ECLI:NL:RBROT:2018:8791

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
23 oktober 2018
Publicatiedatum
25 oktober 2018
Zaaknummer
10/750247-15
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Partieel nietige dagvaarding en veroordeling voor mensenhandel en oplichting

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 23 oktober 2018 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van mensenhandel en oplichting. De rechtbank oordeelde dat de dagvaarding partieel nietig was, omdat deze niet voldeed aan de eisen van artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering. De verdachte was samen met een medeverdachte betrokken bij het prostitutiewerk van een kwetsbaar slachtoffer, waarbij misbruik werd gemaakt van de feitelijke verhoudingen en de kwetsbare positie van het slachtoffer. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het medeplegen van mensenhandel, waarbij zij het oogmerk tot uitbuiting had. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 10 maanden, waarvan 7 maanden voorwaardelijk, en kreeg een proeftijd van 2 jaar. Daarnaast werd de verdachte ook schuldig bevonden aan medeplegen van oplichting en het uitgeven van vals geld, wat resulteerde in een veroordeling voor deze feiten. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers, en legde een straf op die recht deed aan de gepleegde delicten.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10/750247-15
Datum uitspraak: 23 oktober 2018
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte],
geboren te [geboorteplaats verdachte] ( [geboorteland verdachte] ) op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres verdachte] , [woonplaats verdachte] ,
raadsman mr. R. Bonis, advocaat te Dordrecht.

1.Onderzoek op de terechtzittingen

Gelet is op het onderzoek op de terechtzittingen van 8 en 9 oktober 2018.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding, zoals deze op de terechtzitting van 16 januari 2018 overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd. De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. M. Blom heeft gevorderd:
  • vrijspraak van het onder 2 tenlastegelegde;
  • bewezenverklaring van het onder 1 primair, 3 en 4 tenlastegelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden met aftrek van het voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar, met daarbij de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering.

4.Geldigheid van de dagvaarding

4.1.
Standpunt van de verdediging
De dagvaarding is ten aanzien van de zinsnede “en/of één of meer ander(en) onbekend gebleven perso(o)n(en)” onvoldoende feitelijk en duidelijk omschreven, zoals bedoeld in artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering. De dagvaarding dient om die reden partieel nietig te worden verklaard.
4.2.
Standpunt van de officier van justitie
Het verweer van de verdediging kan niet slagen, omdat uit het dossier blijkt dat er mogelijk sprake is van andere, al dan niet onbekend gebleven, slachtoffers. De door de verdediging betwiste zinsnede is om die reden voldoende feitelijk.
4.3.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank stelt vast dat de verdachte met de wijziging tenlastelegging uitsluitend nog een verwijt wordt gemaakt betreffende de slachtoffers [naam slachtoffer 1] en [naam slachtoffer 2] . Van andere slachtoffers die uit het dossier naar voren komen zijn de namen bekend en deze zijn niet (meer) in de dagvaarding opgenomen. De rechtbank is van oordeel dat - ook bezien in het licht van de inhoud van het dossier - de aanduiding “en/of één of meer ander(en) onbekend gebleven perso(o)n(en)” onvoldoende specifiek en feitelijk is en wel zodanig dat het voor de verdachte niet duidelijk is waartegen men zich dient te verweren. Daarmee voldoet deze zinsnede niet aan de eisen die in artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering aan de dagvaarding worden gesteld. De dagvaarding zal in zoverre nietig worden verklaard.
4.4.
Conclusie
De dagvaarding is partieel nietig ten aanzien van de zinsnede “en/of één of meer ander(en) onbekend gebleven perso(o)n(en)”.

