ECLI:NL:RBROT:2018:8793

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
23 oktober 2018
Publicatiedatum
25 oktober 2018
Zaaknummer
10/750173-15
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Partieel nietige dagvaarding en veroordeling voor mensenhandel en oplichting

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 23 oktober 2018 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van mensenhandel en oplichting. De rechtbank oordeelde dat de dagvaarding partieel nietig was vanwege onvoldoende specificiteit in de tenlastelegging, maar dat de verdachte wel schuldig was aan het medeplegen van mensenhandel. De verdachte en zijn medeverdachte waren betrokken bij het prostitutiewerk van een kwetsbaar slachtoffer, waarbij misbruik werd gemaakt van haar situatie. De rechtbank concludeerde dat de verdachte het oogmerk tot uitbuiting had en dat er sprake was van een afhankelijkheidsrelatie. De verdachte werd ook veroordeeld voor oplichting, waarbij hij zich voordeed als een bonafide koper en met vals geld betaalde voor mobiele telefoons. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 14 maanden op, waarbij rekening werd gehouden met de ernst van de feiten en de gevolgen voor de slachtoffers.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10/750173-15
Datum uitspraak: 23 oktober 2018
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[Naam verdachte],
geboren te [geboorteplaats 1] ( [geboorteland] ) op [geboortedatum 1] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres 1] , [woonplaats] ,
raadsvrouw mr. H.S.K. Jap-A-Joe, advocaat te Utrecht.

1.Onderzoek op de terechtzittingen

Gelet is op het onderzoek op de terechtzittingen van 8 en 9 oktober 2018.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding, zoals deze op de terechtzitting van 16 januari 2018 overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd. De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. M. Blom heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1 primair, 2 primair, 3 en 4 tenlastegelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden met aftrek van het voorarrest. Daarnaast vordert de officier van justitie oplegging van de maatregel van artikel 38v Sv, zijnde een contactverbod met [slachtoffer 2] voor de duur van 2 jaar, met twee weken hechtenis per overtreding van dit verbod, voor de maximale duur van zes maanden.

4.Geldigheid van de dagvaarding

4.1.
Standpunt van de verdediging
De dagvaarding is ten aanzien van de zinsnede “en/of één of meer ander(en) onbekend gebleven perso(o)n(en)” onvoldoende feitelijk en duidelijk omschreven, zoals bedoeld in artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering. De dagvaarding dient om die reden partieel nietig te worden verklaard.
4.2.
Standpunt van de officier van justitie
Het verweer van de verdediging kan niet slagen, omdat uit het dossier blijkt dat er mogelijk sprake is van andere, al dan niet onbekend gebleven, slachtoffers. De door de verdediging betwiste zinsnede is om die reden voldoende feitelijk.
4.3.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank stelt vast dat de verdachte met de wijziging tenlastelegging uitsluitend nog een verwijt wordt gemaakt betreffende de slachtoffers [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] . Van andere slachtoffers die uit het dossier naar voren komen zijn de namen bekend en deze zijn niet (meer) in de dagvaarding opgenomen. De rechtbank is van oordeel dat - ook bezien in het licht van de inhoud van het dossier - de aanduiding “en/of één of meer ander(en) onbekend gebleven perso(o)n(en)” onvoldoende specifiek en feitelijk is en wel zodanig dat het voor de verdachte niet duidelijk is waartegen men zich dient te verweren. Daarmee voldoet deze zinsnede niet aan de eisen die in artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering aan de dagvaarding worden gesteld. De dagvaarding zal in zoverre nietig worden verklaard.
4.4.
Conclusie
De dagvaarding is partieel nietig ten aanzien van de zinsnede “en/of één of meer ander(en) onbekend gebleven perso(o)n(en)”.

5.Waardering van het bewijs

Feit 1 (slachtoffer [slachtoffer 1] )

