ECLI:NL:RBROT:2018:8342
Rechtbank Rotterdam
- Mondelinge uitspraak
- P.G.J. van den Berg
- J. de Gans
- A.M.E.A. Neuwahl
- R. Stijnen
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van de rechtbank in bestuursrechtelijke zaken met betrekking tot nadeelcompensatie en subsidiebesluiten
Op 4 oktober 2018 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tussen Stichting MEE Plus, Stichting MEE Drechtsteden en Stichting MEE Plus Ondersteuning en Beheer als eiseressen en Zorginstituut Nederland als verweerder. De zaak betreft een verzoek om nadeelcompensatie in verband met besluiten tot subsidiebeëindiging op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Eiseressen hebben beroep ingesteld tegen het besluit van 25 september 2017, waarin hun bezwaar tegen het primaire besluit van 3 mei 2017 ongegrond werd verklaard. De rechtbank heeft ambtshalve haar bevoegdheid beoordeeld en geconcludeerd dat zij onbevoegd is, omdat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in eerste en enige aanleg bevoegd was om over de schadetoebrengende besluiten te oordelen. De rechtbank heeft bepaald dat verweerder het betaalde griffierecht van € 333,- aan eiseressen moet vergoeden en verweerder is veroordeeld in de proceskosten van eiseressen tot een bedrag van € 1.002,-. De uitspraak is gedaan in het openbaar en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.