5.Waardering van het bewijs

Feit 1 (slachtoffer [naam slachtoffer 1] )
5.1.
Bewijswaardering
5.1.1.
Standpunt van de verdediging
Uit het dossier blijkt onvoldoende van uitbuiting van [naam slachtoffer 1] door de verdachte. Door de verdachte zijn slechts hand- en spandiensten verricht die hoofdzakelijk bestonden uit het doorgeven van telefonische afspraken en het aanpassen van advertenties, waarbij zij geen misbruik heeft gemaakt van een kwetsbare situatie of een uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht. Uit het dossier blijkt verder niet dat de verdachte een overwicht op [naam slachtoffer 1] had. Daarnaast heeft [naam slachtoffer 1] de vrijheid en de mogelijkheid gehad en benut om uit het zicht van de autoriteiten te raken toen de B9-regeling eindigde en zij weer in de prostitutie ging werken. Zij had daarmee een keuzevrijheid, zij had andere keuzes kunnen maken maar heeft die niet gemaakt.
Van de financiële afwikkeling heeft de verdachte geen weet gehad. Ze wist van de prijzen die door klanten werden betaald, maar wat er voor de dames van overbleef was haar niet bekend. Het is bij louter het verlenen van hulp gebleven en daarmee kan niet van medeplegen van of medeplichtigheid aan uitbuiting worden gesproken.
5.1.2.
Beoordeling door de rechtbank
De verdenking van de verdachte komt er - kort gezegd - op neer dat zij en haar medeverdachten zich in de periode 1 januari 2014 tot en met 13 april 2016 schuldig hebben gemaakt aan het medeplegen van mensenhandel. De tenlastelegging is geënt op de delictsomschrijvingen van artikel 273f, eerste lid, onderdelen 1, 4, 6 en 9 van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank stelt de volgende feiten en omstandigheden vast.
[naam slachtoffer 1] kwam gedurende het onderzoek Idaho in beeld toen de telefoons van de verdachten werden getapt. Uit de taplijnen bleek dat de verdachte , tevens de vriendin van de medeverdachte [naam medeverdachte 1] , naar meerdere telefoonnummers belde als zij een afspraak had gemaakt met een klant. Eén van deze telefoonnummers, [gsm-nummer] , bleek van [naam slachtoffer 1] te zijn. Onderzoek wees uit dat dit telefoonnummer in april 2016 in Helmond aanstraalde, vermoedelijk aan de [adres delict] . Op 13 april 2016 vond een controle plaats op dit adres en daar werd [naam slachtoffer 1] aangetroffen. Zij verklaarde dat zij in 2008 in Nederland was gekomen en in Eindhoven in de prostitutie had gewerkt. In 2011 heeft ze aangifte gedaan van mensenhandel en is in de B9-procedure terecht gekomen. Sinds 22 oktober 2015 verbleef zij illegaal in Nederland.
Bij de rechter-commissaris heeft [naam slachtoffer 1] verklaard dat zij voor de verdachte en [naam medeverdachte 1] in de prostitutie heeft gewerkt. Zij had in eerste instantie contact met [naam medeverdachte 1] en kwam via hem in contact met de verdachte, omdat zij met elkaar samenwerkten. Er werden voor haar advertenties geplaatst op de websites sexjobs.nl en kinky.nl in de plaatsen Helmond, Den Bosch en Breda. Het beheer van de advertenties was in handen van de verdachte. Klanten belden naar haar om een afspraak te maken en een prijs af te spreken. Wanneer een afspraak was gemaakt, werd deze doorgebeld aan [naam slachtoffer 1] . Het was voor haar niet mogelijk om klanten die haar niet aanstonden te weigeren, omdat haar werd verteld dat de advertenties geld hadden gekost en afspraken met de klanten al geaccepteerd waren. Er waren ook al kosten voor de advertenties gemaakt. [naam slachtoffer 1] heeft aangegeven onder de hoede van de verdachten van 10:00 uur ’s ochtends tot 00.00 uur ’s nachts te hebben gewerkt en op één dag 5 tot 7 klanten te hebben ontvangen. [naam medeverdachte 1] kwam één keer per week het geld, de helft van haar verdiensten, ophalen. Daarnaast moest zij de verdachten van haar helft € 10,00 per dag betalen voor het opnemen van de telefoon en het gebruik van beltegoed.
De verklaringen van [naam slachtoffer 1] worden ondersteund door tapgesprekken en verklaringen van de verdachten op de zitting. De verdachte heeft verklaard dat zij de advertenties van [naam slachtoffer 1] beheerde, deze aanmaakte met foto’s en omhoog belde, en hielp met het zoeken van locaties via Marktplaats, kinky.nl en sexjobs.nl. De klanten belden naar de verdachte om een afspraak te maken en deze gaf zij door aan [naam slachtoffer 1] . Ook uit door de verdachte met [naam slachtoffer 1] gevoerde tapgesprekken komt naar voren dat zij klanten voor haar regelde. Uit deze gesprekken blijkt dat [naam slachtoffer 1] onder verschillende namen klanten moest ontvangen, afhankelijk van de advertentie waarop een klant had gereageerd. De prijzen werden door de verdachte met de klant afgesproken en vervolgens aan [naam slachtoffer 1] doorgegeven. Dat [naam slachtoffer 1] geen invloed had op de hoogte van de prijs, blijkt uit een tapgesprek van 16 november 2015. [naam slachtoffer 1] vraagt in dit gesprek waarom de aan de klant en haar doorgegeven prijs niet hoger ligt en krijgt als antwoord dat de verdachte van tijd tot tijd “een actie” doet om meer klanten te trekken. In de telefoon van de verdachte is een overzicht met verdiensten van [naam slachtoffer 1] in Leeuwarden en Den Bosch aangetroffen. De verdachte heeft bij de politie verklaard dat dit de verdiensten van [naam slachtoffer 1] van één dag zijn. De verdachte heeft verklaard met deze memo’s het overzicht aan verdiensten bij te houden om deze aan [naam medeverdachte 1] door te geven. Wanneer ‘het de moeite waard was’ voor [naam medeverdachte 1] , vertrok hij richting [naam slachtoffer 1] om haar af te dragen deel van haar verdiensten op te halen.
Uit tapgesprekken blijkt dat de verdachte regelmatig aan [naam medeverdachte 1] heeft doorgegeven dat er geld opgehaald kon worden en bovendien heeft de verdachte verklaard dat [naam medeverdachte 1] degene was die het geld bij de dames ophaalde. Daarnaast heeft [naam medeverdachte 1] op 18 november 2015 telefonisch contact gehad met de medeverdachte [naam medeverdachte 2] waarin gesproken werd over het feit dat [naam slachtoffer 1] een drankprobleem had en geen klanten meer moest krijgen. Als zij opgepakt zou worden door de politie, zouden ze bij [naam medeverdachte 1] uit kunnen komen. Ook heeft [naam medeverdachte 2] op 14 november 2015 een gesprek gevoerd met [naam slachtoffer 1] waarin zij zich beklaagt over het feit dat ene “ [naam 1] ” iedere drie dagen of per week een bedrag van € 400,00 tot € 700,00 ophaalt en de huur wil verhogen als het werk minder gaat. Door de politie is aannemelijk gemaakt dat met “ [naam 1] ” - [naam 2] - zijnde [naam medeverdachte 1] , wordt bedoeld.
Tussenconclusie
Uit het voorgaande blijkt naar het oordeel van de rechtbank dat de verdachte en haar medeverdachte [naam medeverdachte 1] betrokken zijn geweest bij het prostitutiewerk van [naam slachtoffer 1] . Zij hebben de locaties waar [naam slachtoffer 1] kon werken geregeld, hebben advertenties - met daarin de aangeboden seksuele handelingen en prijzen - aangemaakt en geplaatst op verschillende websites, hoogden deze advertenties op, maakten afspraken met de klanten en spraken daarbij de prijs af en gaven aan [naam slachtoffer 1] door welke naam zij moest gebruiken. Voor deze werkzaamheden moest [naam slachtoffer 1] de helft van haar verdiensten afstaan aan de verdachten. Uit het dossier komt naar voren dat de voornoemde activiteiten voornamelijk door [naam medeverdachte 1] werden aangestuurd en dat hij degene was die het verdiende geld bij [naam slachtoffer 1] op kwam halen. De verdachte had de rol van telefoniste op zich genomen en vormde in zoverre de tussenschakel tussen [naam slachtoffer 1] en de klanten, waarbij zij bovendien de omvang van de verdiensten bij hield.
Artikel 273f lid 1 sub 1, 4 en 9 Wetboek van Strafrecht: dwangmiddelen
Voor een bewezenverklaring van een tenlastelegging geënt op artikel 273f lid 1 sub 1, 4 en 9 is vereist dat komt vast te staan dat gebruik is gemaakt van een of meer van de in het eerste onderdeel van dit wetsartikel genoemde dwangmiddelen. De dwangmiddelen kunnen veelal uit de omstandigheden worden afgeleid. Voor een bewezenverklaring van de dwangmiddelen “misbruik van een kwetsbare positie” en “misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht” is vereist dat de verdachte zich bewust moet zijn geweest van deze situatie en de betreffende relevante feitelijke omstandigheden. Niet vereist is dat doelbewust gebruik is gemaakt van dwangmiddelen.
Misbruik van een kwetsbare positie van [naam slachtoffer 1]
