In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 16 april 2018 een beschikking uitgesproken over de beëindiging van het ouderlijk gezag van de moeder over de minderjarige [voornaam minderjarige]. De rechtbank oordeelde dat de ouders drie kansen onbenut hebben gelaten om een gezinsopname te realiseren, en dat de aanvaardbare termijn voor terugplaatsing van de minderjarige is verstreken. De minderjarige, geboren op [geboortedatum minderjarige] in [geboorteplaats minderjarige], heeft medische problematiek en is in zijn ontwikkeling ernstig bedreigd. De ouders, die met elkaar in een problematische relatie verkeren, hebben niet de noodzakelijke stappen ondernomen om de situatie te verbeteren. De moeder heeft weliswaar aangegeven dat zij zonder de vader een gezinsopname wil, maar de rechtbank concludeert dat een zelfstandige opname niet passend is. De vader is nog niet minimaal drie maanden clean van zijn verslavingsproblematiek, wat een gezinsopname bemoeilijkt. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een perspectiefbiedend pleeggezin is gevonden dat de specialistische hulp kan bieden die de minderjarige nodig heeft. Daarom heeft de rechtbank besloten het gezag van de moeder te beëindigen en de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond tot voogd te benoemen. De ouders blijven echter de 'echte' ouders van de minderjarige en het is in zijn belang dat hij contact met hen blijft houden.