Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
[eiser 3],
[eiser 4],
[eiser 5],
[eiser 6], en
[eiser 7],
DE STAAT DER NEDERLANDEN,meer bijzonder
het Ministerie van Veiligheid en Justitie,meer bijzonder
de Hoofdofficier van Justitie bij het Openbaar Ministerie arrondissementsparket Rotterdam,
DE STAAT DER NEDERLANDEN,meer bijzonder
het Ministerie van Veiligheid en Justitie,meer bijzonder
de Korpschef van de Politie Rotterdam-Rijnmond, en
DE STAAT DER NEDERLANDEN,meer bijzonder
het Ministerie van Veiligheid en Justitie,meer bijzonder
de Korpsbeheerder van de Politie Rotterdam-Rijnmond,
1.Het verloop van de procedure
- de dagvaarding;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek, met producties;
- de conclusie van dupliek, met productie.
2.Het geschil
een ander dan eiser sub 3, kantonrechter] en diens gezinsleden. Zij hebben sinds 2016 meerdere malen geweldsdelicten jegens eisers dan wel een deel van hen gepleegd. Ondanks de daarop gedane aangiften en het ter zake voorhanden bewijs (beeldmateriaal en getuigen) hebben gedaagden, die, in de ogen van eisers, uit hoofde van hun functie verantwoordelijk zijn voor de veiligheid van burgers, geen of geen adequate stappen ondernomen om de strafbare feiten een halt toe te roepen en de mogelijke daders op te sporen en voor de rechter te brengen. Op die wijze maken gedaagden zich direct alsook indirect schuldig aan het plegen van nieuwe strafbare feiten en het in stand houden van de geweldsdelicten, die niet alleen het leefmilieu van eisers raken maar ook dat van de buurtbewoners. Na het meest recente geweldsincident jegens eiser sub 4, waarbij de daders zijn herkend door onafhankelijke getuigen, heeft de politie wederom geen actie ondernomen en medegedeeld dat zij niet meer zal afkomen op meldingen die binnen de familie spelen, dat zij het probleem binnen de familie niet kan oplossen en dat zij ook niet kan voorkomen dat daarbij wordt gezocht naar wapens. Hiermee is duidelijk dat gedaagden bewust strafbare feiten binnen deze familie niet als prioriteit zien en dat men binnen de familie strafbare feiten jegens elkaar kan begaan zonder dat ter zake wordt ingegrepen door politie en justitie. Door dit niet, niet adequaat of, in de ogen van eisers, partijdig handelen van gedaagden neemt de ernst van het geweld verder toe en lijden eisers schade, door hen gesteld op € 200,- per persoon aan immateriële schade.
3.De beoordeling
meer als doel [heeft] aandacht te trekken’.