Met een kwetsbare positie wordt een situatie bedoeld waarin de betrokkene geen andere werkelijke of aanvaardbare keuze heeft dan het misbruik te ondergaan. Een dergelijke situatie kan zich voordoen ten aanzien van personen die uit het buitenland komen, voornamelijk wanneer zij hier illegaal of ongedocumenteerd verblijven. Het gaat om situaties die leiden tot het ontbreken van vrijwilligheid, waartoe ook behoort het ontbreken of de vermindering van de mogelijkheid een bewuste keuze te maken.
[naam slachtoffer 1] verbleef vanaf 22 oktober 2015 illegaal in Nederland. Dit was bekend bij de verdachte en [naam medeverdachte 1] . Hierover is door [naam medeverdachte 1] onder meer gesproken met medeverdachte [naam medeverdachte 2] in een tapgesprek van 18 november 2016. In dit gesprek vertelt [naam medeverdachte 2] dat [naam slachtoffer 1] geen verblijfsvergunning heeft en het bevel heeft gekregen om Nederland te verlaten. Op de vraag van de rechter-commissaris aan [naam slachtoffer 1] waarom zij Nederland niet verlaten heeft, antwoordde [naam slachtoffer 1] dat ze altijd bang is en niet uit Nederland is weggegaan omdat ze niet wist waar ze dan heen moest. Ook heeft zij verklaard [naam medeverdachte 1] te hebben ontmoet op een feestje van [naam medeverdachte 2] in Leeuwarden, waarbij ze hem verteld heeft dat zij geen geldig legitimatiebewijs had en daarom niet aan werk kon komen. Daarnaast sprak ze niet goed Nederlands. [naam medeverdachte 1] wist nog wel werk voor haar, hij kon vrouwen op een website zetten en dat heeft hij voor haar gedaan.
[naam slachtoffer 1] bevond zich in een lastige financiële positie en wist geen andere uitweg dan als prostituee te werken, omdat zij niet op een andere manier geld kon verdienen. Bij de rechter-commissaris heeft zij verklaard het niet eerlijk te vinden dat zij een groot deel van haar verdiensten af moest staan aan de verdachten, maar dat zij geen keuze had. Ze kende niemand anders in de wereld van de prostitutie en heeft om die reden de voorwaarden van de verdachten geaccepteerd.
[naam slachtoffer 1] bevond zich bovendien in een vreemd land, was de Nederlandse taal niet machtig en was - mede bij gebreke van een sociaal netwerk en een eigen woning - voor hulp volledig afhankelijk van de verdachte en [naam medeverdachte 1] . Het vinden van legaal werk was niet mogelijk, gezien haar illegale status.
Gezien deze omstandigheden, in onderlinge samenhang bezien, is de rechtbank van oordeel dat [naam slachtoffer 1] geen reële of aanvaardbare andere keuze had dan zich te prostitueren en dat zij zich daarmee in een kwetsbare positie bevond, waarvan misbruik is gemaakt door de verdachte en [naam medeverdachte 1] .
Misbruik van een uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht
Bij het misbruik maken van een uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht is er sprake van een relationele ongelijkheid of van het brengen in een dergelijke situatie van ongelijkheid, waardoor de keuzevrijheid van [naam slachtoffer 1] is beperkt. Hiervan is volgens de wetgever sprake als een prostituee verkeert of komt te verkeren in een situatie die niet gelijk is aan de omstandigheden waarin een mondige prostituee in Nederland verkeert. Dit criterium omvat in ieder geval dat zij zelf bepaalt waar, wanneer, met wie, onder welke omstandigheden en tegen welke opbrengsten zij werkt.
[naam slachtoffer 1] was gezien haar verklaringen en de verklaringen van de verdachte volledig afhankelijk van haar en [naam medeverdachte 1] . Zij regelden locaties waar zij kon werken en beheerden de advertenties op de websites, belden deze advertenties omhoog en hielden kortingsacties om meer klanten te trekken, onderhielden het contact met de klanten en maakten afspraken. [naam slachtoffer 1] kon daarmee niet zelf bepalen wie ze als klant ontving, hoeveel klanten ze ontving op een dag en wanneer ze hen ontving. Bij de rechter-commissaris heeft zij verklaard dat zij maximaal zeven klanten per dag ontving tussen 10:00 uur ’s ochtends en 00:00 uur ’s nachts, zeven dagen per week. Tijdens werktijd moest zij paraat staan om mogelijke klanten te ontvangen. Uit de betreffende advertenties volgt ook dat de vrouwen nagenoeg de gehele dag en avond beschikbaar waren, 7 dagen per week. Voorts is - mede gezien het feit dat zij de Nederlandse taal niet beheerste - niet gebleken dat [naam slachtoffer 1] invloed had op de inhoud van de advertentie die op haar betrekking had.
De rechtbank is op grond van het vorenstaande van oordeel dat van een situatie gelijk aan die van een mondige prostituee in Nederland geen sprake was. De verdachte heeft met haar handelen bijgedragen aan het ontstaan en de instandhouding van deze situatie, waarmee zij - samen met [naam medeverdachte 1] - misbruik heeft gemaakt van het overwicht dat uit de feitelijke verhoudingen voortkwam.
Tussenconclusie
Op basis van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat er sprake is geweest van het gebruik van dwangmiddelen zoals bedoeld in artikel 273f, eerste lid, sub 1 van het Wetboek van Strafrecht.
Handelingen
Uit het voorgaande volgt voorts dat op basis van het dossier kan worden bewezen dat sprake is geweest van een handeling zoals bedoeld in artikel 273f lid 1 sub 1 Wetboek van Strafrecht, namelijk ‘huisvesten’.
(Oogmerk) van uitbuiting
De handelingen zoals deze zijn omschreven in sub 1 zijn slechts strafbaar als deze zijn gefaciliteerd door een dwangmiddel én als zij in samenhang met één of meer dwangmiddelen zijn begaan met het oogmerk van uitbuiting. Ten aanzien van sub 4 dient in dat verband te worden opgemerkt dat op grond van jurisprudentie van de Hoge Raad uitbuiting in dit onderdeel moet worden ingelezen. [1]
De uitbuiting(situatie) behoeft zich overigens niet daadwerkelijk te hebben gerealiseerd, het bestaan van het oogmerk daartoe is voldoende voor een bewezenverklaring.
Een oogmerk veronderstelt een noodzakelijkheidsbewustzijn en kan veelal worden afgeleid uit de omstandigheden. Het uitgangspunt is dat zodra er sprake is van een dwangmiddel, de eventuele (door de verdachte gestelde) vrijwilligheid van [naam slachtoffer 1] niet meer ter zake doet en er per definitie sprake is van een uitbuitingssituatie. Dit laatste geldt naar het oordeel van de rechtbank in het bijzonder indien sprake is van prostitutie onder invloed van een dwangmiddel, waarvan hier sprake is en waarbij sprake is van een forse inbreuk op de lichamelijke integriteit.
In het onderhavige geval is zoals gezegd misbruik gemaakt van de situatie waarin [naam slachtoffer 1] zich bevond. [naam slachtoffer 1] , die zo afhankelijk was van de verdachte en [naam medeverdachte 1] dat zij niet wist hoe zich buiten deze situatie staande te houden, is aan het werk gezet in een situatie die weinig tot geen vrijheid voor haar overliet en die enkel gericht was op het behalen van economisch voordeel. De rechtbank is van oordeel dat de verdachte en [naam medeverdachte 1] door te handelen zoals zij hebben gedaan en gelet op de in het voorgaande omschreven feiten en omstandigheden, het oogmerk tot uitbuiting van [naam slachtoffer 1] hebben gehad en dat in casu die uitbuitingssituatie zich ook daadwerkelijk heeft gerealiseerd.
Artikel 273f lid 1 sub 6 Wetboek van Strafrecht
De verdachte en [naam medeverdachte 1] hebben opzettelijk voordeel getrokken uit de prostitutiewerkzaamheden van [naam slachtoffer 1] . Uit een tapgesprek gevoerd tussen de verdachte en [naam medeverdachte 1] wordt besproken dat zij “gewoon dikke money gaan maken”. Dat daarvan ook daadwerkelijk sprake was wordt bevestigd door de tapgesprekken waarin over opbrengsten en de verdeling daarvan wordt gesproken en uit de memo’s op de telefoon van de verdachte, die zij zelf uitlegt als de opbrengst van [naam slachtoffer 1] van één dag. De rechtbank merkt op dat het daarbij over aanzienlijke bedragen gaat.
Artikel 273f lid 3 Wetboek van Strafrecht: medeplegen
De rechtbank acht op grond van het vorenstaande wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte en [naam medeverdachte 1] in hun werkzaamheden nauw en bewust samenwerkten. Door de verdachte is op de zitting en bij de politie verklaard dat zij contactadvertenties op internet plaatste, contact had met de klanten en vervolgens met de prostituee en aan [naam medeverdachte 1] doorgaf hoeveel een prostituee verdiend had op een dag. Als ‘het de moeite waard was’ voor [naam medeverdachte 1] om te gaan, reed hij naar de prostituee om het af te dragen deel bij haar op te halen. Daarnaast hebben de verdachten een relationeel verleden, samen twee kinderen en hebben zij op papier gezet dat alles wat zij verdienden, van hun beiden zou zijn.
