ECLI:NL:RBROT:2018:5790
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- J. de Gans
- H. Bedee
- A.M.E.A. Neuwahl
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag uitkering op grond van de Wet WIA wegens ontbreken verzekeringsplicht
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 19 juli 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een muziekdocent, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (verweerder). Eiseres had een aanvraag ingediend voor een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA), welke door verweerder was afgewezen. De afwijzing was gebaseerd op het feit dat eiseres op 10 april 2013 niet verzekerd was voor de Wet WIA, omdat zij geen dienstbetrekking had. Verweerder stelde dat eiseres op declaratiebasis werkte en dat er geen sprake was van een gezagsverhouding tussen haar en haar opdrachtgever.
Eiseres voerde aan dat er wel degelijk sprake was van een arbeidsovereenkomst, onderbouwd met verschillende argumenten, zoals de verplichting om persoonlijk arbeid te verrichten en de gezagsverhouding die zij meende te hebben met haar werkgever. De rechtbank oordeelde echter dat de overeenkomst tussen eiseres en haar opdrachtgever niet de intentie had om een arbeidsovereenkomst te sluiten, maar een overeenkomst tot het verrichten van diensten was. De rechtbank concludeerde dat er geen gezagsverhouding bestond en dat eiseres niet voldeed aan de vereisten voor een privaatrechtelijke dienstbetrekking.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en gaf aan dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.