Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 september 2018 in de zaak tussen
[eiseres] , te [vestigingsplaats] , eiseres,
de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
- De exploitant zag er niet op toe dat dierlijke bijproducten en afgeleide producten voldeden aan de eisen inzake verzameling van Verordening 142/2011. Er werd geen gebruik gemaakt van afgesloten recipiënten voor de opslag van dierlijke bijproducten of afgeleide producten, zijnde categorie 2 materiaal (ongeschikt voor menselijke consumptie), ter voorkoming van versleping en risico’s voor de volksgezondheid en de diergezondheid. Volgens verweerder heeft eiseres daarmee artikel 17, eerste lid, gelezen in samenhang met Bijlage VIII, Hoofdstuk I, Afdeling 1, onder punt 1 van Verordening 142/2011 en met artikel 21, eerste lid, van Verordening 1069/2009 overtreden.
- De bedrijfsruimten voor levensmiddelen waren niet schoon. Volgens verweerder heeft eiseres daarmee artikel 4, tweede lid, gelezen in samenhang met Bijlage II, Hoofdstuk I, punt 1, van Verordening 852/2004 overtreden.
- De exploitant zag er niet op toe dat dierlijke bijproducten en afgeleide producten voldeden aan de eisen inzake identificatie van Verordening 142/2011. Recipiënten waren niet van identificatie voorzien om ervoor te zorgen dat de dierlijke bijproducten tijdens het verzamelen op de plaats van oorsprong en het vervoer gescheiden en identificeerbaar zijn en blijven. Volgens verweerder heeft eiseres daarmee artikel 17, eerste lid, gelezen in samenhang met Bijlage VIII, Hoofdstuk II, van Verordening 142/2011 en met artikel 21, eerste lid van Verordening 1069/2009, overtreden.
- De exploitant zag er niet op toe dat dierlijke bijproducten en afgeleide producten voldeden aan de eisen inzake verzameling, vervoer en identificatie van Bijlage VIII van Verordening 142/2011. Tijdens het verzamelen werd geen gebruik gemaakt van lekvrije recipiënten voor het verzamelen van dierlijke bijproducten of afgeleide producten, ter voorkoming van risico’s voor de volksgezondheid en de diergezondheid. Volgens verweerder heeft eiseres daarmee artikel 17, eerste lid, gelezen in samenhang met Bijlage VIII, Hoofdstuk I, Afdeling 1, onder punt 1 van Verordening 142/2011 en met artikel 21, eerste lid van Verordening 1069/2009 overtreden.
- De exploitant zag er niet op toe dat dierlijke bijproducten en afgeleide producten voldeden aan de eisen inzake verzameling, vervoer en identificatie van Verordening 142/2011. Tijdens het verzamelen werden niet alle nodige maatregelen getroffen om te zorgen dat dierlijke bijproducten of afgeleide producten (op de plaats van oorsprong of tijdens het vervoer) gescheiden en identificeerbaar blijven. Volgens verweerder heeft eiseres daarmee artikel 17, eerste lid, gelezen in samenhang met Bijlage VIII, Hoofdstuk II, onder punt 1, onder a, van Verordening 142/2011 en met artikel 21, eerste lid, van Verordening 1069/2009 overtreden.
- De exploitant zag er niet op toe dat dierlijke bijproducten en afgeleide producten voldeden aan de eisen inzake verzameling van Bijlage VIII van Verordening 142/2011. Tijdens de verzameling/opslag werd geen gebruik gemaakt van afgesloten, lekvrije, schone en droge recipiënten voor de verzameling/opslag van dierlijke bijproducten of afgeleide producten, ter voorkoming van risico’s voor de volksgezondheid en de diergezondheid. Volgens verweerder heeft eiseres daarmee artikel 17, eerste lid, gelezen in samenhang met Bijlage VIII, Hoofdstuk I, Afdeling 1, onder punt 1 en 2, van Verordening 142/2011 en met artikel 21, eerste lid van Verordening 1069/2009 overtreden.
- De exploitant zag er niet op toe dat dierlijke bijproducten en afgeleide producten voldeden aan de eisen inzake identificatie van Bijlage VIII van Verordening 142/2011. Volgens verweerder heeft eiseres daarmee artikel 17, eerste lid, gelezen in samenhang met Bijlage VIII, Hoofdstuk II, onder punt 2 van Verordening 142/2011 en met artikel 21, eerste lid van Verordening 1069/2009 overtreden.
- De exploitant zag er niet op toe dat dierlijke bijproducten en afgeleide producten voldeden aan de eisen inzake verzameling en vervoer van Bijlage VIII van Verordening 142/2011. Onverwerkt categorie 3 materiaal, bestemd voor de productie van voedermiddelen of (rauwe) voeders voor gezelschapsdieren, werd niet gekoeld of ingevroren en niet op dezelfde dag waarop het werd verkregen/verzameld in het oorsprong bedrijf, afgevoerd naar een erkende of geregistreerde inrichting (verwerkingsbedrijf). Volgens verweerder heeft eiseres daarmee artikel 17, eerste lid, gelezen in samenhang met Bijlage VIII, Hoofdstuk I, Afdeling 2, onder punt 2, van Verordening 142/2011 en met artikel 21, eerste lid 1, van Verordening 1069/2009 overtreden.