Pleegperiode
Anders dan de officier van justitie, ziet de rechtbank geen aanleiding om aan te nemen dat [naam slachtoffer 1] in 2014 al voor de verdachten werkzaam was. De rechtbank gaat bij het vaststellen van de pleegperiode uit van het moment waarop zij illegaal in Nederland verbleef, vanaf 22 oktober 2015, mede nu [naam slachtoffer 1] zich met name ook daardoor vanaf die datum in een kwetsbare positie bevond.
5.1.3.
Conclusie
Bewezen is dat de verdachte het onder 1 primair tenlastegelegde heeft begaan.
Feit 2
5.2.
Vrijspraak zonder nadere motivering
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het onder 2 tenlastegelegde niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan zonder nadere motivering zal worden vrijgesproken.
Feiten 3 en 4
5.3.
Bewijswaardering
5.3.1.
Standpunt van de officier van justitie
Uit het dossier blijkt dat de verdachte telefonisch en via Marktplaats contact heeft opgenomen met de verkopers van de telefoons, waarna medeverdachte [naam medeverdachte 1] de telefoons is gaan kopen met vals geld. De verdachte heeft op de zitting aangegeven vermoedens te hebben gehad van het valse geld waarmee de telefoons werden afgerekend. Dat het niet in de haak was wat er gebeurde wist de verdachte, zij gebruikte immers niet voor niets de valse naam ‘ [valse naam verdachte] ’. De verdachte kan daarom de oplichting en het uitgeven van vals geld in zowel Haarlem als Leiderdorp worden verweten.
5.3.2.
Standpunt van de verdediging
Voor de feiten 3 en 4 bestaat onvoldoende wettig en overtuigend bewijs om tot een veroordeling te komen, zodat de verdachte hiervan dient te worden vrijgesproken. De verdachte heeft enkel de aangeefster uit Haarlem opgebeld om de afspraak voor de koop te maken en was niet op de hoogte van het feit dat [naam medeverdachte 1] de telefoon daar met vals geld zou betalen. Bij de koop van de telefoon in Leiderdorp was de verdachte in het geheel niet betrokken.
5.3.3.
Beoordeling door de rechtbank
Haarlem
Uit het dossier en de verklaringen van de verdachte op de zitting blijkt dat de verdachte aangeefster [naam slachtoffer 3] naar aanleiding van diens advertentie op Marktplaats onder de valse naam [valse naam verdachte] heeft opgebeld om een afspraak te maken voor de koop van haar iPhone. De verdachte heeft daarbij doorgegeven dat haar vriend de telefoon op zou komen halen. Vervolgens heeft zij de afspraak doorgegeven aan [naam medeverdachte 1] , die de telefoon van de aangeefster met het valse geld heeft gekocht. De verdachte heeft ter zitting aangegeven vermoedens te hebben gehad bij het uitgeven van vals geld door [naam medeverdachte 1] , omdat zij hem hierover met vrienden eerder had horen praten.
De rechtbank is van oordeel dat de verdachte gezien het voorgaande nauw en bewust samenwerkte met [naam medeverdachte 1] in het, door gebruik te maken van bovenstaande oplichtingsmiddelen, bewegen van aangeefster tot de verkoop van haar telefoon. De verdachte heeft zich daarmee schuldig gemaakt aan medeplegen van oplichting. In het verlengde daarvan acht de rechtbank ook het in vereniging uitgeven van vals geld bewezen, omdat het - gelet op de genoemde feiten en omstandigheden - naar haar oordeel niet anders kan zijn dan dat zij zich bewust was van het feit dat medeverdachte [naam medeverdachte 1] de telefoon met vals geld zou betalen.
Leiderdorp
Uit het dossier blijkt naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende dat de verdachte betrokken was bij de aankoop van de telefoon van aangeefster [naam slachtoffer 4] . Om die reden kunnen haar de oplichting en het uitgeven van vals geld ter zake niet worden verweten.
Zij zal derhalve van dit onderdeel van de tenlastelegging worden vrijgesproken.
5.3.4.
Conclusie
Bewezen is dat de verdachte samen met medeverdachte [naam medeverdachte 1] betrokken was bij de oplichting van aangeefster [naam slachtoffer 3] door gebruik te maken van vals geld, dat bij de aankoop van een Apple iPhone is uitgegeven.
Niet bewezen is dat de verdachte bij de oplichting van aangeefster [naam slachtoffer 4] nauw en bewust betrokken was.
5.4.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 3 en 4 tenlastegelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
zij in de periode van
22 oktober 2015tot en met 13 april 2016 te Helmond en/of Leeuwarden, en/of elders in Nederland
(lid 3)
tezamen en in vereniging met één ander,
een ander, te weten:
- [naam slachtoffer 1] ,
(lid 1 onder 1°)
door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en door misbruik van de kwetsbare positie, heeft gehuisvest met het oogmerk van uitbuiting van die [naam slachtoffer 1] ,
en
(lid 1 onder 4°)
(telkens) met één of meer van de onder 1° van voornoemde middelen, die [naam slachtoffer 1] heeft bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van diensten, en
metde onder 1° van dit artikel genoemde omstandigheden handelingen heeft ondernomen waarvan
zij, verdachte en diens mededader wisten dat die [naam slachtoffer 1] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van diensten,
en
(lid 1 onder 6°)
(telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [naam slachtoffer 1] ,
en
(lid 1 onder 9°)
(telkens) met één of meer van de onder 1° voornoemde middelen, die genoemde [naam slachtoffer 1] heeft bewogen haar, verdachte en diens mededader te bevoordelen uit de opbrengst van haar seksuele handelingen met en/of voor een derde,
immers hebben zij, verdachte, en haar mededader
die [naam slachtoffer 1] te werk gesteld als prostituee en aldaar als prostituee laten werken en voor die [naam slachtoffer 1] een werkplek geregeld of laten regelen waar zij als prostituee kon werken, en
(naakt)foto(s) gemaakt en/of laten maken ten behoeve van een advertentie en/of (een) advertentie met foto's en/of afbeeldingen (van die [naam slachtoffer 1] ) waarin seksuele handelingen tegen betaling werden aangeboden gemaakt en/of laten maken, en/of die advertentie op internet geplaatst of laten plaatsen (www.Kinky.nl), en
de prij(s)(zen) die ter zake van voornoemde seksuele handelingen in die advertentie(s) werd(en) opgenomen bepaald , en
die advertentie(s) beheerd door die te activeren, op te waarderen, op te hogen, en/of zogezegd 'omhoog te bellen', en/of (aldus) de financiële afhankelijkheid van en/of het overwicht op die [naam slachtoffer 1] vergroot, en
contact onderhouden met (een) klant(en) die belde(n) naar aanleiding van die advertenties, en
afspraken met die klant(en) gemaakt over het tijdstip van de (prostitutie)afspraak, en de te verrichten seksuele handeling(en) door de prostituee en de prijs die daarvoor betaald moest worden, en
die gemaakte afspraken met de klanten medegedeeld aan die [naam slachtoffer 1] , en
die [naam slachtoffer 1] opgedragen het door haar in de prostitutie verdiende geld (gedeeltelijk) aan haar, verdachte en diens mededader afdragen, en
(aldus) die [naam slachtoffer 1] in een (verder) van hem/hen, verdachte en/of verdachtes mededader, afhankelijke positie gehouden, en
misbruik gemaakt van de kwetsbare positie van die [naam slachtoffer 1] , en
(aldus) in een (verder) van verdachte en verdachtes mededader, afhankelijke en kwetsbare positie gebracht/gehouden ;
3.
zij op 24 september 2015 te Haarlem tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en door een of meer listige kunstgrepen,
- [naam slachtoffer 3] , geboren op [geboortedatum slachtoffer 3] te [geboorteplaats slachtoffer 3] ,
heeft bewogen tot de afgifte van een mobiele telefoon te weten: een Apple iPhone 6 plus (128 GB, zwartkleurig) , hebben de verdachte en haar mededader met voren omschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
  • zich (via de website www.marktplaats.nl) voorgedaan als [valse naam verdachte] , en
  • de genoemde mobiele telefoon betaald met vals geld, te weten: 6 (zes) valse bankbiljetten van 100 euro en 3 (drie) valse bankbiljetten van 50 euro ;
4.
zij
op24 september 2015 te Haarlem tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk als echte en onvervalste bankbiljetten heeft uitgegeven, te weten bij een verkoper van Marktplaats:
- [naam slachtoffer 3] , geboren op [geboortedatum slachtoffer 3] te [geboortedatum slachtoffer 3] , -
6 ( zes) valse bankbiljetten van 100 euro en 3 (drie) valse bankbiljetten van 50 euro waarvan de valsheid of vervalsing verdachte en haar medeverdachte, toen zij met die bankbiljetten betaalden, (telkens) bekend waren.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de bewezenverklaarde tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.