5.1.
Bewijswaardering
5.1.1.
Standpunt van de verdediging
Er kan niet worden bewezen dat de verdachte het hem tenlastegelegde heeft begaan, zodat vrijspraak dient te volgen. Voor zover vast zou komen te staan dat de verdachte betrokken was bij het prostitueren van [slachtoffer 1] , is onvoldoende gebleken dat zij zich in een kwetsbare positie bevond en/of dat de verdachte overwicht op haar had, waardoor de vergelijking met de mondige Nederlandse prostituee niet op zou gaan.
Er is geen sprake van misbruik van de kwetsbare positie en/of misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht in de zin van artikel 273f Sr. [slachtoffer 1] heeft zelf welbewust het initiatief genomen om zich te prostitueren, omdat zij dit zag als een manier om snel geld te verdienen. Zij is een mondige vrouw die goed Engels spreekt , de weg in de wereld van de prostitutie goed kent en ze heeft zelf het contact met de verdachte opgezocht.
5.1.2.
Beoordeling door de rechtbank
De verdenking van de verdachte- komt er - kort gezegd - op neer dat hij en zijn medeverdachten zich in de periode 1 januari 2014 tot en met 13 april 2016 schuldig hebben gemaakt aan het medeplegen van mensenhandel. De tenlastelegging is geënt op de delictsomschrijvingen van artikel 273f, eerste lid, onderdelen 1, 4, 6 en 9 van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank stelt de volgende feiten en omstandigheden vast.
Slachtoffer [slachtoffer 1] kwam gedurende het onderzoek Idaho in beeld toen de telefoons van de verdachten werden getapt. Uit de taplijnen bleek dat medeverdachte [medeverdachte 2] , tevens de vriendin van de verdachte, naar meerdere telefoonnummers belde als zij een afspraak had gemaakt met een klant. Eén van deze telefoonnummers, [telefoonnummer 1] , bleek van [slachtoffer 1] te zijn. Onderzoek wees uit dat dit telefoonnummer in april 2016 in Helmond aanstraalde, vermoedelijk aan de Van Diemenstraat 15. Op 13 april 2016 vond een controle plaats op dit adres en daar werd [slachtoffer 1] aangetroffen. Zij verklaarde dat zij in 2008 in Nederland was gekomen en in Eindhoven in de prostitutie had gewerkt. In 2011 heeft ze aangifte gedaan van mensenhandel en is in de B9-procedure terecht gekomen. Sinds 22 oktober 2015 verbleef zij illegaal in Nederland.
Bij de rechter-commissaris heeft [slachtoffer 1] verklaard dat zij voor de verdachte en [medeverdachte 2] - in de prostitutie heeft gewerkt. Zij had in eerste instantie contact met de verdachte en kwam via hem in contact met [medeverdachte 2] , omdat zij met elkaar samenwerkten. Er werden voor haar advertenties geplaatst op de websites sexjobs.nl en kinky.nl in de plaatsen Helmond, Den Bosch en Breda. Het beheer van de advertenties was in handen van [medeverdachte 2] . Klanten belden naar [medeverdachte 2] om een afspraak te maken en een prijs af te spreken. Wanneer een afspraak was gemaakt, werd deze doorgebeld aan [slachtoffer 1] . Het was voor haar niet mogelijk om klanten die haar niet aanstonden te weigeren, omdat haar werd verteld dat de advertenties geld hadden gekost en afspraken met de klanten al geaccepteerd waren. Er waren ook al kosten voor de advertenties gemaakt. [slachtoffer 1] heeft aangegeven onder de hoede van de verdachten van 10:00 uur ’s ochtends tot 00.00 uur ’s nachts te hebben gewerkt en op één dag 5 tot 7 klanten te hebben ontvangen. De verdachte kwam één keer per week het geld, de helft van haar verdiensten, ophalen. Daarnaast moest zij de verdachten van haar helft € 10,00 per dag betalen voor het opnemen van de telefoon en het gebruik van beltegoed.
De verklaringen van [slachtoffer 1] worden ondersteund door tapgesprekken en verklaringen van de verdachten op de zitting. [medeverdachte 2] heeft verklaard dat zij de advertenties van [slachtoffer 1] beheerde, deze aanmaakte met foto’s en omhoog belde en hielp met het zoeken van locaties via Marktplaats, kinky.nl en sexjobs.nl. De klanten belden naar [medeverdachte 2] om een afspraak te maken en deze gaf zij door aan [slachtoffer 1] . Ook uit door [medeverdachte 2] met [slachtoffer 1] gevoerde tapgesprekken komt naar voren dat zij klanten voor haar regelde. Uit deze gesprekken blijkt dat [slachtoffer 1] onder verschillende namen klanten moest ontvangen, afhankelijk van de advertentie waarop een klant had gereageerd. De prijzen werden door [medeverdachte 2] met de klant afgesproken en vervolgens aan [slachtoffer 1] doorgegeven. Dat [slachtoffer 1] geen invloed had op de hoogte van de prijs, blijkt uit een tapgesprek van 16 november 2015. [slachtoffer 1] vraagt in dit gesprek waarom de aan de klant en haar doorgegeven prijs niet hoger ligt en krijgt als antwoord dat [medeverdachte 2] van tijd tot tijd “een actie” doet om meer klanten te trekken.
In de telefoon van [medeverdachte 2] is een overzicht met verdiensten van [slachtoffer 1] in Leeuwarden en Den Bosch aangetroffen. [medeverdachte 2] heeft bij de politie verklaard dat dit de verdiensten van [slachtoffer 1] van één dag zijn. Zij heeft verklaard met deze memo’s het overzicht aan verdiensten bij te houden om deze aan de verdachte door te geven. Wanneer ‘het de moeite waard was’ voor de verdachte, vertrok hij richting [slachtoffer 1] om haar af te dragen deel van haar verdiensten op te halen.
De verdachte ontkent betrokken te zijn geweest bij de prostitutiewerkzaamheden van [slachtoffer 1] . Hoewel hij ter terechtzitting heeft verklaard dat hij twee keer naar [slachtoffer 1] is gegaan, zegt hij bij haar geen geld op te hebben gehaald, omdat er geen geld aanwezig was en heeft hij ook ontkend bij andere dames geld te hebben opgehaald. Uit tapgesprekken blijkt echter dat [medeverdachte 2] regelmatig aan de verdachte heeft doorgegeven dat er geld opgehaald kon worden bij een dame en bovendien heeft [medeverdachte 2] verklaard dat de verdachte degene was die het geld bij de dames ophaalde. Daarnaast heeft de verdachte op 18 november 2015 telefonisch contact gehad met de medeverdachte [medeverdachte 1] , waarin gesproken werd over het feit dat [slachtoffer 1] een drankprobleem had en geen klanten meer moest krijgen. Als zij opgepakt zou worden door de politie, zouden ze bij de verdachte uit kunnen komen. Ook heeft [medeverdachte 1] op 14 november 2015 een gesprek gevoerd met [slachtoffer 1] , waarin zij zich beklaagt over het feit dat ene “ [nickname 1 verdachte] ” iedere drie dagen of per week een bedrag van € 400,00 tot € 700,00 ophaalt en de huur wil verhogen als het werk minder gaat. Door de politie is aannemelijk gemaakt dat met “ [nickname 1 verdachte] ” - [nickname 1 verdachte] - zijnde de verdachte, wordt bedoeld.
Tussenconclusie
Uit het voorgaande blijkt naar het oordeel van de rechtbank dat de verdachte en diens medeverdachte [medeverdachte 2] betrokken zijn geweest bij het prostitutiewerk van [slachtoffer 1] . Zij hebben de locaties waar [slachtoffer 1] kon werken geregeld, hebben advertenties - met daarin de aangeboden seksuele handelingen en prijzen - aangemaakt en geplaatst op verschillende websites, hoogden deze advertenties op, maakten afspraken met de klanten, spraken daarbij de prijs af en gaven aan [slachtoffer 1] door welke naam zij moest gebruiken. Voor deze werkzaamheden moest [slachtoffer 1] de helft van haar verdiensten afstaan aan de verdachten. Uit het dossier komt naar voren dat de voornoemde activiteiten voornamelijk door de verdachte werden aangestuurd en dat hij degene was die het verdiende geld bij [slachtoffer 1] op kwam halen. [medeverdachte 2] had de rol van telefoniste op zich genomen en vormde in zoverre de tussenschakel tussen [slachtoffer 1] en de klanten, waarbij zij bovendien de omvang van de verdiensten bij hield.
Artikel 273f lid 1 sub 1, 4 en 9 Wetboek van Strafrecht: dwangmiddelen
Voor een bewezenverklaring van een tenlastelegging geënt op artikel 273f lid 1 sub 1, 4 en 9 is vereist dat komt vast te staan dat gebruik is gemaakt van een of meer van de in het eerste onderdeel van dit wetsartikel genoemde dwangmiddelen. De dwangmiddelen kunnen veelal uit de omstandigheden worden afgeleid.
Voor een bewezenverklaring van de dwangmiddelen “misbruik van een kwetsbare positie” en “misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht” is vereist dat de verdachte zich bewust moet zijn geweest van deze situatie en de betreffende relevante feitelijke omstandigheden. Niet vereist is dat doelbewust gebruik is gemaakt van dwangmiddelen.
Misbruik van een kwetsbare positie van [slachtoffer 1]
Met een kwetsbare positie wordt een situatie bedoeld waarin de betrokkene geen andere werkelijke of aanvaardbare keuze heeft dan het misbruik te ondergaan. Een dergelijke situatie kan zich voordoen ten aanzien van personen die uit het buitenland komen, voornamelijk wanneer zij hier illegaal of ongedocumenteerd verblijven. Het gaat om situaties die leiden tot het ontbreken van vrijwilligheid, waartoe ook behoort het ontbreken of de vermindering van de mogelijkheid een bewuste keuze te maken.
[slachtoffer 1] verbleef vanaf 22 oktober 2015 illegaal in Nederland. Dit was bekend bij de verdachte en diens medeverdachten. Hierover is door de verdachte onder meer gesproken met [medeverdachte 1] in een tapgesprek van 18 november 2016. In dit gesprek vertelt [medeverdachte 1] dat [slachtoffer 1] geen verblijfsvergunning heeft en het bevel heeft gekregen om Nederland te verlaten. Op de vraag van de rechter-commissaris aan [slachtoffer 1] waarom zij Nederland niet verlaten heeft, antwoordde [slachtoffer 1] dat ze altijd bang is en niet uit Nederland is weggegaan omdat ze niet wist waar ze dan heen moest. Ook heeft zij verklaard de verdachte te hebben ontmoet op een feestje van [medeverdachte 1] in Leeuwarden, waarbij ze hem verteld heeft dat zij geen geldig legitimatiebewijs had en daarom niet aan werk kon komen. Daarnaast sprak ze niet goed Nederlands. De verdachte wist nog wel werk voor haar, hij kon vrouwen op een website zetten en dat heeft hij voor haar gedaan.
[slachtoffer 1] bevond zich in een lastige financiële positie en wist geen andere uitweg dan als prostituee te werken, omdat zij niet op een andere manier geld kon verdienen. Bij de rechter-commissaris heeft zij verklaard het niet eerlijk te vinden dat zij een groot deel van haar verdiensten af moest staan aan de verdachten, maar dat zij geen keuze had. Ze kende niemand anders in de wereld van de prostitutie en heeft om die reden de voorwaarden van de verdachten geaccepteerd.
