ECLI:NL:RBROT:2018:6719
Rechtbank Rotterdam
- Wraking
- A.P. Hameete
- W.J.J. Wetzels
- J.J. van den Berg
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid na einduitspraak
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 7 augustus 2018 een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door een verzoeker, die in een civielrechtelijke procedure betrokken was. De wraking was gericht tegen mr. R.R. Roukema, senior rechter in de rechtbank Rotterdam, die op 19 juli 2018 een eindvonnis had gewezen in de procedure waarin de verzoeker als bewindvoerder optrad. Het wrakingsverzoek werd op 26 juli 2018 ingediend, na de uitspraak van het vonnis, wat leidde tot de conclusie dat de rechter niet meer betrokken was bij de zaak op het moment van indienen van het verzoek. De rechtbank oordeelde dat het doel van wraking, namelijk de waarborging van de onpartijdigheid van de rechter, niet meer kon worden bereikt omdat de behandeling van de zaak al was geëindigd. De rechtbank baseerde haar beslissing op artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en het Wrakingsprotocol van de rechtbank. De beslissing om het verzoek tot wraking af te wijzen werd genomen met toepassing van artikel 9.1 van het Wrakingsprotocol, dat bepaalt dat een verzoeker niet-ontvankelijk kan worden verklaard als het verzoek niet tijdig is ingediend. De rechtbank heeft de afwijzing van het wrakingsverzoek op 7 augustus 2018 openbaar uitgesproken.