6.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:

1.medeplegen van mensenhandel

3.medeplegen van oplichting

4. medeplegen van opzettelijk als echt en onvervalst uitgeven van geld waarvan de valsheid bij ontvangst bekend is
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

7.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

8.Motivering straf

8.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
8.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich, samen met haar medeverdachte, schuldig gemaakt aan mensenhandel. Zij heeft met het oogmerk tot seksuele uitbuiting voor [naam slachtoffer 1] werkplekken geregeld, advertenties waarin seksuele handelingen tegen betaling werden aangeboden gemaakt en beheerd en contact met de klanten gehad. Het geld dat [naam slachtoffer 1] verdiende moest zij voor de helft afstaan, van haar eigen helft moest ze in ieder geval de telefoonkosten en haar levensonderhoud betalen.
Dergelijk handelen is strafbaar gesteld om tegen te gaan dat personen die zich in een kwetsbare positie bevinden, bijvoorbeeld omdat ze illegaal in Nederland verblijven, worden uitgebuit. Naar het oordeel van de rechtbank verdient mensenhandel een forse bestraffing, gelet op de inbreuk die daarbij wordt gemaakt op fundamentele rechten als de menselijke waardigheid en de persoonlijke vrijheid. Mensenhandel is een zeer vergaande manier van uitbuiting waarbij de lichamelijke en geestelijke integriteit van de slachtoffers geheel ondergeschikt wordt gemaakt aan het geldelijk gewin van de daders. Door het handelen van de verdachte en haar medeverdachte zal [naam slachtoffer 1] , naar de ervaring leert, nog lang psychische en emotionele schade ondervinden.
Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan oplichting door zich, samen met een ander, tegen over de aangeefster voor te doen als bonafide koper en bij de aankoop van de mobiele telefoon met vals geld te betalen. De verdachte heeft misbruik gemaakt van het vertrouwen van de aangeefster en heeft haar financiële schade toegebracht. Oplichtingspraktijken als de onderhavige schaden het vertrouwen in eerlijke handel en verstoren de werking van populaire handelsplatformen op internet. Ook heeft de verdachte door deze handelswijze bijgedragen aan de aantasting van het vertrouwen dat aan bankbiljetten een bepaalde (daarop vermelde) waarde kan worden toegerekend.
De rechtbank neemt het de verdachte kwalijk dat zij zich bij het plegen van de feiten uitsluitend heeft laten leiden door geldelijk gewin en een puur persoonlijk belang. Zij heeft zich op geen enkele manier bekommerd om de gevolgen voor de benadeelden.
De rechtbank houdt rekening met het tijdsverloop tussen de dag waarop de verdachte in verzekering is gesteld en de dag van de uitspraak, een periode die de redelijke termijn te boven gaat.
Voorts wordt rekening gehouden met het feit dat de verdachte ten aanzien van de bewezenverklaarde feiten een minder zware (niet initiërende) rol heeft vervuld dan haar medeverdachte [naam medeverdachte 1] en dat zij - anders dan hij - daarvan niet of nauwelijks daadwerkelijk financieel beter is geworden.
8.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
8.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 17 september 2018, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
8.3.2.
Rapportages
Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 20 maart 2018. Dit rapport houdt onder meer het volgende in.
De verdachte is een kwetsbare vrouw die moeite heeft om op haar eigen benen te staan. Vanuit die kwetsbaarheid zou zijn gemakkelijk beïnvloedbaar kunnen zijn en verkeerde keuzes kunnen maken, wat een risico vormt. Voornamelijk haar financiële situatie is zorgelijk en vormt een risicofactor. Positief is dat de verdachte zich op vrijwillige basis laat begeleiden door Stichting Humanitas. Duidelijk is dat zij graag haar opleiding tot secretarieel medewerker zou willen hervatten en afronden. Als dit om wat voor reden dan ook niet mogelijk is, is het van belang dat haar een traject wordt aangeboden waarvoor zij ook gemotiveerd is.
Er is een indicatie voor reclasseringstoezicht, wat de mogelijkheid zou bieden de gezinssituatie, de omgang met het sociale netwerk en de verstandhouding/omgang met haar ex-partner te monitoren. Specifieke aandacht voor de schuldenproblematiek en haar dagbesteding is geboden.
De reclassering adviseert een (gedeeltelijk) voorwaardelijke gevangenisstraf en een werkstraf, met daarbij de volgende bijzondere voorwaarden:
- meldplicht;
- de gedragsinterventie GI-RN cognitieve vaardigheden;
- verplichte begeleiding door een instantie op het gebied van schuldhulpverlening.
De rechtbank heeft acht geslagen op dit rapport.
8.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd.
Om de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen, legt de rechtbank een deel van deze gevangenisstraf voorwaardelijk op. Anders dan is geadviseerd en door de officier van justitie gevorderd, ziet de rechtbank evenwel geen aanleiding de verdachte te verplichten zich aan bijzondere voorwaarden te houden, omdat zij met de vrijwillig ingeroepen hulp voldoende begeleiding geniet.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

9.Vorderingen benadeelde partijen

Benadeelde partij [naam benadeelde 1]
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd [naam benadeelde 1] ter zake van feit 2, bij de gemachtigde mr. A. Koopsen, advocaat te Alkmaar. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 19.200,00 aan materiële schade en een vergoeding van € 10.000,00 aan immateriële schade.
De benadeelde partij zal in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, nu aan de verdachte ten aanzien van feit 2 geen straf of maatregel is opgelegd en artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht geen toepassing heeft gevonden. In deze procedure wordt over de gevorderde schadevergoeding geen inhoudelijke beslissing genomen.
Nu de benadeelde partij niet-ontvankelijk zal worden verklaard, zal deze worden veroordeeld in de kosten door de verdachte ter verdediging van de vordering gemaakt, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil.
Benadeelde partij [naam benadeelde 2]
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd [naam benadeelde 2] ter zake van het onder 3 tenlastegelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 750,00 aan materiële schade.
9.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de vordering in zijn geheel toe te wijzen.
9.2.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren, omdat een vrijspraak is bepleit.
9.3.
Beoordeling door de rechtbank
Nu is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks materiële schade is toegebracht en de gevorderde schadevergoeding de rechtbank ook niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt, zal de vordering van € 750,00 worden toegewezen.
Nu de verdachte het strafbare feit ter zake waarvan schadevergoeding zal worden toegekend samen met een mededader heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Indien en voor zover de mededader de benadeelde partij betaalt, is de verdachte in zoverre jegens de benadeelde partij van deze betalingsverplichting bevrijd.
De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 24 september 2015.
Nu de vordering van de benadeelde partij zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt tot op heden begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Benadeelde partij [naam benadeelde 3]
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd [naam benadeelde 3] ter zake van het onder 3 tenlastegelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 700,00 aan materiële schade.
De benadeelde partij zal in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, nu aan de verdachte ten aanzien van feit 3, voor zover betreffende de benadeelde partij [naam benadeelde 3] geen straf of maatregel is opgelegd en artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht geen toepassing heeft gevonden. In deze procedure wordt over de gevorderde schadevergoeding geen inhoudelijke beslissing genomen.
Nu de benadeelde partij niet-ontvankelijk zal worden verklaard, zal deze worden veroordeeld in de kosten door de verdachte ter verdediging van de vordering gemaakt, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil.
9.4.
Conclusie
De verdachte moet de benadeelde partij [naam benadeelde 2] een schadevergoeding betalen van € 750,00 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 24 september 2015.
Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 14c, 47, 55, 209, 273f en 326 van het Wetboek van Strafrecht.

