ECLI:NL:RBROT:2018:9408
Rechtbank Rotterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wraking van rechters in bestuursrechtelijke procedure
Op 15 november 2018 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een wrakingsprocedure. Verzoeker had op 26 oktober 2018 een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. C.A.F. van Ginneken, de behandelend rechter in een eerdere procedure. Het verzoek werd buiten behandeling gelaten wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid. De wrakingskamer oordeelde dat het verzoek te laat was ingediend, aangezien verzoeker op 13 september 2018 op de hoogte was gesteld dat mr. Van Ginneken de behandelend rechter zou zijn. De rechter had op 2 oktober 2018 uitspraak gedaan in een andere zaak waarbij verzoeker betrokken was, en het wrakingsverzoek werd pas op 26 oktober 2018 ingediend. De wrakingskamer benadrukte dat de termijn voor het indienen van een wrakingsverzoek kort dient te zijn en dat verzoeker niet tijdig heeft gereageerd op de bekendmaking van de feiten die tot het verzoek leidden. De wrakingskamer heeft ook aangegeven dat de wet niet toestaat dat een gewraakte rechter verplicht wordt om op de zitting van de wrakingskamer aanwezig te zijn. De rechtbank heeft het verzoek tot wraking van de rechters van de wrakingskamer en het verzoek tot wraking van mr. C.A.F. van Ginneken afgewezen.