ECLI:NL:RBROT:2018:7644
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van vorderingen tot wedertewerkstelling en loonbetaling in kort geding na detentie en gebrek aan openheid van zaken
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 12 september 2018 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiser] en de naamloze vennootschap Medrepair. [eiser], die sinds 2009 in dienst was bij Medrepair, was in detentie genomen na een aanhouding in verband met drugshandel. Medrepair had het loon van [eiser] stopgezet omdat hij niet beschikbaar was om te werken. Na de schorsing van zijn voorlopige hechtenis op 23 mei 2018, meldde [eiser] zich weer bij Medrepair en verzocht om wedertewerkstelling en loondoorbetaling. Medrepair weigerde dit, omdat [eiser] geen openheid van zaken gaf over zijn strafzaak, wat volgens hen noodzakelijk was om hun arbeidsrechtelijke positie te bepalen.
De kantonrechter oordeelde dat Medrepair niet kon worden verplicht om [eiser] weer toe te laten tot het werk, gezien de ernstige bezwaren die nog steeds tegen hem bestonden en het feit dat hij geen informatie had verstrekt over de voortgang van zijn strafzaak. De rechter benadrukte dat het ontbreken van openheid van zaken door [eiser] een belangrijke factor was in de beslissing. Bovendien werd vastgesteld dat Medrepair een kwetsbare positie had in de haven van Rotterdam en niet geassocieerd wilde worden met druggerelateerde delicten.
De vorderingen van [eiser] tot wedertewerkstelling en loondoorbetaling werden afgewezen, en hij werd veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van openheid van zaken in arbeidsrelaties, vooral in situaties waarin strafrechtelijke kwesties spelen.