11.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

12.Beslissing

De rechtbank:
verklaart de dagvaarding nietig voor zover het betreft de zinsnede “en/of één of meer ander(en) onbekend gebleven perso(o)n(en)”;
verklaart de dagvaarding voor het overige geldig;
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het onder 2 tenlastegelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1 primair, 3 en 4 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 10 (tien) maanden;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot 7 (zeven) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd, die hierbij wordt gesteld op 2 jaar, na te melden voorwaarden overtreedt;
stelt als algemene voorwaarde: de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte, die bij eerdere beslissing is geschorst;
verklaart de benadeelde partij [naam benadeelde 1] niet-ontvankelijk in de vordering;
veroordeelt de verdachte, hoofdelijk met diens mededader, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij
[naam benadeelde 2] te betalen een bedrag van
€ 750,00 (zegge zevenhonderdvijftig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 24 september 2015 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam benadeelde 2] te betalen € 750,00 (hoofdsom, zegge zevenhonderdvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 24 september 2015 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van € 750,00 vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
15 (vijftien) dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij, waaronder begrepen betaling door zijn mededader, tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd;
verklaart de benadeelde partij [naam benadeelde 3] niet-ontvankelijk in de vordering.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. A. Hello, voorzitter,
en mrs. A.A. Kalk en R. Brand, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. drs. M.R. Moraal, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De oudste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst gewijzigde tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
zij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 14 november 2008 tot en met 13 april 2016 te Eindhoven en/of Helmond en/of Leeuwarden, en/of elders in Nederland
(lid 3)
tezamen en in vereniging met één of meer anderen, althans alleen,
(een) ander(en), te weten:
- [naam slachtoffer 1] ,
en/of één of meer ander(en) onbekend gebleven perso(o)n(en),
(lid 1 onder 1°)
door dwang, geweld en/of één of meer (andere) feitelijkheden en/of door dreiging met geweld en/of andere feitelijkheden, afpersing, misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van de kwetsbare positie, heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest en/of opgenomen met het oogmerk van uitbuiting van die [naam slachtoffer 1] ,
en/of
(lid 1 onder 4°)
(telkens) met één of meer van de onder 1° van voornoemde middelen, die [naam slachtoffer 1] heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten, en/of de onder 1° van dit artikel genoemde omstandigheden enige handeling(en)
heeft/hebben ondernomen waarvan hij, verdachte en/of diens mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [naam slachtoffer 1] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten,
en/of
(lid 1 onder 6°)
(telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [naam slachtoffer 1] ,
en/of
(lid 1 onder 9°)
(telkens) met één of meer van de onder 1° voornoemde middelen, die genoemde [naam slachtoffer 1] heeft bewogen haar, verdachte en/of diens mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van haar seksuele handelingen met en/of voor een derde,
immers hebben/heeft zij, verdachte, en/of een of meer van haar mededader(s)
­ die [naam slachtoffer 1] overgebracht/vervoerd of laten overbrengen/vervoeren en/of hen/haar (vervolgens) ondergebracht in een woning, althans voor hen/haar (een) verblijfplaats(en)/ onderdak geregeld of laten regelen, en/of
­ die [naam slachtoffer 1] te werk gesteld als prostituee en/of aldaar als prostituee laten werken en/of voor die [naam slachtoffer 1] een werkplek geregeld of laten regelen waar zij als prostituee kon werken, en/of
­ (naakt)foto(s) van die [naam slachtoffer 1] gemaakt en/of laten maken ten behoeve van een advertentie en/of (vervolgens) (een) advertentie(s) met foto's en/of afbeeldingen (van die [naam slachtoffer 1] ) waarin seksuele handelingen tegen betaling werden aangeboden gemaakt en/of laten maken, en/of die advertentie op internet geplaatst en/of laten plaatsen (www.Kinky.nl), en/of
­ de prij(s)(zen) die ter zake van voornoemde seksuele handelingen in die advertentie(s) werd(en) opgenomen bepaald en/of (zonder medeweten van die [naam slachtoffer 1] ) kortingsacties op die prij(s)(zen) gehouden en/of die prij(s)(zen) (tijdelijk) verlaagd en/of (aldus) de financiële afhankelijkheid en/of het overwicht op die [naam slachtoffer 1] vergroot, en/of
­ die advertentie(s) beheerd door die te activeren, op te waarderen, op te hogen, en/of zogezegd 'omhoog te bellen', en/of (aldus) de financiële afhankelijkheid van en/of het overwicht op die [naam slachtoffer 1] vergroot, en/of
­ contact onderhouden met (een) klant(en) die belde(n) naar aanleiding van die advertenties, en/of
­ afspraken met die klant(en) gemaakt over het tijdstip van de (prostitutie)afspraak, en/of de te verrichten seksuele handeling(en) door de prostituee(s) en/of de prijs die daarvoor betaald moest worden, en/of
­ die gemaakte afspraken met de klanten medegedeeld aan die [naam slachtoffer 1] , en/of (aldus) bepaald welke seksuele handelingen en/of met welke perso(o)n(en) en/of wanneer die [naam slachtoffer 1] (prostitutiewerkzaamheden) diende te verrichten, en/of
­ instructies gegeven en/of laten geven aan die [naam slachtoffer 1] , teneinde (de inkomsten uit) de prostitutiewerkzaamheden van die [naam slachtoffer 1] te controleren, en/of
­ die [naam slachtoffer 1] opgedragen het door haar/hen in de prostitutie verdiende geld (gedeeltelijk) aan hem, verdachte en/of zijn mededader(s) af te geven en/doen afstaan en/of doen afdragen, en/of
­ (aldus) die [naam slachtoffer 1] in een (verder) van hem/hen, verdachte en/of verdachtes mededader(s), afhankelijke positie gehouden, en/of
­ misbruik gemaakt van de kwetsbare positie van die [naam slachtoffer 1] , en/of
­ (aldus) in een (verder) van verdachte en/of verdachtes mededader(s), afhankelijke en/of kwetsbare positie gebracht/gehouden en/of in (een) positie/situatie(s) gebracht waarin zij zich niet of (te) weinig kon onttrekken aan verdachte en/of verdachtes mededader(s) en/of (aldus) in een zodanige (financiële) situatie gebracht en/of gehouden dat zij voor het verwerven van inkomsten (uit prostitutiewerkzaamheden)(nagenoeg) volledig afhankelijk was/waren van verdachte en/of zijn mededader(s);
Subsidiair
[naam medeverdachte 1] en/of [naam medeverdachte 2] en/of (een) (tot op heden onbekend(e) gebleven) perso(o)n(en) in of omstreeks de periode van 14 november 2008 tot en met 13 april 2016 te Eindhoven en/of Helmond, en/of elders in Nederland en/of Marokko,
(lid 3)
tezamen en in vereniging met één of meer anderen, althans alleen,
(een) ander(en), te weten:
- [naam slachtoffer 1] , en/of
één of meer ander(en) onbekend gebleven perso(o)n(en),
(lid 1 onder 1°)
door dwang, geweld en/of één of meer (andere) feitelijkheden en/of door dreiging met geweld en/of andere feitelijkheden, afpersing, misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van de kwetsbare positie, heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest en/of opgenomen met het oogmerk van uitbuiting van die [naam slachtoffer 1] ,
en/of
(lid 1 onder 4°)
(telkens) met één of meer van de onder 1° van voornoemde middelen, die [naam slachtoffer 1] heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten, en/of de onder 1° van dit artikel genoemde omstandigheden enige handeling(en)
heeft/hebben ondernomen waarvan zij, verdachte en/of diens mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [naam slachtoffer 1] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten,
en/of
(lid 1 onder 6°)
(telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [naam slachtoffer 1] ,
en/of
(lid 1 onder 9°)
(telkens) met één of meer van de onder 1° voornoemde middelen, die genoemde [naam slachtoffer 1] heeft bewogen haar, verdachte en/of diens mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van haar seksuele handelingen met en/of voor een derde,
immers heeft/hebben/is/zijn die (een) (tot op heden onbekend(e) gebleven) perso(o)n(en) toen aldaar
