ECLI:NL:RBROT:2018:6261
Rechtbank Rotterdam
- Bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Bestuurlijke boete opgelegd in strijd met het gelijkheidsbeginsel
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 13 juni 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser], een voormalig werknemer van een beleggingsonderneming, en de Stichting Autoriteit Financiële Markten (AFM). De AFM had [eiser] een bestuurlijke boete van € 125.000,- opgelegd wegens het feitelijk leidinggeven aan overtredingen van de Wet op het financieel toezicht (Wft) door de beleggingsonderneming waar hij werkzaam was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de AFM in haar besluitvorming het gelijkheidsbeginsel heeft geschonden. De rechtbank oordeelde dat de AFM niet voldoende heeft onderbouwd waarom [eiser] een boete kreeg opgelegd, terwijl andere feitelijk leidinggevers, die ook betrokken waren bij de overtredingen, slechts een waarschuwing ontvingen. De rechtbank concludeerde dat het verschil in behandeling niet gerechtvaardigd was en dat de AFM niet aannemelijk had gemaakt dat er een significant verschil in verwijtbaarheid bestond tussen [eiser] en de andere betrokken bestuurders. Hierdoor werd het beroep van [eiser] gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en het primaire besluit herroepen. De rechtbank heeft de AFM ook veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van [eiser].