[slachtoffer 1] bevond zich bovendien in een vreemd land, was de Nederlandse taal niet machtig en was - mede bij gebreke van een sociaal netwerk en een eigen woning - voor hulp volledig afhankelijk van de verdachte en [medeverdachte 2] . Het vinden van legaal werk was niet mogelijk, gezien haar illegale status.
Gezien deze omstandigheden, in onderlinge samenhang bezien, is de rechtbank van oordeel dat [slachtoffer 1] geen reële of aanvaardbare andere keuze had dan zich te prostitueren en dat zij zich daarmee in een kwetsbare positie bevond, waarvan misbruik is gemaakt door de verdachte en [medeverdachte 2] .
Misbruik van een uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht
Bij het misbruik maken van een uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht is er sprake van een relationele ongelijkheid of van het brengen in een dergelijke situatie van ongelijkheid, waardoor de keuzevrijheid van het slachtoffer is beperkt. Hiervan is volgens de wetgever sprake als een prostituee verkeert of komt te verkeren in een situatie die niet gelijk is aan de omstandigheden waarin een mondige prostituee in Nederland verkeert. Dit criterium omvat in ieder geval dat zij zelf bepaalt waar, wanneer, met wie, onder welke omstandigheden en tegen welke opbrengsten zij werkt.
[slachtoffer 1] was gezien haar verklaringen en de verklaringen van [medeverdachte 2] volledig afhankelijk van haar en de verdachte. Zij regelden locaties waar zij kon werken en beheerden de advertenties op de websites, belden deze advertenties omhoog en hielden kortingsacties om meer klanten te trekken, onderhielden het contact met de klanten en maakten afspraken. [slachtoffer 1] kon daarmee niet zelf bepalen wie ze als klant ontving, hoeveel klanten ze ontving op een dag en wanneer ze hen ontving. Bij de rechter-commissaris heeft zij verklaard dat zij maximaal zeven klanten per dag ontving tussen 10:00 uur ’s ochtends en 00:00 uur ’s nachts, zeven dagen per week. Tijdens werktijd moest zij paraat staan om mogelijke klanten te ontvangen. Uit de betreffende advertenties volgt ook dat de vrouwen nagenoeg de gehele dag en avond beschikbaar waren, 7 dagen per week. Voorts is - mede gezien het feit dat zij de Nederlandse taal niet beheerste - niet gebleken dat [slachtoffer 1] invloed had op de inhoud van de advertentie die op haar betrekking had.
De rechtbank is op grond van het vorenstaande van oordeel dat van een situatie gelijk aan die van een mondige prostituee in Nederland geen sprake was. De verdachte heeft met zijn handelen bijgedragen aan het ontstaan en de instandhouding van deze situatie, waarmee hij - samen met [medeverdachte 2] - misbruik gemaakt van het overwicht dat uit de feitelijke verhoudingen voortkwam.
Tussenconclusie
Op basis van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat er sprake is geweest van het gebruik van dwangmiddelen zoals bedoeld in artikel 273f, eerste lid, sub 1 van het Wetboek van Strafrecht.
Handelingen
Uit het voorgaande volgt voorts dat op basis van het dossier kan worden bewezen dat sprake is geweest van een handeling zoals bedoeld in artikel 273f lid 1 sub 1 Wetboek van Strafrecht, namelijk ‘huisvesten’.
(Oogmerk van) uitbuiting
De handelingen zoals deze zijn omschreven in sub 1 zijn slechts strafbaar als deze zijn gefaciliteerd door een dwangmiddel én als zij, in samenhang met één of meer dwangmiddelen zijn begaan met het oogmerk van uitbuiting. Ten aanzien van sub 4 dient in dat verband te worden opgemerkt dat op grond van jurisprudentie van de Hoge Raad uitbuiting in dit onderdeel moet worden ingelezen. [1]
De uitbuiting(situatie) behoeft zich overigens niet daadwerkelijk te hebben gerealiseerd, het bestaan van het oogmerk daartoe is voldoende voor een bewezenverklaring.
Een oogmerk veronderstelt een noodzakelijkheidsbewustzijn en kan veelal worden afgeleid uit de omstandigheden. Het uitgangspunt is dat zodra er sprake is van een dwangmiddel, de eventuele (door de verdachte gestelde) vrijwilligheid van het slachtoffer niet meer ter zake doet en er per definitie sprake is van een uitbuitingssituatie. Dit laatste geldt naar het oordeel van de rechtbank in het bijzonder indien sprake is van prostitutie onder invloed van een dwangmiddel, waarvan hier sprake is en waarbij sprake is van een forse inbreuk op de lichamelijke integriteit.
In het onderhavige geval is zoals gezegd misbruik gemaakt van de situatie waarin [slachtoffer 1] zich bevond. [slachtoffer 1] , die zo afhankelijk was van de verdachte en [medeverdachte 2] dat zij niet wist hoe zich buiten deze situatie staande te houden, is aan het werk gezet in een situatie die weinig tot geen vrijheid voor haar overliet en die enkel gericht was op het behalen van economisch voordeel. De rechtbank is van oordeel dat de verdachte en [medeverdachte 2] door te handelen zoals zij hebben gedaan en gelet op de in het voorgaande omschreven feiten en omstandigheden het oogmerk tot uitbuiting van [slachtoffer 1] hebben gehad en dat in casu die uitbuitingssituatie zich ook daadwerkelijk heeft gerealiseerd.
Artikel 273f lid 1 sub 6 Wetboek van Strafrecht
De verdachte en [medeverdachte 2] hebben opzettelijk voordeel getrokken uit de prostitutiewerkzaamheden van [slachtoffer 1] . Uit een tapgesprek gevoerd tussen de verdachte en [medeverdachte 2] wordt besproken dat zij “gewoon dikke money gaan maken”. Dat daarvan ook daadwerkelijk sprake was wordt bevestigd door de tapgesprekken waarin over opbrengsten en de verdeling daarvan wordt gesproken en uit de memo’s op de telefoon van [medeverdachte 2] , die zij zelf uitlegt als de opbrengst van [slachtoffer 1] van één dag. De rechtbank merkt op dat het daarbij over aanzienlijke bedragen gaat.
Artikel 273f lid 3 Wetboek van Strafrecht: medeplegen
De rechtbank acht op grond van het vorenstaande wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte en [medeverdachte 2] in hun werkzaamheden nauw en bewust samenwerkten. Door [medeverdachte 2] is op de zitting en bij de politie verklaard dat zij contactadvertenties op internet plaatste, contact had met de klanten en vervolgens met de prostituee en aan de verdachte doorgaf hoeveel een prostituee verdiend had op een dag. Als ‘het de moeite waard was’ voor de verdachte om te gaan, reed hij naar de prostituee om het af te dragen deel bij haar op te halen. Daarnaast hebben de verdachten een relationeel verleden, samen twee kinderen en hebben zij op papier gezet dat alles wat zij verdienden, van hun beiden zou zijn.
Pleegperiode
Anders dan de officier van justitie, ziet de rechtbank geen aanleiding om aan te nemen dat het [slachtoffer 1] in 2014 al voor de verdachten werkzaam was. De rechtbank gaat bij het vaststellen van de pleegperiode uit van het moment waarop zij illegaal in Nederland verbleef, vanaf 22 oktober 2015, mede nu [slachtoffer 1] zich met name ook daardoor vanaf die datum in een kwetsbare positie bevond.
5.1.3.
Conclusie
Bewezen is dat de verdachte het onder 1 primair tenlastegelegde heeft begaan.
Feit 2 (slachtoffer [slachtoffer 2] )
5.2.
Vrijspraak
5.2.1.
Standpunt van de officier van justitie
[slachtoffer 2] heeft de naam van de verdachte wel genoemd, maar weet niet veel over zijn rol bij haar prostitutiewerkzaamheden te vertellen. Toch blijken uit het dossier voldoende feiten en omstandigheden, op grond waarvan kan worden geconcludeerd dat de verdachte betrokken was bij haar prostitutiewerk in Nederland.
[slachtoffer 2] is op 14 juli 2014 aangetroffen in de woning aan de [adres 2] in Driebergen . De verdachte heeft op die dag op het politiebureau aangegeven de bewoner van dit adres te zijn. Hij staat zelf ingeschreven op het adres [adres 3] .
Op de advertentie met nummer [advertentienummer] onder de naam “ [slachtoffer 2] ” op kinky.nl, waarvan duidelijk is geworden dat dit [slachtoffer 2] betrof, is vanaf augustus 2014 ingelogd vanaf het IP adres van de verdachte, de [adres 3] . Er zijn links tussen het betreffende advertentienummer en de telefoon van de verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] . [slachtoffer 2] is op 14 juli 2014 aangetroffen op dit adres en heeft vermoedelijk na die tijd niet meer op deze advertentie gewerkt. Uit het dossier en de verklaring van de verdachte blijkt echter dat de verdachten diverse dames op dezelfde advertenties lieten werken om kosten te besparen. Daarnaast is op diverse advertenties ingelogd met het IP-adres van [vriendin verdachte] , de vriendin van de verdachte en de moeder van zijn zoon. Telefoonnummers op naam van de verdachte, en van medeverdachte [medeverdachte 2] , zijn gebruikt om advertenties op kinky.nl op te hogen.
De verdachte heeft met medeverdachte [medeverdachte 1] op 18 juli 2014 telefonisch over een meisje ‘ [slachtoffer 2] ’, waarmee vermoedelijk [slachtoffer 2] werd bedoeld, gesproken.
5.2.2.
Beoordeling door de rechtbank
Hoewel de rechtbank wel aannemelijk acht dat de verdachte wist dat in het pand [adres 2] prostituees werkzaam waren, waaronder de aldaar aangetroffen [slachtoffer 2] , is de rechtbank is van oordeel dat wat zich ten aanzien van de verdachte in het dossier bevindt niet kan worden herleid tot dit slachtoffer. De rechtbank kan op basis van het dossier en met name gelet op de verklaring van [slachtoffer 2] bij de rechter-commissaris d.d. 14 november 2016 en hetgeen ter terechtzitting is besproken, niet vaststellen dat de verdachte ten aanzien van [slachtoffer 2] een oogmerk tot uitbuiting heeft gehad, haar tot prostitutie heeft gebracht en/of handelingen heeft ondernomen waardoor zij zich beschikbaar zou stellen voor prostitutie. . Voorts is niet is gebleken van een nauwe en bewuste samenwerking met andere verdachten die door [slachtoffer 2] zijn genoemd, waardoor sprake kan zijn van medeplegen.
De door de officier van justitie aangevoerde feiten en omstandigheden staan naar het oordeel van de rechtbank in een te ver verwijderd verband van de verdachte en wel zodanig dat ook medeplichtigheid niet kan worden bewezen.
5.2.3.
Conclusie
Het onder 2 tenlastegelegde is niet wettig en overtuigend bewezen. De verdachte wordt daarvan vrijgesproken.
Feiten 3 en 4
5.3.
Bewijswaardering
5.3.1.
Standpunt van de verdediging
Haarlem
In het dossier bevindt zich onvoldoende wettig en overtuigend bewijs dat het de verdachte is geweest die zich alleen, of samen met een ander, heeft uitgegeven voor [nickname medeverdachte 2] en de telefoon opzettelijk heeft betaald met vals geld. In dat verband wordt opgemerkt dat aangeefster [slachtoffer 4] heeft verklaard dat zij een vrouw aan de telefoon had toen zij de koop sloot.