­ die [naam slachtoffer 1] te werk gesteld als prostituee en/of aldaar als prostituee laten werken, en/of
­ die [naam slachtoffer 1] opgedragen het door haar in de prostitutie verdiende geld aan hem af te geven en/doen afstaan en/of doen afdragen, en/of
­ die [naam slachtoffer 1] in contact gebracht met verdachte in Eindhoven, althans Nederland,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf zij, verdachte, in of omstreeks de periode van 14 november 2008 tot en met 13 april 2016 te Eindhoven en/of Helmond en/of Leeuwarden, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal (telkens) opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest,
immers heeft/hebben/is/zijn hij, verdachte en/of diens mededader(s)
­ die [naam slachtoffer 1] overgebracht/vervoerd of laten overbrengen/vervoeren en/of hen/haar (vervolgens) ondergebracht in een woning, althans voor hen/haar (een) verblijfplaats(en)/
onderdak geregeld of laten regelen, en/of
­ die [naam slachtoffer 1] te werk gesteld als prostituee en/of aldaar als prostituee laten werken en/of voor die [naam slachtoffer 1] een werkplek geregeld of laten regelen waar zij als prostituee kon werken, en/of
­ (naakt)foto(s) van bovengenoemde betrokken gemaakt en/of laten maken ten behoeve van een advertentie en/of (vervolgens) (een) advertentie(s) met foto's en/of afbeeldingen (van die [naam slachtoffer 1] ) waarin seksuele handelingen tegen betaling werden aangeboden gemaakt en/of laten maken, en/of die advertentie op internet geplaatst en/of laten plaatsen (www.Kinky.nl), en/of
­ de prij(s)(zen) die ter zake van voornoemde seksuele handelingen in die advertentie(s) werd(en) opgenomen bepaald en/of (zonder medeweten van die [naam slachtoffer 1] ) kortingsacties op die prij(s)(zen) gehouden en/of die prij(s)(zen) (tijdelijk) verlaagd en/of (aldus) de financiële afhankelijkheid en/of het overwicht op voornoemde betrokkene(n) vergroot, en/of
­ die advertentie(s) beheerd door die te activeren, op te waarderen, op te hogen, en/of zogezegd 'omhoog te bellen', en/of (aldus) de financiële afhankelijkheid van en/of het overwicht op die [naam slachtoffer 1] vergroot, en/of
­ contact onderhouden met (een) klant(en) die belde(n) naar aanleiding van die advertenties, en/of
­ afspraken met die klant(en) gemaakt over het tijdstip van de (prostitutie)afspraak, en/of de te verrichten seksuele handeling(en) door de prostituee(s) en/of de prijs die daarvoor betaald moest worden, en/of
­ die gemaakte afspraken met de klanten medegedeeld aan [naam slachtoffer 1] , en/of (aldus) bepaalde welke seksuele handelingen en/of met welke perso(o)n(en) en/of wanneer die [naam slachtoffer 1] (prostitutiewerkzaamheden) dienden te verrichten, en/of
­ instructies gegeven en/of laten geven aan die [naam slachtoffer 1] , teneinde (de inkomsten uit) de prostitutiewerkzaamheden van die [naam slachtoffer 1] te controleren, en/of
­ die [naam slachtoffer 1] opgedragen het door haar/hen in de prostitutie verdiende geld (gedeeltelijk) aan hem, verdachte en/of zijn mededader(s) af te geven en/doen afstaan en/of doen afdragen, en/of
­ (aldus) die [naam slachtoffer 1] in een (verder) van hem/hen, verdachte en/of verdachtes mededader(s), afhankelijke positie gehouden, en/of
­ misbruik gemaakt van de kwetsbare positie van die [naam slachtoffer 1] , en/of
­ (aldus) in een (verder) van verdachte en/of verdachtes mededader(s), afhankelijke en/of kwetsbare positie gebracht/gehouden en/of in (een) positie/situatie(s) gebracht waarin zij zich niet of (te) weinig kon onttrekken aan verdachte en/of verdachtes mededader(s) en/of (aldus) in een zodanige (financiële) situatie gebracht en/of gehouden dat zij voor het verwerven van inkomsten (uit prostitutiewerkzaamheden)(nagenoeg) volledig afhankelijk was/waren van verdachte en/of zijn mededader(s)
2.
zij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2012 tot en met 14 juli 2014 te Rotterdam en/of Driebergen, en/of elders in Nederland, en/of België,
(lid 3)
tezamen en in vereniging met één of meer anderen, althans alleen,
(een) ander(en), te weten:
- [naam slachtoffer 2] , en/of
één of meer ander(en) onbekend gebleven perso(o)n(en),
(lid 1 onder 1°)
door dwang, geweld en/of één of meer (andere) feitelijkheden en/of door dreiging met geweld en/of andere feitelijkheden, afpersing, misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van de kwetsbare positie, heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest en/of opgenomen met het oogmerk van uitbuiting van die [naam slachtoffer 2] ,
en/of
(lid 1 onder 3°)
heeft aangeworven, medegenomen of ontvoerd met het oogmerk die ander in een ander land, te weten Nederland, ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van één of meer seksuele handeling(en) met of voor een derde tegen betaling,
en/of
(lid 1 onder 4°)
(telkens) met één of meer van de onder 1° van voornoemde middelen, die [naam slachtoffer 2] heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten, en/of de onder 1° van dit artikel genoemde omstandigheden enige handeling(en)
heeft/hebben ondernomen waarvan hij, verdachte en/of diens mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [naam slachtoffer 2] zich daardoor beschikbaar zou(den) stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten,
en/of
(lid 1 onder 6°)
(telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [naam slachtoffer 2] ,
en/of
(lid 1 onder 9°)
(telkens) met één of meer van de onder 1° voornoemde middelen, die [naam slachtoffer 2] heeft bewogen haar, verdachte en/of diens mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van haar/hun seksuele handelingen met en/of voor een derde,
immers hebben/heeft zij, verdachte, en/of een of meer van haar mededader(s)
­ vanuit België, althans vanuit een ander land dan Nederland naar/in Nederland, althans een ander land dan het land van herkomst, die [naam slachtoffer 2] overgebracht/vervoerd of laten overbrengen/vervoeren en/of haar (vervolgens) ondergebracht in een woning, althans voor hen/haar (een) verblijfplaats(en)/onderdak geregeld of laten regelen, en/of
­ die [naam slachtoffer 2] te werk gesteld als prostituee en/of aldaar als prostituee laten werken en/of voor die [naam slachtoffer 2] een werkplek geregeld of laten regelen waar zij als prostituee kon werken, en/of
­ (naakt)foto(s) van die [naam slachtoffer 2] gemaakt en/of laten maken ten behoeve van een advertentie en/of (vervolgens) (een) advertentie(s) met foto's en/of afbeeldingen (van die [naam slachtoffer 2] ) waarin seksuele handelingen tegen betaling werden aangeboden gemaakt en/of laten maken, en/of die advertentie op internet geplaatst en/of laten plaatsen (www.Kinky.nl), en/of
­ de prij(s)(zen) die ter zake van voornoemde seksuele handelingen in die advertentie(s) werd(en) opgenomen bepaald en/of (zonder medeweten van die [naam slachtoffer 2] ) kortingsacties op die prij(s)(zen) gehouden en/of die prij(s)(zen) (tijdelijk) verlaagd en/of (aldus) de financiële afhankelijkheid en/of het overwicht op die [naam slachtoffer 2] vergroot, en/of
­ die advertentie(s) beheerd door die te activeren, op te waarderen, op te hogen, en/of zogezegd 'omhoog te bellen', en/of (aldus) de financiële afhankelijkheid van en/of het overwicht op die [naam slachtoffer 2] vergroot, en/of
­ contact onderhouden met (een) klant(en) die belde(n) naar aanleiding van die advertenties, en/of
­ afspraken met die klant(en) gemaakt over het tijdstip van de (prostitutie)afspraak, en/of de te verrichten seksuele handeling(en) door de prostituee(s) en/of de prijs die daarvoor betaald moest worden, en/of
­ die gemaakte afspraken met de klanten medegedeeld aan die [naam slachtoffer 2] , en/of (aldus) bepaald welke seksuele handelingen en/of met welke perso(o)n(en) en/of wanneer die [naam slachtoffer 2] (prostitutiewerkzaamheden) diende te verrichten en/of
­ instructies gegeven en/of laten geven aan die [naam slachtoffer 2] , teneinde (de inkomsten uit) de prostitutiewerkzaamheden van die [naam slachtoffer 2] te controleren, en/of
­ die [naam slachtoffer 2] opgedragen het door haar in de prostitutie verdiende geld (gedeeltelijk) aan hem, verdachte en/of zijn mededader(s) af te geven en/doen afstaan en/of doen afdragen, en/of
­ (aldus) die [naam slachtoffer 2] in een (verder) van hem/hen, verdachte en/of verdachtes mededader(s), afhankelijke positie gehouden, en/of
­ Misbruik gemaakt van de kwetsbare positie van die [naam slachtoffer 2] , en/of
