3.1.[eisers] vordert om bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
te verklaren voor recht dat de eigendomsgrens tussen de percelen van [eisers] , kadastraal bekend gemeente Leerbroek, [sectienummer] , en de percelen van [gedaagde ] , kadastraal bekend gemeente Leerbroek, [sectienummer] , gelijk is aan de erfgrens, zoals die ter plaatse blijkt uit de uiterlijke kenmerken als in de dagvaarding beschreven en zoals die middels de blauwe lijn is aangeduid op productie 15 bij dagvaarding en dat aldus [eisers] middels verjaring eigenaar is geworden van het perceelsgedeelte dat gelegen is tussen de kadastrale erfgrens en de grens als aangeduid met de blauwe lijn op productie 15 bij dagvaarding;
[gedaagde ] te veroordelen om binnen vier weken na betekening van dit vonnis haar medewerking te verlenen aan het opmaken en inschrijven in de openbare registers van een notariële akte van de sub 1 bedoelde verjaring, zulks op straffe van de verbeurte door [gedaagde ] aan [eisers] van een dwangsom van € 100,00 per dag voor iedere dag dat [gedaagde ] nadat betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden in gebreke blijft naar behoren aan deze veroordeling te voldoen en voorts onder de bepaling dat, indien [gedaagde ] nalaat haar medewerking te verlenen en sedert de betekening van dit vonnis 4 weken zijn verstreken dit vonnis in de plaats komt van de medewerking van [gedaagde ] aan de inschrijving in het kadaster van de eigendomsverkrijging middels verjaring en aldus [eisers] te machtigen om door tussenkomst van een notaris de inschrijving daarvan in het kadaster te bewerkstelligen;
te verklaren voor recht dat de schuttingen en hekwerken als te zien op de foto’s, die als producties 11 tot en met 14 bij dagvaarding zijn overgelegd, op de eigendomsgrens staan en gemeenschappelijk eigendom zijn van [eisers] en [gedaagde ] , zulks evenwel met uitzondering van de twee van hout- en metaal opgetrokken hekwerken als bedoeld in randnummer 12 van de dagvaarding, welke hekwerken door [gedaagde ] ten onrechte en aldus onrechtmatig op het perceel van [eisers] zijn geplaatst;
[gedaagde ] te veroordelen om binnen 4 weken na de betekening van dit vonnis de afvoer van het hemelwater als te zien op de foto die als productie 12 bij dagvaarding is overgelegd te staken en gestaakt te houden en daartoe hemelwaterafvoeren, die uitkomen op het perceel van [eisers] te verwijderen en verwijderd te houden en aldus [gedaagde ] te verbieden om op welke wijze dan ook hemelwater af te voeren op het perceel van [eisers] , alles op straffe van de verbeurte door [gedaagde ] aan [eisers] van een dwangsom van € 100,00 per dag voor iedere dag dat [gedaagde ] nalaat naar behoren aan dit vonnis te voldoen, zulks te rekenen vanaf 4 weken na betekening van dit vonnis;
[gedaagde ] te veroordelen om binnen 4 weken na de betekening van dit vonnis de planten en de twee hekwerken als te zien op de foto’s die als producties 20, 21 en 22 bij dagvaarding zijn overgelegd van de percelen van [eisers] te verwijderen en verwijderd te houden, zulks op straffe van de verbeurte door [gedaagde ] aan [eisers] van een dwangsom van € 100 per dag voor iedere dag dat [gedaagde ] nalaat naar behoren aan dit vonnis te voldoen, zulks te rekenen vanaf 4 weken na de betekening van dit vonnis;
alles met veroordeling van [gedaagde ] in de kosten van deze procedure, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [gedaagde ] binnen 4 weken na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van het vonnis en voorts te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de nakosten met ingang van 4 weken na betekening van het vonnis tot aan de voldoening.