Leiderdorp
Uit het dossier blijkt niet dat het de verdachte was die zich op internet heeft voorgedaan als ‘ [nickname 2 verdachte] ’ en dat hij de mobiele telefoon van aangeefster [slachtoffer 3] opzettelijk heeft betaald met vals geld. De aangeefster heeft verklaard niet met zekerheid te kunnen zeggen de verdachte op de haar getoonde foto te herkennen. Haar partner heeft verklaard de verdachte voor 100% op de foto te herkennen, maar met een enkelvoudige fotoconfrontatie had niet mogen worden volstaan, te meer omdat de getoonde foto niet overeenkomt met het door aangeefster opgegeven signalement. De resultaten van de fotoconfrontatie dienen derhalve te worden uitgesloten van het bewijs.
De verdachte dient derhalve van beide feiten te worden vrijgesproken.
5.3.2.
Beoordeling door de rechtbank
Haarlem
Naar aanleiding van haar advertentie op Markplaats, heeft aangeefster [slachtoffer 4] contact gehad met ene [nickname medeverdachte 2] , wiens stem door verbalisanten is herkend als zijnde die van medeverdachte [medeverdachte 2] , die dat ook ter zitting heeft bevestigd. De aangeefster werd gebeld door telefoonnummer [telefoonnummer 2] , dat aan de verdachte toebehoort en heeft naar dit nummer haar adres gestuurd. Toen de verdachte van medeverdachte [medeverdachte 2] had doorgekregen dat hij de telefoon voor € 750,00 kon kopen, is hij naar de aangeefster gegaan en heeft de telefoon gekocht met vals geld. De aangeefster heeft verklaard dat de man die de telefoon van haar heeft gekocht een negroïde man met kroeshaar van tussen de 25 en 35 jaar oud en 1.70 meter lang was. Nadat de aangeefster bij het storten van dit geld ontdekte dat het vals was, heeft zij het telefoonnummer waarmee zij gebeld was door [nickname medeverdachte 2] op Google opgezocht en stuitte op een Marktplaats-advertentie waarin een iPhone werd aangeboden die grote gelijkenissen vertoonde met de telefoon die zij de dag ervoor verkocht had aan de verdachte. De advertentie was geplaatst door een gebruiker met de naam ‘ [nickname 3 verdachte] ’ op een IP adres dat geregistreerd staat op naam van medeverdachte [medeverdachte 2] op de [adres 4] in [plaats] . De verdachte heeft op de zitting verklaard een Marktplaats account met de naam ‘ [nickname 3 verdachte] ’ te hebben.
De rechtbank is van oordeel dat de verdachte gezien het voorgaande in nauwe en bewuste samenwerking met medeverdachte [medeverdachte 2] aangeefster [slachtoffer 4] heeft bewogen tot de verkoop van haar telefoon door gebruik te maken van bovenstaande oplichtingsmiddelen. De verdachte heeft zich daarmee schuldig gemaakt aan het medeplegen van oplichting.
Leiderdorp
Aangeefster [slachtoffer 3] heeft verklaard haar iPhone voor € 700,00 te hebben verkocht aan een persoon die zich op Marktplaats uitgaf onder de naam ‘ [nickname 2 verdachte] ’, een naam waarover de verdachte heeft verklaard deze mogelijk op Marktplaats gebruikt te hebben. De persoon betaalde haar met 14 biljetten van € 50,00 waarvan, nadat de koop plaats had gevonden, bleek dat deze allemaal hetzelfde serienummer hadden en vals waren.
Uit de mastgegevens van de telefoon van de verdachte is gebleken dat hij op 18 oktober 2015 van [plaats] naar Leiderdorp en weer terug is gereisd.
Door de vriend van de aangeefster is de verdachte ‘voor 100%’ herkend bij een enkelvoudige fotoconfrontatie. De rechtbank verwerpt het verweer van de verdediging dat deze fotoconfrontatie niet voor het bewijs gebruikt kan worden. Geen rechtsregel staat eraan in de weg om - vanzelfsprekend met de daarbij gepaste behoedzaamheid - gebruik te maken voor het bewijs van de verklaring van een getuige die de dader van een strafbaar feit zegt te herkennen op een hem bij enkelvoudige fotoconfrontatie getoonde foto. [2] In het geheel van de bewijsvoering kan, de voor het overige blijkende gang van zaken bevestigende, betekenis worden toegekend aan de herkenning van de verdachte door de vriend van de aangeefster. De rechtbank zal het resultaat van deze fotoconfrontatie om die reden voor het bewijs gebruiken.
Op grond van het resultaat van de fotoconfrontatie en de overige bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat zich in het dossier voldoende wettig en overtuigend bewijs bevindt dat aangeefster [slachtoffer 3] door bovenstaande oplichtingsmiddelen bewogen is tot de verkoop van haar telefoon.
Vals geld
Uit onderzoek is gebleken dat de bankbiljetten gebruikt bij de oplichtingen in Haarlem en Leiderdorp vals waren. Uit een telefoongesprek dat de verdachte op 11 september 2015 voerde met een NN-man blijkt dat zij spraken over het kopen, verkopen en uitgeven van vals geld. Er wordt in dit gesprek gesproken over het feit dat het grappig zou zijn om een telefoon van € 600,00 te betalen met briefjes van 20 euro en de verdachte zegt op een gegeven moment ‘want ik ga die iPhone kopen’. De rechtbank is gezien deze omstandigheden van oordeel dat de verdachte zich bewust was van de valsheid van het geld dat hij aan de twee telefoons uitgaf.
5.3.3.
Conclusie
Bewezen is dat de verdachte het onder 3 en 4 tenlastegelegde heeft begaan.
5.4.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 3 en 4 tenlastegelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
hij in de periode van
22 oktober2015tot en met 13 april 2016 te Helmond en/of Leeuwarden, en/of elders in Nederland
(lid 3)
tezamen en in vereniging met één ander,
een ander, te weten:
- [slachtoffer 1] ,
,
(lid 1 onder 1°)
door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en door misbruik van de kwetsbare positie, heeft gehuisvest met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer 1] ,
en
(lid 1 onder 4°)
(telkens) met één of meer van de onder 1° van voornoemde middelen, die [slachtoffer 1] heeft bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van diensten, en
metde onder 1° van dit artikel genoemde omstandigheden handelingen heeft ondernomen waarvan hij, verdachte en diens mededader wisten dat die [slachtoffer 1] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van diensten,
en
(lid 1 onder 6°)
(telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [slachtoffer 1] ,
en
(lid 1 onder 9°)
(telkens) met één of meer van de onder 1° voornoemde middelen, die genoemde [slachtoffer 1] heeft bewogen hem, verdachte en diens mededader te bevoordelen uit de opbrengst van haar seksuele handelingen met en/of voor een derde,
immers hebben
hij, verdachte, en zijn mededader
die [slachtoffer 1] te werk gesteld als prostituee en aldaar als prostituee laten werken en voor die [slachtoffer 1] een werkplek geregeld of laten regelen waar zij als prostituee kon werken, en
(naakt)foto(s) gemaakt en/of laten maken ten behoeve van een advertentie en/of (een) advertentie met foto's en/of afbeeldingen (van die [slachtoffer 1] ) waarin seksuele handelingen tegen betaling werden aangeboden gemaakt en/of laten maken, en/of die advertentie op internet geplaatst of laten plaatsen (www.Kinky.nl), en
de prij(s)(zen) die ter zake van voornoemde seksuele handelingen in die advertentie(s) werd(en) opgenomen bepaald , en
die advertentie(s) beheerd door die te activeren, op te waarderen, op te hogen, en/of zogezegd 'omhoog te bellen', en/of (aldus) de financiële afhankelijkheid van en/of het overwicht op die [slachtoffer 1] vergroot, en
contact onderhouden met (een) klant(en) die belde(n) naar aanleiding van die advertenties, en
afspraken met die klant(en) gemaakt over het tijdstip van de (prostitutie)afspraak, en de te verrichten seksuele handeling(en) door de prostituee en de prijs die daarvoor betaald moest worden, en
die gemaakte afspraken met de klanten medegedeeld aan die [slachtoffer 1] , en
die [slachtoffer 1] opgedragen het door haar in de prostitutie verdiende geld (gedeeltelijk) aan hem, verdachte en diens mededader afdragen, en
(aldus) die [slachtoffer 1] in een (verder) van hem/hen, verdachte en/of verdachtes mededader, afhankelijke positie gehouden, en
misbruik gemaakt van de kwetsbare positie van die [slachtoffer 1] , en
(aldus) in een (verder) van verdachte en verdachtes mededader, afhankelijke en kwetsbare positie gebracht/gehouden ;
3.
hij op 24 september 2015 te Haarlem tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en door een of meer listige kunstgrepen,
- [slachtoffer 4] , geboren op [geboortedatum 2] te [geboorteplaats 2] ,
heeft bewogen tot de afgifte van een mobiele telefoon te weten: een Apple iPhone 6 plus (128 GB, zwartkleurig), hebben de verdachte en zijn mededader met voren omschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
  • zich (via de website www.marktplaats.nl) voorgedaan als [nickname medeverdachte 2] , en
  • de genoemde mobiele telefoon betaald met vals geld, te weten: 6 (zes) valse bankbiljetten van 100 euro en 3 (drie) valse bankbiljetten van 50 euro ;
en
hij op 18 oktober 2015 te Leiderdorp , met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door een listige
kunstgre
ep,
- [slachtoffer 3] , geboren op [geboortedatum 3] te [geboorteplaats 3]
heeft bewogen tot de afgifte van mobiele telefoons te weten: een Apple iPhone 6 plus (128GB, goudkleurig), ,
heeftde met voren omschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
- de genoemde mobiele telefoon betaald met vals geld, te weten: 14 (veertien) valse bankbiljetten van 5 euro;
4.
hij in de periode van 24 september 2015 en te Haarlem tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk als echte en onvervalste bankbiljetten heeft uitgegeven, te weten bij een verkoper van Marktplaats:
- [slachtoffer 4] , geboren op [geboortedatum 2] te [geboorteplaats 2] ,
- 6 ( zes) valse bankbiljetten van 100 euro en 3 (drie) valse bankbiljetten van 50 euro waarvan de valsheid of vervalsing verdachte en zijn medeverdachte, toen hij met die bankbiljetten betaalde bekend waren.
en
hij in de periode van 18 oktober 2015 te Leiderdorp , opzettelijk als echte en onvervalste bankbiljetten heeft uitgegeven, te weten bij een verkoper van Marktplaats:
-
- [slachtoffer 3] , geboren op [geboortedatum 3] te [geboorteplaats 3]
14 ( veertien) valse bankbiljetten van 5 euro waarvan de valsheid of vervalsing verdachte , toen hij met die bankbiljetten betaalde bekend was.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de bewezenverklaarde tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.

