Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift, binnengekomen ter griffie op 19 september 2018, met bijlagen;
- het verweerschrift, binnengekomen ter griffie op 5 oktober 2018, met bijlagen;
- de brief van 10 oktober 2018 van [naam verzoekster 1] , met één productie;
- de pleitaantekeningen van [naam verzoekster 1] ;
2.De feiten
€ 354,88 netto per maand.
1 juni 2018.
De functie die [naam verweerster 1] bekleedde bracht onder andere een financiële verantwoordingsplicht met zich mee. Gebleken is dat de cijfers die zijn gepresenteerd aan het hoofdkantoor onjuist zijn. [naam verweerster 1] heeft frauduleus gehandeld door de financiële resultaten – al dan niet samen met de voormalige [naam functie 1] – gunstiger voor te stellen dan dat zij daadwerkelijk zijn, tenminste zij heeft niet ingegrepen.
4.Het verweer en het tegenverzoek
heer [naam 1] , de arbeidsverhouding is verstoord. Zij refereert zich dan ook aan het oordeel van de kantonrechter op dit punt, maar meent wel dat zij bij ontbinding in aanmerking komt voor een transitievergoeding en een billijke vergoeding. Primair dienen deze vergoedingen te worden berekend op basis van het salaris vermeerderd met de ten onrechte maandelijks ingehouden reiskostenvergoeding. Het salaris bedraagt € 3.583,13 bruto en de reiskostenvergoeding € 354,88 netto, zijnde bruto een bedrag van € 4.183,09 per maand. Dit komt neer op een transitievergoeding van € 6.972,00 bruto.
5.De beoordeling
9 april 2018 haar arbeidsovereenkomst met [naam werkgever] heeft opgezegd.
6.De beslissing
[naam werkgever]toe te bewijzen dat [naam werkneemster] op 9 april 2018 haar arbeidsovereenkomst met [naam werkgever] heeft opgezegd;
23 november 2018schriftelijk dient uit te laten of, en zo ja op welke wijze, zij voornoemd bewijs wenst te leveren;
vrijdag 23 november 2018 te 12.00 uurin de gelegenheid het ontbindingsverzoek door middel van een aan de griffie gericht schrijven (met afschrift aan de gemachtigde van [naam werkneemster] ) in te trekken, waarbij bepalend zal zijn het moment van ontvangst van dat schrijven ter griffie;
[naam werkneemster]toe te bewijzen dat er sprake is van een tussen partijen gemaakte salarisafspraak in februari 2016 waarbij het bedrag van € 354,88 netto per maand aan reiskostenvergoeding is aangemerkt als (verkapte)salarisverhoging;
23 november 2018schriftelijk dient uit te laten of, en zo ja op welke wijze, zij voornoemd bewijs wenst te leveren;