Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift met producties, ter griffie ontvangen op 17 mei 2018;
- het verweerschrift met producties, ter griffie ontvangen op 28 juni 2018;
- het faxbericht van [verweerder] van 5 juli 2018 met één productie;
- de pleitaantekeningen van Be One, en
- de pleitaantekeningen van [verweerder].
2.De vaststaande feiten
‘Het is de werknemer verboden bij derden betaalde of niet betaalde arbeid te verrichten en/of zaken te doen voor eigen rekening, tenzij werkgever hiermee uitdrukkelijk schriftelijk heeft ingestemd.’
3.Het verzoek
4.Het tegenverzoek
5.De beoordeling
‘Ik denk dat je winkel die je gehad heb je houding niet ten goede is gekomen. Wat je zelf ook weleens aangaf: “ik kom hier om te rusten”.Onder ‘opmerkingen’ is geen commentaar op dit punt van [verweerder] opgenomen, terwijl dat ten aanzien van andere zaken die volgens hem onjuist in het verslag zijn opgenomen wel het geval is. Weliswaar heeft [verweerder] het verslag niet ondertekend, maar het had op zijn weg gelegen om in deze procedure gemotiveerd verweer te voeren tegen de juistheid van de inhoud van het verslag, althans om op z’n mist aan te geven op welke onderdelen het verslag volgens hem niet overeenkomt met de waarheid. De weigering om het verslag te ondertekenen doet niet de algehele geloofwaardigheid van de inhoud van het verslag teniet. In ieder geval komt uit het verslag een beeld naar voren van een werknemer die niet lekker in zijn vel zit en van een verhouding tussen werkgever en werknemer die niet erg soepel verloopt. Dat volgt bijvoorbeeld ook uit de algehele beoordeling:
“[verweerder] zou een goede medewerker kunnen zijn maar kan ook zeker dwarsliggen als het niet gaat zoals hij het wil. In het begin ging het een stuk beter en zal hij nu de rust weer moeten vinden om “door te gaan”.Ook worden benoemd ‘zijn strubbelingen binnen het bedrijf’ en klachten van klanten over de wijze van aanspreken bij sluitingstijd. Het verslag vermeldt dat [verweerder] een rechtszaak zou aanspannen als dit laatste punt in het verslag blijft staan. Het is opmerkelijk dat [verweerder] over dit alles in het geheel geen toelichting heeft gegeven.
6.De beslissing
de naam en woonplaats van de door hem voor te brengen getuigen alsook van de verhinderdata van
beidepartijen voor de maanden september en oktober 2018;