6.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:

1.medeplegen van mensenhandel

3.medeplegen van oplichting

en
oplichting
4. medeplegen van opzettelijk als echt en onvervalst uitgeven van geld waarvan de valsheid bij ontvangst bekend was
en
opzettelijk als echt en onvervalst uitgeven van geld waarvan de valsheid bij ontvangst bekend was
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

7.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

8.Motivering straf

8.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
8.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich, samen met zijn medeverdachte, schuldig gemaakt aan mensenhandel. Hij heeft met het oogmerk tot seksuele uitbuiting voor het [slachtoffer 1] een werkplek laten regelen, advertenties waarin seksuele handelingen tegen betaling werden aangeboden laten maken en beheren, de prijzen voor deze handelingen bepaald en contact met de klanten laten hebben. Het geld dat [slachtoffer 1] verdiende moest zij voor de helft aan de verdachte afstaan, van haar eigen helft moest ze de vaste lasten en het levensonderhoud betalen.
Dergelijk handelen is strafbaar gesteld om tegen te gaan dat personen die zich in een kwetsbare positie bevinden, bijvoorbeeld omdat zij illegaal in Nederland verblijven, worden uitgebuit. Naar het oordeel van de rechtbank verdient mensenhandel een forse bestraffing, gelet op de inbreuk die daarbij wordt gemaakt op fundamentele rechten als de menselijke waardigheid en de persoonlijke vrijheid. Mensenhandel is een zeer vergaande manier van uitbuiting, waarbij de lichamelijke en geestelijke integriteit van de slachtoffers geheel ondergeschikt wordt gemaakt aan het geldelijk gewin van de daders. Door het handelen van de verdachte en zijn medeverdachte zal [slachtoffer 1] , naar de ervaring leert, nog gedurende zeer lange tijd psychische en emotionele schade ondervinden.
Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan oplichting door zich tegenover de aangeefsters voor te doen als bonafide koper en door bij de aankoop van mobiele telefoons met vals geld te betalen. De verdachte heeft misbruik gemaakt van het vertrouwen van de aangeefsters en heeft hen financiële schade toegebracht. Oplichtingspraktijken als de onderhavige schaden het vertrouwen in eerlijke handel en verstoren de werking van populaire handelsplatformen op internet. Ook heeft de verdachte door zijn handelswijze bijgedragen aan de aantasting van het vertrouwen dat aan bankbiljetten een bepaalde (daarop vermelde) waarde kan worden toegerekend.
De rechtbank neemt het de verdachte zeer kwalijk dat hij zich bij het plegen van de feiten uitsluitend heeft laten leiden door geldelijk gewin en puur persoonlijk belang en zich op geen enkele manier heeft bekommerd om de gevolgen voor de benadeelden.
De rechtbank houdt rekening met het tijdsverloop tussen de dag waarop de verdachte in verzekering is gesteld en de dag van de uitspraak, een periode die de redelijke termijn te boven gaat.
8.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
8.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 17 september 2018, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
8.3.2.
Rapportages
Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 10 september 2018. Dit rapport houdt onder meer het volgende in.
In geval van een veroordeling adviseert de reclassering een straf zonder bijzondere voorwaarden, omdat deze niet (meer) geïndiceerd zijn. De verdachte is de afgelopen drie jaar niet meer voor soortgelijke feiten in aanraking geweest met justitie en heeft aangegeven dat hij op dit moment geen behoefte heeft aan hulp bij zijn financiën en het verwerken van jeugdervaringen. Omdat de verdachte het tenlastegelegde ontkent, kan niet bepaald worden of er een kans op recidive dan wel letselschade is.
Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zou ertoe kunnen leiden dat de verdachte zijn studie moet staken en zijn baan verliest.
De rechtbank heeft acht geslagen op dit rapport.
8.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf van langere duur. Bij de bepaling daarvan heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

9.Vorderingen benadeelde partijen

Benadeelde partij [benadeelde 2]
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd [benadeelde 2] ter zake van feit 2, bij de gemachtigde mr. A. Koopsen, advocaat te Alkmaar. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 19.200,00 aan materiële schade en een vergoeding van € 10.000,00 aan immateriële schade.
De benadeelde partij zal in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, nu aan de verdachte geen straf of maatregel is opgelegd en artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht geen toepassing heeft gevonden ten aanzien van benadeelde partij [benadeelde 2] in feit 2. In deze procedure wordt over de gevorderde schadevergoeding geen inhoudelijke beslissing genomen.
Nu de benadeelde partij niet-ontvankelijk zal worden verklaard, zal deze worden veroordeeld in de kosten door de verdachte ter verdediging van de vordering gemaakt, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil.
Benadeelde partij [benadeelde 4]
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd [benadeelde 4] ter zake van het onder 3 tenlastegelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 750,00 aan materiële schade.
9.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de vordering in zijn geheel toe te wijzen.
9.2.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren, omdat vrijspraak is bepleit.
9.3.
Beoordeling door de rechtbank
Nu is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks materiële schade is toegebracht en de gevorderde schadevergoeding de rechtbank ook niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt, zal de vordering van € 750,00 worden toegewezen.
Nu de verdachte het strafbare feit ter zake waarvan schadevergoeding zal worden toegekend samen met een mededader heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Indien en voor zover de mededader de benadeelde partij betaalt, is de verdachte in zoverre jegens de benadeelde partij van deze betalingsverplichting bevrijd.
De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 24 september 2015.
Nu de vordering van de benadeelde partij zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt tot op heden begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Benadeelde partij [benadeelde 3]
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd [benadeelde 3] ter zake van het onder 3 tenlastegelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 700,00 aan materiële schade.
9.4.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de vordering in zijn geheel toe te wijzen.
9.5.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren, omdat vrijspraak is bepleit.
9.6.
Beoordeling door de rechtbank
Nu is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks materiële schade is toegebracht en de gevorderde schadevergoeding de rechtbank ook niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt, zal de vordering van € 700,00 worden toegewezen.
De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 18 oktober 2015.
Nu de vordering van de benadeelde partij zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt tot op heden begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
9.7.
Conclusie
De verdachte moet de benadeelde partij [benadeelde 4] een schadevergoeding betalen van € 750,00 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 24 september 2015.
De verdachte moet de benadeelde partij [benadeelde 3] een schadevergoeding betalen van € 700,00 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 oktober 2015.
Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 36f, 47, 55, 209, 273f en 326 van het Wetboek van Strafrecht.

