In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 5 april 2018 een beschikking gegeven met betrekking tot de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarigen [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2]. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft verzocht om de ondertoezichtstelling van de kinderen te verlengen voor een jaar en de machtiging tot uithuisplaatsing voor zes maanden. De rechtbank heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de moeder, pleegouders en vertegenwoordigers van de GI aanwezig waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gronden voor de ondertoezichtstelling nog steeds aanwezig zijn en heeft het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling toegewezen.
De rechtbank heeft ook overwogen dat de GI onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de veiligheid van de kinderen bij de moeder en dat het traject 'Samen Veilig' niet toereikend is. De rechtbank heeft de GI opgedragen om het onderzoek naar een eventuele terugplaatsing van de kinderen te intensiveren en de contactregeling tussen de kinderen en de moeder uit te breiden. De rechtbank heeft de uithuisplaatsing van de kinderen verlengd voor vier maanden, in het belang van hun verzorging en opvoeding, en heeft een vervolgdatum vastgesteld voor 18 juli 2018 om de voortgang te bespreken. De rechtbank heeft ook overwogen dat een overdracht van de ondertoezichtstelling naar het Leger des Heils mogelijk in het belang van de kinderen kan zijn, gezien de trage inzet van de huidige instelling en het wantrouwen van de moeder.