- De exploitant zag er niet op toe dat dierlijke bijproducten voldeden aan de eisen inzake verzameling, vervoer en identificatie van Bijlage VIII van Verordening 142/2011. Recipiënten waren niet van identificatie voorzien en tijdens het verzamelen werden niet alle nodige maatregelen getroffen om ervoor te zorgen dat de dierlijke bijproducten tijdens het verzamelen op de plaats van oorsprong en het vervoer gescheiden en identificeerbaar zijn en blijven. Volgens verweerder heeft eiseres daarmee artikel 17, eerste lid 1, gelezen in samenhang met Bijlage VIII, Hoofdstuk II, punt 2, van Verordening 142/2011 en met artikel 21, eerste lid, van Verordening 1069/2009 overtreden.
- De exploitant zag er niet op toe dat dierlijke bijproducten voldeden aan de eisen inzake verzameling en vervoer van Bijlage VIII van Verordening 142/2011. Tijdens het verzamelen/opslag werd geen gebruik gemaakt van afgesloten recipiënten en voertuigen voor de opslag/verzamelen van dierlijke bijproducten. Volgens verweerder heeft eiseres daarmee artikel 17, eerste lid, gelezen in samenhang met Bijlage VIII, Hoofdstuk I, Afdeling I, onder punt 1 en 2, van Verordening 142/2011 en met artikel 21, eerste lid, van Verordening 1069/2009 overtrede.
- De exploitant zag er niet op toe dat dierlijke bijproducten en afgeleide producten voldeden aan de eisen inzake verzameling, vervoer en identificatie van Bijlage VIII van Verordening 142/2011. Recipiënten waren niet van identificatie voorzien om ervoor te zorgen dat de dierlijke bijproducten tijdens het verzamelen op de plaats van oorsprong en het vervoer gescheiden en identificeerbaar zijn en blijven. Volgens verweerder heeft eiseres daarmee artikel 17, eerste lid, gelezen in samenhang met Bijlage VIII, Hoofdstuk I en II, van Verordening 142/2011 en met artikel 21, eerste lid, van Verordening 1069/2009 overtreden.
- De exploitant zag er niet op toe dat dierlijke bijproducten en afgeleide producten voldeden aan de eisen inzake verzameling, vervoer en identificatie van Bijlage VIII van Verordening 142/2011. Tijdens het verzamelen/opslag werd geen gebruik gemaakt van afgesloten recipiënten voor de opslag/verzamelen van dierlijke bijproducten of afgeleide producten, ter voorkoming van risico’s voor de volksgezondheid en de diergezondheid. Volgens verweerder heeft eiseres daarmee artikel 17, eerste lid, gelezen in samenhang met Bijlage VIII, Hoofdstuk I en II, van Verordening 142/2011 en met artikel 21, eerste lid, van Verordening 1069/2009 overtreden.
- De vervoerder vervoerde de dieren niet in overeenstemming met de technische voorschriften want de vervoermiddelen, containers en toebehoren zijn niet op zodanige wijze gebruikt dat letsel en onnodig lijden van dieren voorkomen wordt. Volgens verweerder heeft eiseres daarmee artikel 3, gelezen in samenhang met artikel 6, derde lid, en Bijlage I, Hoofdstuk II, paragraaf 1, sub 1.1, onder a, Verordening 1/2005 overtrede.
Ja en ik heb al vijf vleugelbeknellingen en twee rugliggingen gezien en gecorrigeerd.” Op de vraag of hij op de slachterij voor of na het lossen de containers heeft gecontroleerd, antwoordde de chauffeur:
Nee, hier heb ik niet meer gecontroleerd, ik ben druk bezig om de auto schoon te spuiten. Normaal doen dat de medewerkers van het slachthuis, maar het slachthuis heeft personeelsgebrek.” Toen de toezichthouder de chauffeur de geconstateerde beknellingen en rugliggingen toonde zei de chauffeur:
Ja, dat zijn beknellingen die aan de binnenkant zitten en die zie ik niet. Ik kan deze ook niet zien.”, aldus het rapport.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het met een besluit gelijk te stellen niet tijdig nemen van een besluit;
- vernietigt het bestreden besluit voor zover dat ziet op de hoogte van de dwangsom;
- bepaalt dat verweerder aan eiseres een dwangsom van € 8.820,- is verschuldigd;
- vernietigt het bestreden besluit voor zover dat ziet op boetezaak 201700429 en bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van dit vernietigde deel van het bestreden besluit;
- herroept het primaire besluit van 14 april 2017 in boetezaak 201700429;
- laat het bestreden besluit voor zover dat ziet op de overige boetezaken in stand;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 540,08.