11.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

12.Beslissing

De rechtbank:
verklaart de dagvaarding nietig voor zover het betreft de zinsnede “en/of één of meer ander(en) onbekend gebleven perso(o)n(en)”;
verklaart de dagvaarding voor het overige geldig;
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het onder 2 tenlastegelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1 primair, 3 en 4 tenlastegelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 14 (veertien) maanden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte, die bij eerdere beslissing is geschorst;
verklaart de benadeelde partij [benadeelde 2] niet-ontvankelijk in de vordering;
veroordeelt de verdachte, hoofdelijk met diens mededader, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij
[benadeelde 4] te betalen een bedrag
van € 750,00 (zegge zevenhonderdvijftig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 24 september 2015 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [benadeelde 4] te betalen € 750,00 (hoofdsom, zegge zevenhonderdvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 24 september 2015 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van € 750,00 vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
15 (vijftien) dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij, waaronder begrepen betaling door zijn mededader, tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd;
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [benadeelde 3] , te betalen een bedrag van
€ 700,00 (zegge: zevenhonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 18 oktober 2015 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [benadeelde 3] te betalen € 700,00 (hoofdsom,
zegge: zevenhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 oktober 2015 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van € 700,00 vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
14 (veertien) dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. A. Hello, voorzitter,
en mrs. A.A. Kalk en R. Brand, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. drs. M.R. Moraal, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De oudste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst gewijzigde tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 14 november 2008 tot en met 13 april 2016 te Eindhoven en/of Helmond en/of Leeuwarden, en/of elders in Nederland
(lid 3)
tezamen en in vereniging met één of meer anderen, althans alleen,
(een) ander(en), te weten:
- [slachtoffer 1] ,
en/of één of meer ander(en) onbekend gebleven perso(o)n(en),
(lid 1 onder 1°)
door dwang, geweld en/of één of meer (andere) feitelijkheden en/of door dreiging met geweld en/of andere feitelijkheden, afpersing, misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van de kwetsbare positie, heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest en/of opgenomen met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer 1] ,
en/of
(lid 1 onder 4°)
(telkens) met één of meer van de onder 1° van voornoemde middelen, die [slachtoffer 1] heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten, en/of de onder 1° van dit artikel genoemde omstandigheden enige handeling(en)
heeft/hebben ondernomen waarvan hij, verdachte en/of diens mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer 1] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten,
en/of
(lid 1 onder 6°)
(telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [slachtoffer 1] ,
en/of
(lid 1 onder 9°)
(telkens) met één of meer van de onder 1° voornoemde middelen, die genoemde [slachtoffer 1] heeft bewogen hem, verdachte en/of diens mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van haar seksuele handelingen met en/of voor een derde,
immers hebben/heeft hij, verdachte, en/of een of meer van zijn mededader(s)
­ die [slachtoffer 1] overgebracht/vervoerd of laten overbrengen/vervoeren en/of hen/haar (vervolgens) ondergebracht in een woning, althans voor hen/haar (een) verblijfplaats(en)/ onderdak geregeld of laten regelen, en/of
­ die [slachtoffer 1] te werk gesteld als prostituee en/of aldaar als prostituee laten werken en/of voor die [slachtoffer 1] een werkplek geregeld of laten regelen waar zij als prostituee kon werken, en/of
­ (naakt)foto(s) van die [slachtoffer 1] gemaakt en/of laten maken ten behoeve van een advertentie en/of (vervolgens) (een) advertentie(s) met foto's en/of afbeeldingen (van die [slachtoffer 1] ) waarin seksuele handelingen tegen betaling werden aangeboden gemaakt en/of laten maken, en/of die advertentie op internet geplaatst en/of laten plaatsen (www.Kinky.nl), en/of
­ de prij(s)(zen) die ter zake van voornoemde seksuele handelingen in die advertentie(s) werd(en) opgenomen bepaald en/of (zonder medeweten van die [slachtoffer 1] ) kortingsacties op die prij(s)(zen) gehouden en/of die prij(s)(zen) (tijdelijk) verlaagd en/of (aldus) de financiële afhankelijkheid en/of het overwicht op die [slachtoffer 1] vergroot, en/of
­ die advertentie(s) beheerd door die te activeren, op te waarderen, op te hogen, en/of zogezegd 'omhoog te bellen', en/of (aldus) de financiële afhankelijkheid van en/of het overwicht op die [slachtoffer 1] vergroot, en/of
­ contact onderhouden met (een) klant(en) die belde(n) naar aanleiding van die advertenties, en/of
­ afspraken met die klant(en) gemaakt over het tijdstip van de (prostitutie)afspraak, en/of de te verrichten seksuele handeling(en) door de prostituee(s) en/of de prijs die daarvoor betaald moest worden, en/of
­ die gemaakte afspraken met de klanten medegedeeld aan die [slachtoffer 1] , en/of (aldus) bepaald welke seksuele handelingen en/of met welke perso(o)n(en) en/of wanneer die [slachtoffer 1] (prostitutiewerkzaamheden) diende te verrichten, en/of
­ instructies gegeven en/of laten geven aan die [slachtoffer 1] , teneinde (de inkomsten uit) de prostitutiewerkzaamheden van die [slachtoffer 1] te controleren, en/of
­ die [slachtoffer 1] opgedragen het door haar/hen in de prostitutie verdiende geld (gedeeltelijk) aan hem, verdachte en/of zijn mededader(s) af te geven en/doen afstaan en/of doen afdragen, en/of
­ (aldus) die [slachtoffer 1] in een (verder) van hem/hen, verdachte en/of verdachtes mededader(s), afhankelijke positie gehouden, en/of
­ misbruik gemaakt van de kwetsbare positie van die [slachtoffer 1] , en/of
­ (aldus) in een (verder) van verdachte en/of verdachtes mededader(s), afhankelijke en/of kwetsbare positie gebracht/gehouden en/of in (een) positie/situatie(s) gebracht waarin zij zich niet of (te) weinig kon onttrekken aan verdachte en/of verdachtes mededader(s) en/of (aldus) in een zodanige (financiële) situatie gebracht en/of gehouden dat zij voor het verwerven van inkomsten (uit prostitutiewerkzaamheden)(nagenoeg) volledig afhankelijk was/waren van verdachte en/of zijn mededader(s);
Subsidiair
[medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 1] en/of (een) (tot op heden onbekend(e) gebleven) perso(o)n(en) in of omstreeks de periode van 14 november 2008 tot en met 13 april 2016 te Eindhoven en/of Helmond, en/of elders in Nederland en/of Marokko,
(lid 3)
tezamen en in vereniging met één of meer anderen, althans alleen,
(een) ander(en), te weten:
- [slachtoffer 1] , en/of
één of meer ander(en) onbekend gebleven perso(o)n(en),
(lid 1 onder 1°)
door dwang, geweld en/of één of meer (andere) feitelijkheden en/of door dreiging met geweld en/of andere feitelijkheden, afpersing, misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van de kwetsbare positie, heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest en/of opgenomen met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer 1] ,
en/of
(lid 1 onder 4°)
(telkens) met één of meer van de onder 1° van voornoemde middelen, die [slachtoffer 1] heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten, en/of de onder 1° van dit artikel genoemde omstandigheden enige handeling(en)
heeft/hebben ondernomen waarvan hij, verdachte en/of diens mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer 1] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten,
en/of
(lid 1 onder 6°)
(telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [slachtoffer 1] ,
en/of
(lid 1 onder 9°)
(telkens) met één of meer van de onder 1° voornoemde middelen, die genoemde [slachtoffer 1] heeft bewogen hem, verdachte en/of diens mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van haar seksuele handelingen met en/of voor een derde,
