Mede verwijzend naar een uitspraak van de Raad van State d.d. 7-2-2007 wil ik gaarne
inzage hebben in de interne en externe stukken van bovenstaand dossier, vooral de
correspondentie tussen de [bedrijf 1] en het Ministerie van Economische zaken en [bedrijf 1] en
[bedrijf 2] . Daarnaast ben ik geïnteresseerd in de interne en externe stukken van
de [bedrijf 1] betrekking hebbende op haar besluit om van een verdere vervolging van beide
partijen, na hun beroep op de veroordeling in eerste instantie, af te zien.
3. Bij het primaire besluit heeft ACM eiser meegedeeld dat op basis van zijn verzoek 257 documenten zijn aangetroffen die zijn opgenomen in de inventarislijst bijgevoegd bij het primaire besluit. Van de op de inventarislijst weergeven documenten worden documenten 30 (met uitzondering van de bijlage), 46, 56, 69 (met uitzondering van de bijlage), 92, 93, 94, 97 (met uitzondering van de bijlage), 98 (met uitzondering van de bijlage), 100, 104 (met uitzondering van de bijlage), 105, 106, 111, 112, 113, 114, 122, 124, 134, 139, 146, 147, 158, 165, 166, 177, 178 (met uitzondering van de bijlage) , 179, 180, 182, 183, 184, 185, 188 tot en met 195, 198, 199, 202 tot en met 205, 212 tot en met 214, 218, 219, 222, 231, 232, 247 (met uitzondering van de bijlage) en 253 tot en met 257 openbaar gemaakt met uitzondering van de gegevens die onder artikel 10, eerste lid, aanhef en onder d, van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) vallen. Document 115 wordt openbaar gemaakt met uitzondering van de gegevens die onder artikel 10, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wob vallen. Document 252 wordt openbaar gemaakt. Van de documenten 244, 245 en 249 wordt openbaarmaking geweigerd op grond van artikel 11 van de Wob. Documenten 1 tot en met 6, 36, 41, 50, 54, 173 en 187 vallen buiten het verzoek van eiser. Van de overige documenten en bijlagen op de inventarislijst wordt openbaarmaking geweigerd op grond van artikel 7 van de Instellingswet (Iw).
8.2.De rechtbank stelt vast dat uit de inventarislijst en het bestreden besluit niet is op te maken welke documenten op de inventarislijst onder artikel 7 van de Iw en welke documenten onder artikel 12w van de Iw - en dus onder de aangepaste motivering van het bestreden besluit - vallen. De rechtbank is van oordeel dat het bestreden besluit, voor zover daarin niet nader is gespecificeerd welke informatie onder welk artikel van de Iw valt, daarom geen stand kan houden.
9. Uit wat onder 8. is overwogen, volgt dat het bestreden besluit in strijd is met artikel 7:12, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank ziet aanleiding ACM in de gelegenheid te stellen het gebrek in het bestreden besluit binnen vier weken na verzending van deze beslissing te herstellen met inachtneming van deze tussenuitspraak. Om het gebrek te herstellen, dient ACM per document kenbaar te maken of dat louter verkregen informatie bevat en de weigering tot openbaarmaking dus berust op artikel 7 van de Iw of dat dit document door ACM zelf of in opdracht van ACM is vervaardigd en de weigering tot openbaarmaking berust op artikel 12w van de Iw. Dat geldt uiteraard niet voor de documenten waarover eiser reeds feitelijk beschikt. Als ACM gebruik maakt van de gelegenheid het gebrek in de besluitvorming te herstellen, zal de rechtbank eiser in de gelegenheid stellen binnen vier weken schriftelijk te reageren op de wijze waarop ACM het gebrek heeft hersteld.
In beginsel zal de rechtbank vervolgens het onderzoek sluiten en zonder nadere zitting uitspraak doen.
10. Als ACM geen gebruik maakt van de gelegenheid het gebrek in het bestreden besluit te herstellen, dient ACM dit binnen twee weken na verzending van deze uitspraak schriftelijk kenbaar te maken. In dat geval zal de rechtbank het onderzoek sluiten en zonder nadere zitting uitspraak doen.
11. De rechtbank houdt iedere verdere beslissing aan tot de einduitspraak op het beroep. Dat laatste betekent ook dat zij over de proceskosten en het griffierecht nu nog geen beslissing neemt.