Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
17.000,=.
1.Algemeen
2.De vordering
€ 17.000,= (zegge: zeventienduizend euro);
€ 17.000,= (zegge: zeventienduizend euro).
Rechtbank Rotterdam
Op 10 oktober 2018 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een ontnemingszaak tegen een veroordeelde die betrokken was bij een criminele organisatie. De rechtbank heeft de veroordeelde vrijgesproken van deelname aan een organisatie die in strijd met de Wet op de kansspelen handelt, maar heeft hem wel veroordeeld voor deelname aan een criminele organisatie. De officier van justitie had een vordering ingediend tot het vaststellen van het wederrechtelijk verkregen voordeel, dat door de rechtbank is geschat op € 17.000. Dit bedrag is gebaseerd op de inkomsten die de veroordeelde heeft verkregen uit zijn deelname aan de criminele organisatie, waarbij de rechtbank rekening heeft gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de veroordeelde.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde door zijn deelname aan de criminele organisatie wederrechtelijk voordeel heeft verkregen. De vordering van de officier van justitie was gericht op het opleggen van een verplichting tot betaling aan de staat van het geschatte voordeel. De rechtbank heeft de vordering beoordeeld en geconcludeerd dat de veroordeelde ook inkomsten had uit andere activiteiten, zoals de reparatie en verkoop van computers. Dit heeft geleid tot een correctie in de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel, dat uiteindelijk is vastgesteld op € 17.000.
De beslissing is gegrond op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht, en de rechtbank heeft bepaald dat het gehele bedrag van het wederrechtelijk verkregen voordeel door de veroordeelde aan de staat moet worden betaald. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de rechters de zaak in tegenwoordigheid van de griffier hebben behandeld en de beslissing op de openbare terechtzitting hebben uitgesproken.