAO VO), die gelegen zijn in een onoverbrugbaar verschil van inzicht over het uitvoeren van de functie en/of een onherstelbaar verstoorde arbeidsrelatie. Verweerster ziet in de wijze van communicatie en bejegening van eiseres, zich onder meer uitend in intimiderend, kwetsend en op punten aanvallend e-mailverkeer, een onverenigbaarheid met de werkwijze en samenwerking die van een goed werknemer in het onderwijs mag worden verwacht. Volgens verweerster heeft eiseres ouders ongepast gekwalificeerd nadat er klachten waren gekomen. Verder heeft eiseres geen reflecterend vermogen omdat ze niet inziet dat ze, ondanks dat ze heeft aangegeven dat ze een vrij strakke pen hanteert, bij herhaling een grens overschrijdt. Op de hoorzitting gaf eiseres er geen blijk van zich dit voldoende te realiseren en toonde zij evenmin de bereidheid om dit gedrag te veranderen. De bezwaar- en beroepscommissie Onderwijsgroep Galilei betreurt het dat eiseres voorafgaand aan het voorstel van 7 juli 2017 niet duidelijk is gewezen op de gevolgen van haar gedragingen, maar heeft hierin geen reden gezien te adviseren tot gegrondverklaring van het bezwaar. Terugkeer van eiseres acht verweerster niet reëel omdat van haar niet kan worden gevergd dat zij de weerstand die tegen een werknemer breed wordt gedragen “breekt”. Een goede samenwerking is volgens verweerster van evident belang om te kunnen zorgen voor een veilig schoolklimaat en voortzetting van het dienstverband zou dat doel in gevaar brengen.
De stelling van eiseres dat het ontslag uit de duim is gezogen en is ingegeven door politieke redenen verband houdende met de gang van zaken bij de GMR, volgt verweerster niet. Verweerster ziet in de opstelling van eiseres na 7 juli 2017 in ieder geval een onherstelbaar verstoorde arbeidsrelatie.
3. Ter zitting heeft verweerster door het overleggen van de Statuten en de inschrijving bij de Kamer van Koophandel aangetoond dat de Stichting Onderwijsgroep Galilei een eenhoofdige bestuurder heeft in de persoon van [persoon 1] en dat er geen sprake is van mandaat, zodat hij bevoegd is tot het nemen van zowel de primaire besluiten als het bestreden besluit.
4. Volgens eiseres zijn er geen redenen van gewichtige aard om tot ontslag over te gaan. Eiseres wijst naar vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep (de Raad), waarin is bepaald dat redenen van gewichtige aard in overwegende mate betrekking hebben op de persoon van betrokkene en diens directe werksituatie en dat deze ontslaggrond ook kan worden toegepast wanneer er sprake is van een impasse die redelijkerwijs slechts kan worden doorbroken door beëindiging van de dienstbetrekking. Eiseres voert aan dat zij in alle jaren dat ze bij [bedrijf] heeft gewerkt nooit enige klacht heeft gehad over de wijze waarop ze haar functie heeft uitgeoefend. Haar functionerings- en beoordelingsdossier en de overige stukken waarnaar eiseres verwijst, waren lovend dan wel bevatten geen kritiek. Evenmin is er volgens eiseres sprake van een onherstelbaar verstoorde arbeidsrelatie, omdat er geen conflicten zijn of zijn geweest. Eiseres herkent de stelling van verweerster niet dat in verband met incidenten in afgelopen jaren gesprekken met haar gevoerd zijn en steeds naar oplossingen is gezocht. Eiseres vestigt er de aandacht op dat een groot aantal van de verklaringen over de samenwerking met haar pas zijn opgesteld tussen eind augustus 2017 en eind september 2017, nadat eiseres het voorstel van 7 juli 2017 niet had geaccepteerd. Indien er sprake zou zijn van een impasse, wat eiseres ontkent, dan had het volgens eiseres op de weg van verweerster gelegen om tot mediation over te gaan, maar deze mogelijkheid is niet besproken. Het ontslag is voor eiseres volledig uit de lucht komen vallen en is niet voorzienbaar geweest, mede gelet op het positieve functioneringsgesprek van 2 juni 2017.
Deze beroepsgrond slaagt.