immers heeft/hebben/is/zijn die (een) (tot op heden onbekend(e) gebleven) perso(o)n(en) toen aldaar
­ die [slachtoffer 1] te werk gesteld als prostituee en/of aldaar als prostituee laten werken, en/of
­ die [slachtoffer 1] opgedragen het door haar in de prostitutie verdiende geld aan hem af te geven en/doen afstaan en/of doen afdragen, en/of
­ die [slachtoffer 1] in contact gebracht met verdachte in Eindhoven, althans Nederland,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf hij, verdachte, in of omstreeks de periode van 14 november 2008 tot en met 13 april 2016 te Eindhoven en/of Helmond en/of Leeuwarden, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal (telkens) opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest,
immers heeft/hebben/is/zijn hij, verdachte en/of diens mededader(s)
­ die [slachtoffer 1] overgebracht/vervoerd of laten overbrengen/vervoeren en/of hen/haar (vervolgens) ondergebracht in een woning, althans voor hen/haar (een) verblijfplaats(en)/
onderdak geregeld of laten regelen, en/of
­ die [slachtoffer 1] te werk gesteld als prostituee en/of aldaar als prostituee laten werken en/of voor die [slachtoffer 1] een werkplek geregeld of laten regelen waar zij als prostituee kon werken, en/of
­ (naakt)foto(s) van bovengenoemde betrokken gemaakt en/of laten maken ten behoeve van een advertentie en/of (vervolgens) (een) advertentie(s) met foto's en/of afbeeldingen (van die [slachtoffer 1] ) waarin seksuele handelingen tegen betaling werden aangeboden gemaakt en/of laten maken, en/of die advertentie op internet geplaatst en/of laten plaatsen (www.Kinky.nl), en/of
­ de prij(s)(zen) die ter zake van voornoemde seksuele handelingen in die advertentie(s) werd(en) opgenomen bepaald en/of (zonder medeweten van die [slachtoffer 1] ) kortingsacties op die prij(s)(zen) gehouden en/of die prij(s)(zen) (tijdelijk) verlaagd en/of (aldus) de financiële afhankelijkheid en/of het overwicht op voornoemde betrokkene(n) vergroot, en/of
­ die advertentie(s) beheerd door die te activeren, op te waarderen, op te hogen, en/of zogezegd 'omhoog te bellen', en/of (aldus) de financiële afhankelijkheid van en/of het overwicht op die [slachtoffer 1] vergroot, en/of
­ contact onderhouden met (een) klant(en) die belde(n) naar aanleiding van die advertenties, en/of
­ afspraken met die klant(en) gemaakt over het tijdstip van de (prostitutie)afspraak, en/of de te verrichten seksuele handeling(en) door de prostituee(s) en/of de prijs die daarvoor betaald moest worden, en/of
­ die gemaakte afspraken met de klanten medegedeeld aan [slachtoffer 1] , en/of (aldus) bepaalde welke seksuele handelingen en/of met welke perso(o)n(en) en/of wanneer die [slachtoffer 1] (prostitutiewerkzaamheden) dienden te verrichten, en/of
­ instructies gegeven en/of laten geven aan die [slachtoffer 1] , teneinde (de inkomsten uit) de prostitutiewerkzaamheden van die [slachtoffer 1] te controleren, en/of
­ die [slachtoffer 1] opgedragen het door haar/hen in de prostitutie verdiende geld (gedeeltelijk) aan hem, verdachte en/of zijn mededader(s) af te geven en/doen afstaan en/of doen afdragen, en/of
­ (aldus) die [slachtoffer 1] in een (verder) van hem/hen, verdachte en/of verdachtes mededader(s), afhankelijke positie gehouden, en/of
­ misbruik gemaakt van de kwetsbare positie van die [slachtoffer 1] , en/of
­ (aldus) in een (verder) van verdachte en/of verdachtes mededader(s), afhankelijke en/of kwetsbare positie gebracht/gehouden en/of in (een) positie/situatie(s) gebracht waarin zij zich niet of (te) weinig kon onttrekken aan verdachte en/of verdachtes mededader(s) en/of (aldus) in een zodanige (financiële) situatie gebracht en/of gehouden dat zij voor het verwerven van inkomsten (uit prostitutiewerkzaamheden)(nagenoeg) volledig afhankelijk was/waren van verdachte en/of zijn mededader(s)
2.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2012 tot en met 14 juli 2014 te Rotterdam en/of Driebergen , en/of elders in Nederland, en/of België,
(lid 3)
tezamen en in vereniging met één of meer anderen, althans alleen,
(een) ander(en), te weten:
- [slachtoffer 2] (voorheen: [slachtoffer 2] ), en/of
één of meer ander(en) onbekend gebleven perso(o)n(en),
(lid 1 onder 1°)
door dwang, geweld en/of één of meer (andere) feitelijkheden en/of door dreiging met geweld en/of andere feitelijkheden, afpersing, misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van de kwetsbare positie, heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest en/of opgenomen met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer 2] ,
en/of
(lid 1 onder 3°)
heeft aangeworven, medegenomen of ontvoerd met het oogmerk die ander in een ander land, te weten Nederland, ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van één of meer seksuele handeling(en) met of voor een derde tegen betaling,
en/of
(lid 1 onder 4°)
(telkens) met één of meer van de onder 1° van voornoemde middelen, die [slachtoffer 2] heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten, en/of de onder 1° van dit artikel genoemde omstandigheden enige handeling(en)
heeft/hebben ondernomen waarvan hij, verdachte en/of diens mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer 2] zich daardoor beschikbaar zou(den) stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten,
en/of
(lid 1 onder 6°)
(telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die
[slachtoffer 2] ,
en/of
(lid 1 onder 9°)
(telkens) met één of meer van de onder 1° voornoemde middelen, die [slachtoffer 2] heeft bewogen hem, verdachte en/of diens mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van haar/hun seksuele handelingen met en/of voor een derde,
immers hebben/heeft hij, verdachte, en/of een of meer van zijn mededader(s)
­ vanuit België, althans vanuit een ander land dan Nederland naar/in Nederland, althans een ander land dan het land van herkomst, die [slachtoffer 2] overgebracht/vervoerd of laten overbrengen/vervoeren en/of haar (vervolgens) ondergebracht in een woning, althans voor hen/haar (een) verblijfplaats(en)/onderdak geregeld of laten regelen, en/of
­ die [slachtoffer 2] te werk gesteld als prostituee en/of aldaar als prostituee laten werken en/of voor die [slachtoffer 2] een werkplek geregeld of laten regelen waar zij als prostituee kon werken, en/of
­ (naakt)foto(s) van die [slachtoffer 2] gemaakt en/of laten maken ten behoeve van een advertentie en/of (vervolgens) (een) advertentie(s) met foto's en/of afbeeldingen (van die [slachtoffer 2] ) waarin seksuele handelingen tegen betaling werden aangeboden gemaakt en/of laten maken, en/of die advertentie op internet geplaatst en/of laten plaatsen (www.Kinky.nl), en/of
­ de prij(s)(zen) die ter zake van voornoemde seksuele handelingen in die advertentie(s) werd(en) opgenomen bepaald en/of (zonder medeweten van die [slachtoffer 2] ) kortingsacties op die prij(s)(zen) gehouden en/of die prij(s)(zen) (tijdelijk) verlaagd en/of (aldus) de financiële afhankelijkheid en/of het overwicht op die [slachtoffer 2] vergroot, en/of
­ die advertentie(s) beheerd door die te activeren, op te waarderen, op te hogen, en/of zogezegd 'omhoog te bellen', en/of (aldus) de financiële afhankelijkheid van en/of het overwicht op die [slachtoffer 2] vergroot, en/of
­ contact onderhouden met (een) klant(en) die belde(n) naar aanleiding van die advertenties, en/of
­ afspraken met die klant(en) gemaakt over het tijdstip van de (prostitutie)afspraak, en/of de te verrichten seksuele handeling(en) door de prostituee(s) en/of de prijs die daarvoor betaald moest worden, en/of
­ die gemaakte afspraken met de klanten medegedeeld aan die [slachtoffer 2] , en/of (aldus) bepaald welke seksuele handelingen en/of met welke perso(o)n(en) en/of wanneer die [slachtoffer 2] (prostitutiewerkzaamheden) diende te verrichten en/of
­ instructies gegeven en/of laten geven aan die [slachtoffer 2] , teneinde (de inkomsten uit) de prostitutiewerkzaamheden van die [slachtoffer 2] te controleren, en/of
­ die [slachtoffer 2] opgedragen het door haar in de prostitutie verdiende geld (gedeeltelijk) aan hem, verdachte en/of zijn mededader(s) af te geven en/doen afstaan en/of doen afdragen, en/of
