Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: [naam slachtoffer] , bijgestaan door mr. Y.Bosschaart, advocaat te Rijswijk, ter zake van het ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 2.905,50 aan materiële schade en een vergoeding van € 5.000,- aan immateriële schade. Daarnaast is gevorderd de verdachte te veroordelen in de proceskosten ter hoogte van € 1.154,63 aan salaris van de advocaat.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering tot een bedrag van € 1.471,-, en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. De verzochte vergoedingen voor de schade aan de trui/het T-shirt van € 15,-, het betaalde eigen risico voor de zorgkosten en de medicatie van € 400,- en de daggeldvergoeding voor het verblijf in het ziekenhuis van € 56,- acht hij toewijsbaar. Als vergoeding voor immateriële schade acht hij een bedrag van € 1.000,- toewijsbaar. Voor het overige moet de benadeelde partij niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering omdat over die posten onduidelijkheden bestaan. De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat met betrekking tot de proceskosten aansluiting moet worden gezocht bij het liquidatietarief.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat, bij bewezenverklaring, de verzochte vergoedingen voor de schade aan de trui/het T-shirt en de medische kosten toewijsbaar zijn en de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de vordering. Met betrekking tot de proceskosten refereert hij zich aan het oordeel van de rechtbank.
Beoordeling
Vast is komen te staan dat aan de benadeelde partij door het onder 1 bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks materiële schade is toegebracht tot een bedrag van genoemde bedrag van € 471,-, bestaande uit schade aan de trui/het T-shirt van € 15,-, het betaalde eigen risico voor de zorgkosten en de medicatie van in totaal € 400,- en de daggeldvergoeding voor het verblijf in het ziekenhuis van € 56,-. Dit deel van de vordering is door de verdediging ook niet weersproken en zal daarom worden toegewezen.
Met betrekking tot de gestelde schade aan de telefoon en de verzochte vergoeding voor het overnemen van huishoudelijke taken door de vriendin van de benadeelde partij staat niet vast dat dit schade betreft die het rechtstreekse gevolg is van het bewezen verklaarde feit.
Ook vergt de tweede schadepost, mede gelet op de betwisting daarvan door de verdediging, een zodanige onderbouwing dat dit deel van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. De benadeelde partij zal daarom ten aanzien van deze posten niet-ontvankelijk worden verklaard. Dit deel van de vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.