­ (aldus) in een (verder) van verdachte en/of verdachtes mededader(s), afhankelijke en/of kwetsbare positie gebracht/gehouden en/of in (een) positie/situatie(s) gebracht waarin zij zich niet of (te) weinig kon onttrekken aan verdachte en/of verdachtes mededader(s) en/of (aldus) in een zodanige (financiële) situatie gebracht en/of gehouden dat zij voor het verwerven van inkomsten (uit prostitutiewerkzaamheden) (nagenoeg) volledig afhankelijk was/waren van verdachte en/of zijn mededader(s);
Subsidiair
[naam medeverdachte 1] en/of [naam medeverdachte 3] en/of [naam medeverdachte 2] en/of (een) (tot op heden onbekend(e) gebleven) perso(o)n(en) in of omstreeks de periode van 1 januari 2011 tot en met 14 juli 2014 te Rotterdam en/of Driebergen althans in Nederland, en/of Madrid en/of Soria, althans in Spanje,
(lid 3)
tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen,
(een) ander(en), te weten:
- [naam slachtoffer 2] ,
en/of één of meer ander(en) onbekend gebleven perso(o)n(en),
(lid 1 onder 1°)
door dwang en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie, heeft geworven en/of vervoerd en/of gehuisvest en/of opgenomen met het oogmerk van (seksuele) uitbuiting van die [naam slachtoffer 2] ,
en/of
(lid 1 onder 4°)
die [naam slachtoffer 2] door voornoemde middelen, heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard) dan wel onder genoemde omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [naam slachtoffer 2] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard)
en/of
(lid 1 onder 6°)
opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de (seksuele) uitbuiting van die [naam slachtoffer 2]
en/of
(lid 1 onder 9°)
die [naam slachtoffer 2] door voornoemde middelen, heeft gedwongen dan wel bewogen verdachte en/of haar mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van haar, [naam slachtoffer 2] 's, seksuele handeling(en) met of voor (een) derde(n),
immers heeft/heeft/is/zijn die (een) (tot op heden onbekend(e) gebleven) perso(o)n(en) toen aldaar
­ een reis geregeld en/of georganiseerd van vanuit Lagos, Nigeria, naar Spanje, Frankrijk, België en/of Nederland, althans Europa, en/of
­ de kosten van die reis/reizen voorgeschoten en/of betaald, en/of
­ die [naam slachtoffer 2] mishandeld door haar tegen het lichaam te slaan en/of te stompen, en/of
­ het paspoort van die [naam slachtoffer 2] ingenomen en/of
­ een (vals) paspoort gemaakt/laten maken voor die [naam slachtoffer 2] , en/of
­ een voodoo/juju- ritueel voor (in ieder geval) die [naam slachtoffer 2] georganiseerd/laten organiseren en/of,
­ die [naam slachtoffer 2] een belofte (door middel van een voodoo/juju-ritueel) laten
afleggen tot het terugbetalen van een (groot) geldbedrag (van ongeveer 65.000
euro), en/of
­ die [naam slachtoffer 2] bedreigd door haar een voodoo/juju-ritueel te laten ondergaan waarbij haar de (ernstige) consequenties (zij zou dood gaan) indien zij de hiervoor genoemde belofte zou verbreken en/of niet zou nakomen, werden voorgehouden, en/of
  • een baan beloofd aan die [naam slachtoffer 2] in Spanje, Frankrijk, België en/of Nederland
  • een baan geregeld voor die [naam slachtoffer 2] (in de prostitutie), en/of
tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte op/in of omstreeks de periode van de periode van 1 januari 2012 tot en met 14 juli 2014 te Driebergen en/of Rotterdam, althans in Nederland, en/of in België, meermalen, althans eenmaal (telkens) opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, immers hebben/heeft zij, verdachte, en/of een of meer van haar mededader(s)
  • vanuit België, althans vanuit een ander land dan Nederland naar/in Nederland, althans een ander land dan het land van herkomst, die [naam slachtoffer 2] overgebracht/vervoerd of laten overbrengen/vervoeren en/of haar (vervolgens) ondergebracht in een woning, althans voor hen/haar (een) verblijfplaats(en)/onderdak geregeld of laten regelen, en/of
  • die [naam slachtoffer 2] te werk gesteld als prostituee en/of aldaar als prostituee laten werken en/of voor die [naam slachtoffer 2] een werkplek geregeld of laten regelen waar zij als prostituee kon werken, en/of
  • (naakt)foto(s) van die [naam slachtoffer 2] gemaakt en/of laten maken ten behoeve van een advertentie en/of (vervolgens) (een) advertentie(s) met foto’s en/of afbeeldingen (van die [naam slachtoffer 2] ) waarin seksuele handelingen tegen betaling werden aangeboden gemaakt en/of laten maken, en/of die advertentie op internet geplaatst en/of laten plaatsen (www.kinky.nl), en/of
  • de prijs(s)(zen) die ter zake van voornoemde seksuele handelingen in die advertentie(s) werd(en) opgenomen bepaald en/of (zonder medeweten van die(en)) kortingsactis op die prij(s)(zen) gehouden en/of die prijs(s)(zen) (tijdelijk) verlaagd en/of (aldus) de financiële afhankelijkheid en/of het overwicht op die [naam slachtoffer 2] vergroot, en/of
  • die advertentie(s) beheerd door die te activeren, op te waarderen, op te hogen, en/of zogezegd ‘omhoog te bellen’, en/of (aldus) de financiële afhankelijkheid van en/of het overwicht op die [naam slachtoffer 2] vergroot, en/of
  • contact onderhouden met (een) klant(en) die belde(n) naar aanleiding van die advertenties, en/of
  • afspraken met die klant(en) gemaakt over het tijdstip van de (prostitutie)afspraak, en/of de te verrichten seksuele handeling(en) door de prostituee(s) en/of de prijs die daarvoor betaald moest worden, en/of
  • die gemaakte afspraken met de klanten medegedeeld aan die [naam slachtoffer 2] , en/of (aldus) bepaald welke seksuele handelingen en/of met welke perso(o)n(en) en/of wanneer die [naam slachtoffer 2] (prostitutiewerkzaamheden) diende te verrichten, en/of
  • instructies gegeven en/of laten geven aan die [naam slachtoffer 2] , teneinde (de inkomsten uit) de prostitutiewerkzaamheden van die [naam slachtoffer 2] te controleren, en/of
  • die [naam slachtoffer 2] opgedragen het door haar in de prostitutie verdiende geld (gedeeltelijk) aan haar, verdachte en/of haar mededader(s) af te geven en/doen afstaan en/of doen afdragen, en/of
  • (aldus) die [naam slachtoffer 2] in een (verder) van haar/hen, verdachte en/of verdachtes mededader(s), afhankelijke positie gehouden, en/of
  • misbruik gemaakt van de kwetsbare positie van die [naam slachtoffer 2] , en/of
  • (aldus) in een (verder) van verdachte en/of verdachtes mededader(s), afhankelijke en/of kwetsbare positie gebracht/gehouden en/of in (een) postitie/situatie(s) gebracht waarin zij zich niet of (te) weinig kon onttrekken aan verdachte en/of verdachtes mededader(s) en/of (aldus) in een zodanige (financiële) situatie gebracht en/of gehouden dat zij voor het verwerven van inkomsten (uit prostitutiewerkzaamheden) (nagenoeg) volledig afhankelijk was/waren van verdachte en/of haar mededaders(s).
3.
zij op of omstreeks 24 september 2015 en/of 18 oktober 2015 te Haarlem en/of Leiderdorp, in elk geval in één of meer plaatsen in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of door een of meer listige
kunstgrepen,
- [naam slachtoffer 3] , geboren op [geboortedatum slachtoffer 3] te [geboorteplaats slachtoffer 3] , en/of
- [naam slachtoffer 4] , geboren op [geboortedatum slachtofer 4] te [geboorteplaats slachtoffer 4]
(telkens) heeft bewogen tot de afgifte van (een) mobiele telefoon(s) te weten: een Apple iPhone 6 plus (128 GB, zwartkleurig) en/of een Apple iPhone 6 plus (128GB, goudkleurig), in elk geval van enig(e) goed(eren), hebbende verdachte en/of haar mededader(s) met voren omschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
  • zich (via de website www.martplaats.nl) voorgedaan als [valse naam verdachte] en/of [naam 3] , en/of
  • de genoemde mobiele telefoon(s) betaald met vals geld, te weten: 6 (zes) valse bankbiljetten van 100 euro en 3 (drie) valse bankbiljetten van 50 euro en/of 14 (veertien) valse bankbiljetten van 5 euro;
4.
zij in of omstreeks de periode van 24 september 2015 en/of 18 oktober 2015 te Haarlem en/of Leiderdorp, in elk geval in één of meer plaatsen in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, één of meermalen (telkens) opzettelijk (een) als echt(e) en onvervalst(e) bankbiljet(ten) heeft uitgegeven, te weten bij (een) verkoper(s) van Marktplaats:
- [naam slachtoffer 3] , geboren op [geboortedatum slachtoffer 3] te [geboorteplaats slachtoffer 3] , en/of
- [naam slachtoffer 4] , geboren op [geboortedatum slachtofer 4] te [geboorteplaats slachtoffer 4]
6 ( zes) valse bankbiljetten van 100 euro en 3 (drie) valse bankbiljetten van 50 euro en/of 14 (veertien) valse bankbiljetten van 5 euro die verdachte en/of haar mededader(s) zelf (telkens) heeft/hebben nagemaakt en/of vervalst, of waarvan de valsheid of vervalsing verdachte en/of haar medeverdachte(n), toen zij met dat/die bankbiljet(ten) betaalde(n), (telkens) bekend was/waren.

Voetnoten