­ (aldus) in een (verder) van verdachte en/of verdachtes mededader(s), afhankelijke en/of kwetsbare positie gebracht/gehouden en/of in (een) positie/situatie(s) gebracht waarin zij zich niet of (te) weinig kon onttrekken aan verdachte en/of verdachtes mededader(s) en/of (aldus) in een zodanige (financiële) situatie gebracht en/of gehouden dat zij voor het verwerven van inkomsten (uit prostitutiewerkzaamheden) (nagenoeg) volledig afhankelijk was/waren van verdachte en/of zijn mededader(s);
Subsidiair
[medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 1] en/of (een) (tot op heden
onbekend(e) gebleven) perso(o)n(en) in of omstreeks de periode van 1 januari 2011 tot en met 14 juli 2014 te Rotterdam en/of Driebergen althans in Nederland, en/of Madrid en/of Soria, althans in Spanje,
(lid 3)
tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen,
(een) ander(en), te weten:
- [slachtoffer 2] (voorheen: [slachtoffer 2] ),
en/of één of meer ander(en) onbekend gebleven perso(o)n(en),
(lid 1 onder 1°)
door dwang en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie, heeft geworven en/of vervoerd en/of gehuisvest en/of opgenomen met het oogmerk van (seksuele) uitbuiting van die [slachtoffer 2] ,
en/of
(lid 1 onder 4°)
die [slachtoffer 2] door voornoemde middelen, heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard) dan wel onder genoemde omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer 2] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard)
en/of
(lid 1 onder 6°)
opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de (seksuele) uitbuiting van die [slachtoffer 2] en/of
(lid 1 onder 9°)
die [slachtoffer 2] door voornoemde middelen, heeft gedwongen dan wel bewogen verdachte en/of zijn mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van haar, [slachtoffer 2] 's, seksuele handeling(en) met of voor (een) derde(n),
immers heeft/heeft/is/zijn die (een) (tot op heden onbekend(e) gebleven) perso(o)n(en) toen aldaar
­ een reis geregeld en/of georganiseerd van vanuit Lagos, Nigeria, naar Spanje, Frankrijk, België en/of Nederland, althans Europa, en/of
­ de kosten van die reis/reizen voorgeschoten en/of betaald, en/of
­ die [slachtoffer 2] mishandeld door haar tegen het lichaam te slaan en/of te stompen, en/of
­ het paspoort van die [slachtoffer 2] ingenomen en/of
­ een (vals) paspoort gemaakt/laten maken voor die [slachtoffer 2] , en/of
­ een voodoo/juju- ritueel voor (in ieder geval) die [slachtoffer 2] georganiseerd/laten organiseren en/of,
­ die [slachtoffer 2] een belofte (door middel van een voodoo/juju-ritueel) laten
afleggen tot het terugbetalen van een (groot) geldbedrag (van ongeveer 65.000
euro), en/of
­ die [slachtoffer 2] bedreigd door haar een voodoo/juju-ritueel te laten ondergaan waarbij haar de (ernstige) consequenties (zij zou dood gaan) indien zij de hiervoor genoemde belofte zou verbreken en/of niet zou nakomen, werden voorgehouden, en/of
  • een baan beloofd aan die [slachtoffer 2] in Spanje, Frankrijk, België en/of Nederland
  • een baan geregeld voor die [slachtoffer 2] (in de prostitutie), en/of
tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte op/in of omstreeks de periode van de periode van 1 januari 2012 tot en met 14 juli 2014 te Driebergen en/of Rotterdam, althans in Nederland, en/of in België, meermalen, althans eenmaal (telkens) opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, immers hebben/heeft hij, verdachte, en/of een of meer van zijn mededader(s)
  • vanuit België, althans vanuit een ander land dan Nederland naar/in Nederland, althans een ander land dan het land van herkomst, die [slachtoffer 2] overgebracht/vervoerd of laten overbrengen/vervoeren en/of haar (vervolgens) ondergebracht in een woning, althans voor hen/haar (een) verblijfplaats(en)/onderdak geregeld of laten regelen, en/of
  • die [slachtoffer 2] te werk gesteld als prostituee en/of aldaar als prostituee laten werken en/of voor die [slachtoffer 2] een werkplek geregeld of laten regelen waar zij als prostituee kon werken, en/of
  • (naakt)foto(s) van die [slachtoffer 2] gemaakt en/of laten maken ten behoeve van een advertentie en/of (vervolgens) (een) advertentie(s) met foto’s en/of afbeeldingen (van die [slachtoffer 2] ) waarin seksuele handelingen tegen betaling werden aangeboden gemaakt en/of laten maken, en/of die advertentie op internet geplaatst en/of laten plaatsen (www.kinky.nl), en/of
  • de prijs(s)(zen) die ter zake van voornoemde seksuele handelingen in die advertentie(s) werd(en) opgenomen bepaald en/of (zonder medeweten van die(en)) kortingsactis op die prij(s)(zen) gehouden en/of die prijs(s)(zen) (tijdelijk) verlaagd en/of (aldus) de financiële afhankelijkheid en/of het overwicht op die [slachtoffer 2] vergroot, en/of
  • die advertentie(s) beheerd door die te activeren, op te waarderen, op te hogen, en/of zogezegd ‘omhoog te bellen’, en/of (aldus) de financiële afhankelijkheid van en/of het overwicht op die [slachtoffer 2] vergroot, en/of
  • contact onderhouden met (een) klant(en) die belde(n) naar aanleiding van die advertenties, en/of
  • afspraken met die klant(en) gemaakt over het tijdstip van de (prostitutie)afspraak, en/of de te verrichten seksuele handeling(en) door de prostituee(s) en/of de prijs die daarvoor betaald moest worden, en/of
  • die gemaakte afspraken met de klanten medegedeeld aan die [slachtoffer 2] , en/of (aldus) bepaald welke seksuele handelingen en/of met welke perso(o)n(en) en/of wanneer die [slachtoffer 2] (prostitutiewerkzaamheden) diende te verrichten, en/of
  • instructies gegeven en/of laten geven aan die [slachtoffer 2] , teneinde (de inkomsten uit) de prostitutiewerkzaamheden van die [slachtoffer 2] te controleren, en/of
  • die [slachtoffer 2] opgedragen het door haar in de prostitutie verdiende geld (gedeeltelijk) aan hem, verdachte en/of zijn mededader(s) af te geven en/doen afstaan en/of doen afdragen, en/of
  • (aldus) die [slachtoffer 2] in een (verder) van hem/hen, verdachte en/of verdachtes mededader(s), afhankelijke positie gehouden, en/of
  • misbruik gemaakt van de kwetsbare positie van die [slachtoffer 2] , en/of
  • (aldus) in een (verder) van verdachte en/of verdachtes mededader(s), afhankelijke en/of kwetsbare positie gebracht/gehouden en/of in (een) postitie/situatie(s) gebracht waarin zij zich niet of (te) weinig kon onttrekken aan verdachte en/of verdachtes mededader(s) en/of (aldus) in een zodanige (financiële) situatie gebracht en/of gehouden dat zij voor het verwerven van inkomsten (uit prostitutiewerkzaamheden) (nagenoeg) volledig afhankelijk was/waren van verdachte en/of zijn mededaders(s).
3.
hij op of omstreeks 24 september 2015 en/of 18 oktober 2015 te Haarlem en/of Leiderdorp , in elk geval in één of meer plaatsen in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of door een of meer listige
kunstgrepen,
- [slachtoffer 4] , geboren op [geboortedatum 2] te [geboorteplaats 2] , en/of
- [slachtoffer 3] , geboren op [geboortedatum 3] te [geboorteplaats 3]
(telkens) heeft bewogen tot de afgifte van (een) mobiele telefoon(s) te weten: een Apple iPhone 6 plus (128 GB, zwartkleurig) en/of een Apple iPhone 6 plus (128GB, goudkleurig), in elk geval van enig(e) goed(eren), hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) met voren omschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
  • zich (via de website www.martplaats.nl) voorgedaan als [nickname medeverdachte 2] en/of [nickname 2 verdachte] , en/of
  • de genoemde mobiele telefoon(s) betaald met vals geld, te weten: 6 (zes) valse bankbiljetten van 100 euro en 3 (drie) valse bankbiljetten van 50 euro en/of 14 (veertien) valse bankbiljetten van 5 euro;
4.
hij in of omstreeks de periode van 24 september 2015 en/of 18 oktober 2015 te Haarlem en/of Leiderdorp , in elk geval in één of meer plaatsen in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, één of meermalen (telkens) opzettelijk (een) als echt(e) en onvervalst(e) bankbiljet(ten) heeft uitgegeven, te weten bij (een) verkoper(s) van Marktplaats:
- [slachtoffer 4] , geboren op [geboortedatum 2] te [geboorteplaats 2] , en/of
- [slachtoffer 3] , geboren op [geboortedatum 3] te [geboorteplaats 3]
6 ( zes) valse bankbiljetten van 100 euro en 3 (drie) valse bankbiljetten van 50 euro en/of 14 (veertien) valse bankbiljetten van 5 euro die verdachte en/of zijn mededader(s) zelf (telkens) heeft/hebben nagemaakt en/of vervalst, of waarvan de valsheid of vervalsing verdachte en/of zijn medeverdachte(n), toen hij met dat/die bankbiljet(ten) betaalde(n), (telkens) bekend was/waren.

Voetnoten

2.vgl. Gerechtshof Amsterdam 27 juni 2018, ECLI:NL:GHAMS:2018:1981